Verslag van de vergadering van 27 mei 2014 (2013/2014 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.58 uur
Mevrouw Scholten i (D66):
Voorzitter. Ook ik dank de staatssecretaris voor zijn duidelijke antwoorden. Als je het debat moet samenvatten, kun je dat in twee zinnen doen: Als iets niet werkt, moet je er niet mee doorgaan en moet je een hopelijk betere regeling organiseren, institutionaliseren. Daar hebben wij het vandaag over gehad. Dat is wat wij zouden moeten doen. Ook mijn fractie acht het van groot belang dat de monitoring en de evaluatie tijdig en goed plaatsvinden. Mijn fractie acht de beleidsvrijheid van gemeenten ook van groot belang. De staatssecretaris heeft dat uitgelegd. Hij moet zoeken naar een balans tussen alle opties. In de verordening zouden moeten staan — zo heb ik de staatssecretaris ook begrepen — de doelgroep en de categorie-indeling. De ggd-artsen — in Amsterdam gebeurt het nu al — gaan de aanvragen controleren. Dat lijkt me een duidelijk verhaal. Duidelijk is ook dat een beroep op de rechter mogelijk is. Daar zijn wij zeer verheugd over. Stel dat de verordening in een van die 415 gemeenten, of in meerdere, diffuus wordt geformuleerd — dat risico bestaat — dan zal dat door rechterlijke toetsing heel snel duidelijk worden.