Plenair Van Beek bij behandeling Programmatische aanpak stikstof



Verslag van de vergadering van 9 september 2014 (2013/2014 nr. 39)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.47 uur


De heer Van Beek i (PVV):

Voorzitter. Na de emotionele herdenking van onder andere collega Witteveen valt het ook mij zwaar om over te gaan tot de orde van de dag, maar dat zullen wij in ieders belang toch moeten doen. Bij dezen.

Aan de orde is een wetsvoorstel tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 inzake een Programmatische Aanpak Stikstof. Nederland heeft op grond van alweer bindende Europese richtlijnen de plicht om de doelstellingen van het programma Natura 2000 te halen. Natura 2000 is de benaming voor een Europees netwerk van natuurgebieden waarin belangrijke flora en fauna voorkomen. Het programma wil de biodiversiteit, flora en fauna duurzaam beschermen. In juridische zin komt Natura 2000 voort uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. In Nederland worden deze richtlijnen vertaald in de Natuurbeschermingswet. Nadat een gebied als Natura 2000-gebied is aangewezen door de staatssecretaris wordt voor elk Natura 2000-gebied een beheerplan opgesteld. Hierin staat wat er moet worden gedaan en moet worden nagelaten om de natuurdoelen voor dat gebied te halen. De beheerplannen zelf worden opgesteld in overleg met eigenaren, gebruikers en betrokken overheden, vooral gemeenten, waterschappen en provincies.

Het voorliggende wetsvoorstel beoogt de stikstofuitstoot en stikstofdepositie terug te dringen in de kwetsbare Natura 2000-gebieden in Nederland. Tegelijkertijd kan er ontwikkelingsruimte gecreëerd worden voor projecten en andere handelingen die weliswaar bijdragen aan de stikstofbelasting, maar de doelstellingen met betrekking tot instandhouding van natuurwaarden niet in gevaar brengen. De programmatische aanpak bevat maatregelen om beide doelstellingen te bereiken.

De kern van de programmatische aanpak bestaat uit het maken van bindende afspraken om het stikstofprobleem aan te pakken op landelijk en provinciaal niveau en per Natura 2000-gebied, samen met sectoren zoals landbouw, industrie en vervoer, die alle met hun activiteiten bijdragen aan stikstofemissie. Dit klinkt ons in de oren als duur polderen, en wij vragen ons af of de staatssecretaris een inschatting kan geven van de kosten en de lasten die het met zich meebrengt om op al die niveaus en met al die verschillende sectoren te overleggen over die bindende afspraken. Met lasten bedoel ik met name, maar niet uitsluitend, bestuurlijke lasten, administratieve lasten en beheerslasten die het in stand houden van de programmatische aanpak voor de verschillende sectoren en deelnemers met zich meebrengt.

Een tweede vraag die hiermee verband houdt, is wat de staatssecretaris aan onderzoek heeft gedaan om op alternatieve manieren de kosten en bureaucratie rondom het beheer en het in stand houden van de Programmatische Aanpak Stikstof te beperken. Het ontplooien van activiteiten in een klein land als Nederland stuit al gauw op bezwaren van bijvoorbeeld omwonenden, milieuclubs en andere belanghebbenden. Het zal niemand verbazen dat de PVV vooral ook ondernemerschap wil blijven stimuleren, omdat we daarmee ons land in stand houden en de rekeningen betaald krijgen. Binnen de Programmatische Aanpak Stikstof is er ontwikkelingsruimte voor activiteiten die passen binnen de gestelde doelen van het betreffende Natura 2000-gebied. Om te monitoren of doelstellingen gehaald worden, is het reken- en registratiemodel AERIUS opgesteld. Op basis van een veelheid aan aannames en variabelen wordt er bekeken of een bepaalde nieuwe activiteit binnen de ontwikkelingsruimte past.

