Verslag van de vergadering van 23 september 2014 (2014/2015 nr. 1)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.10 uur
Mevrouw Quik-Schuijt i (SP):
Voorzitter. Complimenten aan de staatssecretaris voor de inzet en het enthousiasme waarmee hij dit wetsvoorstel heeft verdedigd. Ik moet toch zeggen dat ik daardoor in verwarring ben geraakt. Voor een groep mensen zijn alle mogelijkheden om vanuit de intramurale fase te wennen aan terugkeer in de samenleving definitief afgesloten. De staatssecretaris lijkt te zeggen dat dit helemaal niet zo is, maar het is wel zo. Dat betekent dat gehospitaliseerde mensen, die lang tussen de muren hebben gezeten en weinig beslissingen voor zichzelf hebben kunnen nemen, op een onverantwoorde manier terugkomen in de samenleving. De SP-fractie vindt ook dat je niemand op mag geven. Iedereen moet de kans hebben om te resocialiseren. Dat is ook de opdracht uit het Europees Verdrag en de uitwerking daarvan in de Havana Rules; ik weet niet precies hoe ze heten. Iedereen moet de kans krijgen om te resocialiseren. Dat is niet soft, maar dat is in het belang van de samenleving. Het is al eerder gezegd. De samenleving heeft er belang bij dat iedereen de kans krijgt om zijn leven te beteren.
Een aspect dat onvoldoende is belicht, betreft de mensen die meewerken aan een volgende fase, dus aan promotie, zoals de staatssecretaris het noemt. Met die mensen is iets aan de hand en zij hebben daar hulp bij nodig. Wie wil er nou nog een jaar langer in de gevangenis zitten? Wat is er makkelijker dan je in de gevangenis te conformeren aan wat er van je verwacht wordt, zodat je er zo gauw mogelijk uit komt? Met de mensen die dat niet doen, is iets aan de hand waarmee iets gedaan moet worden. Ik vind het voor de samenleving buitengewoon gevaarlijk om die mensen gewoon maar los te laten op de samenleving omdat ze niet hebben willen promoveren. Het is ook een hele stap terug, want dat is nu juist wat wij doen met die verschillende regimes die nu afgeschaft worden: bekijken wat mensen kunnen met wat ze geleerd hebben binnen de samenleving, en wat ze niet kunnen en wat daaraan nog gedaan kan worden.
Ik zie een ook een soort glijdende schaal ontstaan bij het gebruik van elektronische detentie. Elektronische detentie inzetten in het kader van het resocialiseren tussen de muren van de gevangenis, waarbij iemand een weekend naar huis gaat, is totaal iets anders dan zeggen: je gaat nu voor een jaar naar huis met die enkelband. Ik ben het met de ChristenUnie eens dat dit niet vergelijkbaar is. Er komt een moment waarop je moet zeggen: de administratie is vrij in een bepaalde manier van tenuitvoerlegging van het vonnis, maar de grens is hier absoluut bereikt en dus moet dit aan de rechter worden voorgelegd. De SP-fractie blijft daarbij.
De voorzitter:
Kunt u zo langzamerhand afronden, mevrouw Quik?
Mevrouw Quik-Schuijt (SP):
Nou, ik zal eens even kijken. Ja, het enige wat ik nog wil zeggen, is het volgende. De staatssecretaris komt steeds terug op de adviezen die in 2007 zijn gegeven over de elektronische detentie, maar de tijden veranderen wel. Als mensen nu bijvoorbeeld de keuze zouden hebben tussen dit systeem en het vervangen van de korte gevangenisstraf door elektronische detentie, denk ik dat de adviezen er anders zouden uitzien. Ik ben benieuwd naar de antwoorden van de staatssecretaris.