Verslag van de vergadering van 26 april 2016 (2015/2016 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.06 uur
De heer Schouwenaar i (VVD):
Mevrouw de voorzitter. Dit wetsvoorstel is door mijn fractie positief ontvangen. Bij de schriftelijke voorbereiding hebben wij enkele vragen gesteld. Ik dank de minister voor zijn beantwoording die wat ons betreft overtuigend en snel was.
Bouwers en corporaties dringen aan op spoed. Ze willen aan de slag. Daarom is het goed dat wij dit wetsvoorstel vandaag bespreken, met dank aan iedereen die daaraan heeft meegewerkt. Dit wetsvoorstel levert een grote bijdrage aan energiebesparing. In eerste instantie is dat voor eengezinswoningen en rijtjeshuizen. Kantoren en flatblokken komen later aan de beurt. Het is een initiatief van bouwers en corporaties, verenigd onder de naam "Stroomversnelling". Zij verdienen een compliment, met name de voorzitter Leen van Dijke. Het zorgt voor energiebesparing, het is goed voor de werkgelegenheid, het bevordert innovatie in de bouw en het biedt voordelen voor huurders en verhuurders.
Huurders krijgen een complete renovatie zonder huurverhoging. Bij goed energiegebruik krijgen ze lagere lasten. Verhuurders krijgen een verbetering van hun woningvoorraad, per saldo zonder kosten. Het is bijna te mooi om waar te zijn. En inderdaad, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Er zijn ook enkele minpunten: het advies van de Raad van State, kinderziektes en twijfel over het draagvlak.
De Raad van State adviseerde om af te zien van de epv en om de investering te verrekenen via huurverhoging. Dit advies is niet gevolgd, want de epv is een rechtsfiguur sui generis. Dat is terecht, volgens mijn fractie, mede met het oog op de nadelige effecten voor de huurtoeslag en het passend toewijzen.
Voorts zijn er nogal wat kinderziektes, bijvoorbeeld in Tilburg en Nieuw-Buinen. Ook is in een aantal gevallen de begroting niet sluitend te krijgen. Daar staat tegenover dat het in andere gevallen wel lukt, zoals in Soesterberg en Heerhugowaard. Dat geeft mijn fractie het vertrouwen dat kinderziektes op lokaal niveau overwonnen kunnen worden. Daar komt bij dat "nul op de meter" met epv een wettelijke mogelijkheid is; het is geen verplichting.
Van verschillende kanten is er twijfel geuit over het draagvlak bij huurders. Om hieraan tegemoet te komen, zijn er twee voorstellen gedaan. Het eerste voorstel is een woonlastengarantie, die ervoor moet zorgen dat de huurder in elk geval geen hogere lasten krijgt. Het tweede voorstel is om aan de huurder rechtstreeks een geldbedrag te betalen.
Het eerste voorstel, een woonlastengarantie, stuit op privacybezwaren. Hoe valt gelijkblijvend woongedrag te bewijzen? Daarvoor is het nodig om diep door te dringen in het privéleven van de huurder. Dat vindt mijn fractie niet proportioneel. En als gelijkblijvend woongedrag is bewezen, om welke reden zouden de woonlasten dan nog omhoog kunnen gaan? Ik kan mij daarbij alleen technische fouten of rekenfouten voorstellen. Die moeten uiteraard worden hersteld; dat spreekt vanzelf — zie daarvoor ook de memorie van antwoord, bladzijde 4, tweede alinea — maar dat is meer correctie dan garantie. Mocht de verhuurder niet vrijwillig meewerken aan correctie, dan kan de huurder naar de Huurcommissie.
Het tweede voorstel, een directe financiële bijdrage aan de huurder, roept bij mijn fractie twijfel op. De huurder heeft het recht om bezwaar te maken en niet mee te doen. De beslissing of hij van dat recht gebruikmaakt, behoort zuiver te blijven. Dat recht op bezwaar is geen handelswaar. Daarom betwijfelt mijn fractie of dit de juiste weg is.
Hoe dan ook hebben beide voorstellen, woonlastengarantie en financiële bijdrage, één nadeel gemeenschappelijk. Allebei moeten ze uiteindelijk worden betaald door de verhuurder of de bouwer. Dat maakt dat hun begroting niet meer sluit. Dan kunnen ze de nul-op-de-meterrenovatie niet meer betalen, dus zien ze ervan af. Dat is een consequentie die mijn fractie niet graag voor haar rekening neemt. Wij menen dat de voordelen van de nul-op-de-meterrenovatie voor iedereen duidelijk zijn. Enkele geslaagde renovaties — want die zijn er ook — zullen dat zichtbaar maken. Daardoor zal het draagvlak groeien: goed voorbeeld doet goed volgen.
De pijplijn van de gereguleerde sector zit vol met nieuwe dingen: businesscases, keurmerken, herziening huurtoeslag en herziening woningwaarderingsstelsel, en epv bij labelsprongen. Dat zijn allemaal belangrijke zaken, maar daar moeten we niet op wachten. Bouwers en corporaties willen nu aan de slag. Zij wachten alleen op de wettelijke grondslag. Uiteindelijk stellen wij nu een paar wetsartikelen vast, maar het grote werk moet nog komen. Mijn fractie wil daarvoor graag de ruimte bieden. De voordelen overtreffen immers de mogelijke nadelen. En gelukkig telt ons land heel veel rijtjeshuizen.
De voorzitter:
Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.