Plenair Kok bij voortzetting behandeling Einde export kinderbijslag



Verslag van de vergadering van 10 juni 2014 (2013/2014 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.06 uur


De heer Kok i (PVV):

Voorzitter. Op 18 december 2012 kon ik in mijn maidenspeech melden dat het mijn fractie genoegen deed dat de nieuwe regering voortvarend te werk ging op dit dossier. Afronding werd nog dat jaar voorzien en de minister zat er, zoals wij dat zagen, geharnast in en had onze volle steun. Wij waren op dat moment overigens de enigen die hem steunden. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en beland in een loopgravenoorlog tussen wetgever en rechter. Na diverse rechterlijke uitspraken is de minister blijven zitten met dit hoofdpijndossier. Hopelijk is de kater niet blijvend.

Zetten we alle turbulentie even op een rij, dan zien we het volgende beeld. In januari 2013 bepaalde de rechter dat de kinderbijslag niet mocht worden bekort voor kinderen die in het buitenland — in dit geval Marokko — wonen. Het onderliggende woonlandbeginsel — nog in november 2011 en voorjaar 2012 aangenomen door beide Kamers — werd door de Amsterdamse rechtbank verworpen. Het hoger beroep loopt nog.

Voor de goede orde: een dergelijke clausule staat niet in het verdrag met Turkije of Egypte, maar in die gevallen geldt weer een ander bezwaar van de rechter. Ingeval ouders een eigen onderhoudsbijdrage overmaken, behoudt men recht op volledige kinderbijslag. Hoger beroep wordt overwogen. Une mer à boire zo langzamerhand.

Al eerder werd bepaald dat in het buitenland wonende AOW'ers recht hadden op toeslag. Ook werd al een streep gehaald door de korting op de nabestaandenuitkeringen naar Turkije, want die is in strijd met het EU-associatieverdrag. Recent constateerde de rechter dat nabestaandenuitkeringen naar Turkije en Marokko niet konden worden verlaagd; het woonlandbeginsel bleek in strijd met een verdrag met die landen.

De eerste vraag die zich opdringt, is of al niet eerder te voorzien was hoe een voorstel zich verhoudt tot het Europees recht en de diverse verdragen? Is hier door de Raad van State niet al eerder op gewezen? Kan de minister wellicht een update geven van de actuele stand van zaken, aanvullend op zijn brief van 3 juni en in relatie tot de motie in de Tweede Kamer?

Net als de minister ziet mijn fractie — conform haar eerdere lijn —geen enkele reden om dit wetsvoorstel nog langer aan te houden. Deze affaire heeft lang genoeg geduurd. De ratio achter het woonlandbeginsel en de beperking van export van kinderbijslag is volstrekt ondergesneeuwd door alle nodeloos opgeworpen juridische obstakels. Zoals terecht gesteld, is de afwachting van het eindoordeel van de rechter in de woonlandzaken zowel juridisch als beleidsmatig gezien niet opportuun. Dit heeft immers geen implicaties voor de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van deze wet. En dat staat een aanpassing van het verdrag niet in de weg. Ook volgens het nader advies van de Raad van State zijn er geen internationaal rechtelijke belemmeringen voor het wetsvoorstel.

Wat mijn fractie betreft impliceert dit dat de export van kinderbijslag en kindgebonden budget naar de dertien betreffende verdragslanden direct automatisch wordt stopgezet. Een verdragsaanpassing is daarvoor niet nodig. Het schrappen van de uitzonderingsbepaling is voldoende. Voor de negentien landen waarvoor een verdragsaanpassing wel nodig is, kunnen de onderhandelingen verdergaan. Gewoon opzeggen lijkt de beste optie. De tijd voor een brede en zorgvuldige afweging hebben we inmiddels lang achter ons gelaten. Dat dit makkelijk gaat, hebben we al gemerkt. Marokko reageert nergens op en Turkije is negatief en dat zal ongetwijfeld zo blijven. Maar mijn fractie gaat ervan uit dat de minister, die hier te lande wel diverse majeure verslechteringen op de sociale zekerheid doorvoert, deze harde noten ook wel weet te kraken. Ik citeer hem. Hij zegt dat de uitkeringen niet zijn bedoeld om er rijk van te worden, maar om te voorzien in levensonderhoud, en dat afgestemd op de lokale situatie. Dit is simpelweg de bottomline van dit wetsvoorstel: opzeggen of aanpassen.

In dit kader verbaast mijn fractie zich erover dat de minister nu opeens — terwijl waar de zaken allang zo duidelijk liggen — in tegenstelling tot zijn eerdere uitlatingen stelt dat het "niet verstandig" zou zijn om in casu het verdrag met Marokko op te zeggen. Zelfs een motie van de Tweede Kamer zal hij getuige zijn recente brief van 3 juni slechts gebruiken als "signaal richting Marokko". Ooit verkondigde hij zelfs te overwegen om het verdrag met Marokko gewoon op te zeggen in plaats van de onderhandelingen voort te zetten en dit najaar pas te komen met een conclusie in de dialoog.

Vanwaar dus deze plotselinge tournure? Het is een onbegrijpelijke draai in deze slepende discussie die nu dreigt te vervallen in vaagheden van de minister. Om met dit kabinet te spreken: pakken we door of schuiven we de boel naar achteren? Mij schiet nog een zijdelingse opmerking te binnen. Hoe leg je zoiets uit aan een bijstandsmoeder die binnenkort wordt gekort in het kader van de Wet hervorming kindregelingen?

Ik rond af. Mijn fractie roept de minister op, hom of kuit te geven en haast te maken met het opzeggen en aanpassen van alle verdragen. Het wordt tijd dat deze naar eigen zeggen sierlijke buitenspeler — wij hebben hem dat vorige week mogen horen zeggen — eens uit de dug-out komt om actie te ondernemen op het veld en mogelijk te scoren, althans dat hopen wij dan. Het feit dat er een daling is van het aantal kinderen — komt er misschien een deel terug naar ons land? — en dat de opbrengsten in de ogen van sommigen verwaarloosbaar zouden zijn, doet op zichzelf niets af aan het principe.