Plenair Kok bij voortzetting behandeling Wet hervorming kindregelingen



Verslag van de vergadering van 10 juni 2014 (2013/2014 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.12 uur


De heer Kok i (PVV):

Voorzitter. Dank aan de minister voor zijn als altijd uitvoerige beantwoording. Deze overtuigt echter niet, want hij blijft toch te veel hangen in geïdealiseerde beelden over ontwikkeling en participatie, begrippen die wij zeker delen, maar ook plaatsen in een meer realistisch kader voor wat betreft de negatieve uitkomsten voor specifieke groepen. Deze groepen worden niet ontzien, maar betalen in feite de rekening van de versobering, mede gelet op het feit dat de werkgelegenheid alleen maar zal afnemen. Cumulatieve effecten zullen dit beeld later verder versterken. Overigens laat een versobering met een half miljard zich naar mijn bescheiden mening niet rijmen met een indicatie van marginale effecten.

De hausse aan lopende wetsvoorstellen als de Wet werk en zekerheid biedt geen soelaas, en zoals Krugman terecht stelt, zal de reeks wetsvoorstellen de economische positie van gezinnen hard raken, met een averechts effect op onze economie zelf, terwijl we het daar juist voor doen. Henry Ford begreep dat in ieder geval beter. De realiteitsperceptie van het kabinet zet het paard achter de wagen in een race to the bottom, en de kennelijke noodzaak tot versobering is misplaatst en dient geen zinnig doel.

Dat laat onverlet het bieden van helderheid in het woud van regelingen en de doelstelling dat werk moet lonen. De aanname dat werk beschikbaar is, is ongefundeerd. De realiteit gebiedt te zeggen dat zelfs bij een aantrekkende economie banen niet gegarandeerd zijn, behalve wegwerp- en flexbanen zonder enige vorm van inkomenszekerheid en zonder enige vorm van pensioenopbouw. Een jobless recovery dreigt op zijn best. Het creëren van een goedbedoelde prikkel is geen garantie voor werk.

Mijn fractie concludeert dat er, ondanks de minieme tijdelijke Divosa-concessie, op termijn een verarmde onderklasse zal ontstaan en sprake zal zijn van de tweedeling die door dit kabinet nodeloos is opgeroepen. De minister noemt dit kennelijk "een pijnlijke keuze". Dit wetsvoorstel is contraproductief en bijt in de eigen staart. Ik zal mijn fractie dan ook negatief adviseren.