De fractie van de PVV hecht eraan dat er met name voor ondernemers in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden niet alleen ruimte komt voor nieuwe initiatieven, maar ook voldoende rechtszekerheid is voor ondernemers inzake het voortbestaan van hun onderneming. Dit gaat vooral spelen op het moment dat het rekenmodel AERIUS en de daadwerkelijke resultaten van metingen bijvoorbeeld laten zien dat de stikstofdepositie niet stabiliseert, of dat die zelfs toeneemt. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn als gevolg van nieuwe stikstofbelastende activiteiten net over de landsgrens of net over de provinciegrens, waarbij wij stikstof importeren die neerslaat in een Nederlands Natura 2000-gebied. Ik hoor graag van de staatssecretaris op welke manier zij ondernemers in Natura 2000-gebieden kan garanderen dat in eerdergenoemd voorbeeld de Nederlandse ondernemer niet de dupe wordt van geïmporteerde stikstofemissies. Het eerder gegeven antwoord van de staatssecretaris dat Nederland in zijn geheel een netto-exporteur van stikstofemissie is, volstaat hierbij niet.

Naast het beschikbaar komen van ontwikkelingsruimte voor activiteiten en projecten in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden vindt de fractie van de PVV het van groot belang dat de snelheid van de vergunningverlening toeneemt. Dit geeft de betreffende ondernemer vertrouwen en voorkomt frustraties over langdurige procedures en bezwaarperiodes. Ik vraag de staatssecretaris dan ook ten eerste om erop toe te zien dat er in de procesmatige inrichting van de PAS voldoende aandacht gaat naar een doelmatig en efficiënt vergunningstelsel, zodat een vergunning zonder onnodige vertraging verleend kan worden. Ten tweede vraag ik de staatssecretaris om in de evaluatie van de PAS die zij al heeft toegezegd, nadrukkelijk te bekijken of de vergunningverlening inderdaad sneller en efficiënter gestalte heeft gekregen.

Een programmatische aanpak zoals nu voorligt klinkt mooi en is dat misschien ook wel, als alle aannames omtrent emissies en effecten op natuur zich ook daadwerkelijk in de praktijk zullen voordoen. Mijn fractie is sceptisch. Nu al zien we dat de berekende daling van de ammoniakconcentratie niet ondersteund wordt door metingen. Ik verwacht dat dit verschijnsel eerder regel dan uitzondering zal zijn, omdat de werkelijkheid zoals die zich voordoet in de tijd, zich slecht in een computermodel laat vangen. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat we constant achter de feiten aanlopen en het rekenmodel blijven aanpassen, met alle onzekerheden van dien voor ondernemers in de betreffende Natura 2000-gebieden. Ik vraag de staatssecretaris dan ook nadrukkelijk hoe zij in voorkomende gevallen de belangen van de ondernemers in de Natura 2000-gebieden voldoende waarborgt en op welke manier zij ervoor gaat zorgen dat de continuïteit van de bedrijvigheid en de investeringsbereidheid in bijvoorbeeld het Rotterdamse havengebied niet in gevaar komt door de Programmatische Aanpak Stikstof zoals die nu in de deze Kamer voorligt.

De heer Koffeman i (PvdD):

De heer Van Beek zegt dat er niet wordt gemeten maar berekend, en dat ondernemers daarvan de dupe zouden kunnen worden. Is het de heer Van Beek echter bekend dat die ondernemers eigenlijk helemaal niet zoveel voelen voor het meten? Het zou natuurlijk heel goed zijn als we meting verplicht zouden stellen bij alle bronnen van stikstof. Is de heer Van Beek daar voorstander van?

De heer Van Beek (PVV):

Daar zijn wij zeker voorstander van, maar het punt dat ik probeer te maken, is dat ik verwacht dat er verschil zal optreden tussen wat we daadwerkelijk meten en wat er in de rekenmodellen van AERIUS is gestopt. Dat leidt tot onzekerheid.

De heer Koffeman (PvdD):

Dat is een begrijpelijke twijfel, die breed leeft en waarvan je zou kunnen zeggen dat het onze taak is om de wet te toetsen op handhaafbaarheid. Op het moment dat hij niet handhaafbaar is, is het dus een slechte wet. Deelt de heer Van Beek die mening met mij?

De heer Van Beek (PVV):

Wij vinden het geen slechte wet. Mijn collega in de Tweede Kamer heeft het een "second best"-optie genoemd, omdat het voor de fractie van de PVV van enorm groot belang is dat er daadwerkelijk ontwikkelingsruimte wordt gecreëerd voor activiteiten. Anders zouden we met de situatie kunnen worden geconfronteerd dat het PAS-programma verstikkend zou kunnen werken op de bedrijvigheid. Collega Flierman gaf daarover al een kleine uitweiding. Vandaar dat wij zeker niet tegen deze wet zijn.