Plenair Elzinga bij behandeling Verzamelwet pensioenen 2014



Verslag van de vergadering van 2 december 2014 (2014/2015 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.55 uur


De heer Elzinga i (SP):

Voorzitter. Ik wil het in tweede termijn heel kort houden. Ik vrees dat ik niet wijzer ben geworden in deze plenaire behandeling. Ik heb goed geluisterd naar de antwoorden. Het meeste daarvan heb ik al kunnen lezen in de schriftelijke voorbereiding en behandeling tot nu toe. Op mijn vraag of er een advies is van de Raad van State, is gezegd dat dat er inmiddels wel is. Dat is een geruststelling, maar dat advies is niet openbaar en helpt ons dus niet bij dit debat. Was dit een apart wetsvoorstel geweest, dan was het advies van de Raad van State wel openbaar. Op mijn vraag of daar intern in het kabinet een deadline voor geldt, hoor ik dat zo'n traject meestal drie maanden duurt. Dan denk ik: dat had wel gepast. Er zijn vaker wetsvoorstellen in april ingediend die toch per 1 januari fatsoenlijk kunnen ingaan. Het advies dat er wel is, helpt ons niets. Ik hoor wel de hint dat het advies geen aanleiding heeft gegeven tot een aanpassing, maar het gebeurt natuurlijk in de Eerste Kamer wel vaker dat we naar een wetsvoorstel kijken en dat er geen of hooguit wat redactionele aanpassingen zijn op basis van toch vrij serieuze vraagtekens die de Raad van State heeft geplaatst en waar wij vervolgens hier een stevig debat over kunnen voeren. Veel van de vragen uit de Tweede Kamer en uit de schriftelijke voorbereiding op dit debat gingen nu juist over de juridisch ingewikkelde gevallen tussen enerzijds vrijwillige deelname aan de nettolijfrente in de derde pijler en het nettopensioen in de tweede pijler, met een verplichte regeling. Ik ben blij dat er voor een van de groepen die daardoor evident in de problemen kan komen, alsnog nader onderzoek is toegezegd.

Ik denk dat de onduidelijkheid op dit snijvlak en het bijhorende spanningsveld wel groter is dan dat. Ik vroeg specifiek naar de Belastingdienst. Daarbij werd ik in één zin verwezen naar het feit dat de fiscale behandeling onder de staatssecretaris van Financiën valt en bij het Belastingplan geregeld wordt. Daarover kan over twee weken in deze Kamer gesproken worden met de staatssecretaris van Financiën. Ik wilde graag een toelichting horen die wat verdergaat dan dat de Belastingdienst geen onoverkomelijke bezwaren zag. Het antwoord op mijn vraag over de Raad van State houdt precies daar op: het advies geeft geen aanleiding tot aanpassing. En mijn vraag over de reactie van de uitvoerders en de deelnemers in de pensioenfondsbesturen houdt ook precies daar op: zij zagen geen problemen. Ik vrees dat ons dat werkelijk niets helpt bij het verkrijgen van de duidelijkheid die ik had gehoopt in dit debat nog wel te krijgen. Ik tast nog evenzeer in het duister.