Plenair Van Boxtel bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2014 (2014/2015 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.03 uur


De heer Van Boxtel i (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister-president zeer hartelijk voor zijn uithoudingsvermogen en zijn pogingen om op alle onderwerpen te reageren.

Laat ik beginnen met de langetermijnvisie op duurzame energie en energiebesparing. Ja, er is een energieakkoord. Ja, er zijn normen afgesproken om die te halen. Ja, er was een rapport waarin stond dat het nooit gaat lukken als het zo doorgaat. Ik roep in herinnering dat ik drie jaar geleden bij de Algemene Beschouwingen toenmalig minister van Economische Zaken Verhagen vroeg of de 14% wel reëel was. O, dat was echt geen probleem. Ik hoefde er niet aan te twijfelen. We zijn drie jaar verder en nu worden de noodklokken geluid. Minister Kamp heeft vorige week gezegd: ik denk dat we het nog met een heleboel extra inspanning kunnen halen. Ik heb hem gevraagd waar die inspanning uit bestaat, maar daar moeten we nog even naar gissen. Mijn vraag was bedoeld om voorbij die datum van 2020, voor de langere termijn, een kosteneffectieve visie van dit kabinet te krijgen op opwekking van duurzame energie en op energiebesparing. Waarom heb ik die vraag zo gesteld? Het verleden heeft altijd geleerd dat wij grote noodzakelijke omslagen in Nederland altijd te laat maken. Dan gaat het schoksgewijs en met ontzettend veel pijn voor óf de huishoudelijke portemonnee óf het bedrijfsleven, dat de klap in een keer niet kan maken. Ik hecht eraan dat de minister-president in tweede termijn antwoord geeft op die vraag over de langeretermijnomslag. Ik zou het liefst wegblijven van het vragen om een Kameruitspraak, maar ik begrijp niet waar de latentie zit bij het kabinet om te zeggen: wij zouden dit prima willen neerleggen in beide Kamers, zodat we het goed doen voor de langere termijn. Die verantwoordelijkheid heeft het kabinet ook op weg naar de toekomst.

Ik kom te spreken over de staatscommissie van de heer Hermans. Het is goed dat er geen motie over is ingediend, maar dan vraag ik toch nog een keer aan hem, maar ook aan de minister-president, of ik de samenvatting goed heb begrepen dat we het doen in de vorm van een tweetrapsraket. Eerst vindt er een overleg van fractievoorzitters in Eerste en Tweede Kamer plaats met steun en betrokkenheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarna komt er een formule op papier waarover eventueel een staatscommissie zich kan buigen. Ik hecht er zeer aan dat het dit is.

Ik ben verheugd dat het kabinet geen voornemen heeft om verder te bezuinigen op de kunst- en cultuursector. Garanties wilde de minister-president niet geven, maar die uitspraak neem ik toch zo zwaar dat deze sector het laatst aan bod komt als het anders zou moeten zijn, en het liefst helemaal niet meer. Ik zie de minister van Financiën inspannend op zijn Indiaas knikken. Dat is nee, of ja, hè? Nee? Oké. Ik blijf bij de woorden van de minister-president.

Ik ben echt geschrokken van de makkelijke uitspraak van de minister-president over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Op de vraag of hij afstand neemt van de premier van Zweden, antwoordde hij ja. Maar toen ik vroeg of hij het toch niet geboden vond om daar iets meer druk op te zetten, zodat we uiteindelijk wel tot een tweestatenoplossing komen, antwoordde hij: ik vind dat op dit moment niet goed, want dat zou niet goed zijn voor Israël. Dat heb ik echt niet begrepen. Ik zie de lichaamstaal van de minister-president, maar zo heeft hij het echt gepareerd. Ik begrijp dat gewoon niet. Ik hecht zeer aan de veiligheid en de rust voor de staat Israël en al zijn inwoners in een democratisch land. Ik hecht echter ook aan verdere stappen op weg naar de komst van een Palestijnse staat. Dit is bij uitstek een conflict dat zich al dan niet terecht doorvertaalt tot in Nederlandse wijken. Het is echt een onderwerp waarbij ik meer urgentie van het Nederlandse kabinet vraag om er verdere stappen in te zetten. Ik vond dat de minister-president erg op de oppervlakte bleef.

Voor de rest wens ik het kabinet het komend jaar weer heel veel succes.