Plenair Ter Horst bij behandeling



Verslag van de vergadering van 4 november 2014 (2014/2015 nr. 6)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.20 uur


Mevrouw Ter Horst i (PvdA):

Voorzitter. Ook mijn felicitaties aan de heer Kops. Hij wordt natuurlijk helemaal verlegen van al deze collegiale felicitaties, maar toch. Hartelijk dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen.

Ik gebruik deze tweede termijn om te zeggen dat de Partij van de Arbeid-fractie het van groot belang blijft vinden om de illegale, criminele hennepteelt in Nederland aan te pakken, mocht daarover onduidelijkheid bestaan. Onze beoordeling is dat de effectiviteit van dit wetsvoorstel zo gering is ten opzichte van de bestaande wetgeving dat de Partij van de Arbeid-fractie niet tot een positief oordeel kan komen. Maar wij willen altijd graag ons ongelijk bewezen zien. Ik vraag de minister dan ook of hij bereid is om deze Kamer over een bepaalde periode, zeg over een jaar, te laten weten hoeveel zaken er op grond van dit nieuwe artikel 11a in de Opiumwet zijn geweest.

Ik weet dat de minister deze koppeling niet graag ziet, maar onze beoordeling van dit wetsvoorstel staat ook niet geheel los van onze beoordeling van het softdrugsbeleid. Ik hoop dat daarvoor begrip bestaat bij de minister. Wij zijn van oordeel dat het huidige beleid zijn functie heeft gehad, maar dat het is vastgelopen. Het kent zoveel negatieve kanten dat het naar onze mening noodzakelijk is om de bakens te verzetten en tot een nieuw, modern softdrugsbeleid te komen.

Wij hebben de minister, ook in deze Kamer, gevraagd om een toekomstbestendige visie. Ik moet concluderen dat hij erg consistent is, want zijn antwoord is hetzelfde als in de Tweede Kamer. Hij verwees naar het regeerakkoord, het terugdringen van de criminaliteit en van de overlast. Nogmaals, wij zijn het met die doelstellingen eens, maar wij vinden dat het beleid die doelstellingen onvoldoende dient. Ik zal hierover een motie indienen. Door te verwijzen naar de commissie-Van de Donk, suggereerde de minister dat hij zei: hè, weer een commissie. Dat gaat niet helemaal op, want de commissie-Van de Donk adviseerde in 2009. Die adviezen waren zeker waardevol, maar zij bevinden zich binnen de grenzen van het huidige softdrugsbeleid. Volgens de Partij van de Arbeid is het noodzakelijk om over die grenzen heen te kijken, om echt een poging te wagen om tot een toekomstbestendig softdrugsbeleid te komen. Daarmee sluit ik af, nadat ik de motie heb overhandigd.

De voorzitter:

Door de leden Ter Horst, Thom de Graaf, Ruers, De Boer en Nagel wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende

dat het huidige softdrugsbeleid er niet in slaagt de grootschalige hennepteelt aan te pakken;

dat het huidige softdrugsbeleid er niet in slaagt om de georganiseerde misdaad buiten de productie en handel in softdrugs te houden;

dat veel burgemeesters zich zorgen maken over wietplantages van particulieren in kelders, garages en schuurtjes in woonbuurten;

dat veel burgemeesters zich zorgen maken over de aantasting van de integriteit in hun gemeente door vermenging van boven- en onderwereld;

dat het huidige softdrugsbeleid er niet in slaagt om problematisch softdrugsgebruik door met name jongeren tegen te gaan;

dat het huidige softdrugsbeleid van voordeur en achterdeur zo sterk onder druk staat dat rechters geen straf meer opleggen;

dat het huidige softdrugsbeleid niet tot in de oneindigheid zo kan doorgaan;

verzoekt de regering, een commissie in te stellen om haar te adviseren over het toekomstige softdrugsbeleid in Nederland dat effectief de criminaliteit bestrijdt en de volksgezondheid dient,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter L (32842).