Plenair Barth bij behandeling Verslag tijdelijke commissie GRECO-rapport



Verslag van de vergadering van 17 juni 2014 (2013/2014 nr. 34)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.46 uur


Mevrouw Barth i (PvdA):

Voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat wij graag in het verslag vastgelegd willen hebben dat wij het ongepast vinden dat u de heer De Graaff toestaat om beschuldigen aan het adres van leden van mijn fractie te uiten en ons vervolgens de mond snoert, als wij vragen stellen bij het democratisch gehalte van de PVV.

De voorzitter:

Mag ik daar meteen op reageren? Ik heb de heer De Graaff terechtgewezen toen hij de heer Koole persoonlijk aanviel, omdat dat buiten de orde was.

Mevrouw Barth (PvdA):

Voorzitter, ik heb u niet horen zeggen dat het buiten de orde was. Maar dan heb ik misschien niet goed opgelet. In elk geval vonden wij de vragen die wij aan de heer De Graaff stelden over het democratisch gehalte van de PVV in dit debat heel passend en niet buiten de orde, omdat juist het praten over macht en tegenmacht en hoor en wederhoor een wezenlijk onderdeel vormt van het praten over integriteit.

De heer Marcel de Graaff i (PVV):

Ik heb de heer Koole een vraag gesteld, ik heb hem niet beschuldigd.

Mevrouw Barth (PvdA):

U hebt hem wel beschuldigd, mijnheer De Graaff, loopt u nou niet weg van wat u net hebt gezegd, want dan bent u niet alleen bezig om dit debat te bederven met de toon die u hebt gekozen in uw inbreng, maar dan bent u ook nog een beetje laf, omdat u wegloopt van wat u gezegd hebt.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaff, nog een korte reactie.

De heer Marcel de Graaff (PVV):

Voorzitter. Ik constateer dat mevrouw Barth niet via u spreekt, maar rechtstreeks tot mij. Opmerkelijk toch. Verder gebruikt ze heel ongepaste woorden. Ik vind dat niet integer.

Mevrouw Barth (PvdA):

Volgens mij moet je een debat heel hard kunnen voeren en niet met de staart tussen je benen weglopen als je een keer wat kritische woorden terugkrijgt.

Oud-minister len Dales sprak ooit de gevleugelde woorden: "Een beetje integer bestaat niet". Mag ik daaraan toevoegen: "Een beetje democratisch en een beetje transparant bestaat ook niet." Een boude uitspraak, die grote waarde heeft gehad om het debat over integriteit in Nederland aan te zwengelen. Tot die tijd waren we snel geneigd te denken dat integriteit in de publieke zaak in ons land geen issue was. Veel affaires en een aantal parlementaire onderzoeken verder weten we helaas wel beter. Hoewel GRECO van de Raad van Europa Nederland veel complimenten heeft gemaakt over de integriteit van ons politiek-bestuurlijke bestel, was er volgens onze fractie alle reden om de aanbevelingen van GRECO serieus te nemen en op te volgen. Niet omdat wij grote problemen zien, dat zijn we met GRECO eens. Wel omdat de beste garantie voor integriteit een permanente dialoog over het onderwerp is. Integriteit zit hem niet alleen in regels die netjes worden afgevinkt. Integriteit is een attitude: je leeft als parlementariër voorbeeldig, betrouwbaar en transparant. Die attitude blijft het best bij de tijd en actueel als wij als leden van dit huis het gesprek met elkaar over dit onderwerp nooit uit de weg gaan.

Onze fractie wil de commissie-Bröcker, die namens ons allen met de aanbevelingen van GRECO aan de slag is gegaan, graag complimenteren met haar werk. Haar verslag is een uitstekende bijdrage aan de blijvende dialoog over integriteit van Kamerleden. Wat onze fractie betreft nemen we met zijn allen de conclusies van de commissie-Bröcker integraal over. Laten we hopen dat de Tweede Kamer snel met haar verslag volgt, dan kunnen beide worden samengevoegd en opgestuurd naar de Raad van Europa.

We zijn blij dat in het verslag de bijzondere positie van Eerste Kamerleden als deeltijdpolitici wordt benadrukt. Politici in deeltijd zijn in Nederland overigens de regel, de fulltimers van de overkant zijn de uitzondering. Dat vinden wij heel waardevol. Eerste Kamerleden staan namelijk midden in de samenleving. Maar die positie vereist ook dat we extra aandacht besteden aan mogelijke verwijten van belangenverstrengeling. Zelfs de schijn daarvan moeten we als Eerste Kamer niet op ons willen laden. Vanzelfsprekend staat de individuele verantwoordelijkheid van Kamerleden daarbij voorop, maar het is ook een collectieve verantwoordelijkheid. Want grensoverschrijdend gedrag van een van ons straalt negatief af op ons allen en op het instituut Eerste Kamer.

Wij zijn het dan ook zeer eens met de aanbeveling van de commissie-Bröcker om als fracties onze eigen afspraken over integriteit op papier te zetten en openbaar te maken. De commissie stelt dat het aan de fracties zelf is om dergelijke leidraden vast te stellen. Wat onze fractie betreft horen afspraken over woordvoerderschappen en maatschappelijke activiteiten daar bij. Juist daarop moeten wij als Eerste Kamerleden in alle openbaarheid aanspreekbaar willen zijn. Wij zullen als PvdA-fractie daarom de goede suggestie van de commissie volgen en onze interne afspraken over woordvoerderschappen en maatschappelijke activiteiten zo snel mogelijk op papier zetten en publiceren. We roepen al onze collega's op om hetzelfde te doen. Nogmaals, niet omdat zaken niet zouden deugen, maar omdat de essentie van een integere attitude is dat je geen enkele vraag uit de weg gaat en bereid bent om openheid te verschaffen over de criteria die je intern gebruikt. Immers, bij een echt waardevol gesprek over integriteit is niet alleen een debat over de uitkomst van metingen van belang, maar ook een debat over de meetlat zelf.