Plenair Ruers bij behandeling Begroting Veiligheid en Justitie



Verslag van de vergadering van 13 januari 2015 (2014/2015 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.06 uur


De heer Ruers i (SP):

Voorzitter. Ik wil de minister en de staatssecretaris bedanken voor hun uitgebreide en boeiende antwoorden. Ik heb veel gehoord. Dat betekent niet dat ik het in alles met de minister en de staatssecretaris eens ben. Ik heb heel veel goede dingen gehoord in wat zij ons vandaag verteld hebben. De zaken zijn wat mij betreft op een aantal punten een stuk duidelijker geworden. Mijn dank daarvoor.

Ik was ook zeer gecharmeerd van de opmerkingen die de minister maakte over het belang van de rechtsstaat en het feit dat hij daar pal voor staat. Ik heb hem dat deze week ook op de televisie horen zeggen nadat hij was teruggekeerd uit Parijs. Ik denk dat we niet genoeg kunnen benadrukken hoe belangrijk de rechtsstaat voor ons allen is. In dat kader heb ik ook in mijn eerste bijdrage gezegd dat de rol van de senaat als bewaker van de kwaliteit van de rechtsstaat van belang is. Als ik het me goed herinner, is dat een jaar of twee geleden in de commissie V&J voor deze Kamer aanleiding geweest om te zeggen: we moeten eens een keer dieper ingaan op en een beleidsdebat voeren over de rol van de rechtsstaat, en dan met name de staat van de rechtsstaat. Dat heeft begin vorig jaar geleid tot het debat met Corstens en anderen, en tot een later debat op 24 november.

Als we terugkijken, denk ik dat we dat als commissie zeer terecht hebben aangekaart en dat het winst is geweest voor ons allemaal, wat je ook van de uitkomst vindt. We hebben er heel veel van geleerd. Ik moet zeggen dat ik zelf vaak getroffen was door de inbreng van allerlei experts die hier kwamen. Dat was vooral in het begin van vorig jaar het geval, toen Corstens en de zijnen hier waren. Het was frappant hoezeer zij aan die rechtsstaat hechtten en ook hoe zij ons duidelijk maakten dat er gevaren waren voor die rechtsstaat. Daarvan uitgaande zou ik willen zeggen: we hebben al gezien dat er geen rechtsstaat is zonder democratie. Het omgekeerde geldt ook: geen democratie zonder rechtsstaat. Wil je in een rechtsstaat het recht handhaven, dan moet ook de toegang tot de rechter voldoende gewaarborgd zijn. Daar heb ik grote zorgen over.

Ik verdenk de regering of de minister er niet van dat zij die toegang direct willen wegwerken. Ik vind echter wel dat zij er te weinig zorg en oog voor hebben dat de rechtsstaat onder vuur ligt. Hans Franken zei al dat Justitie in de kou staat. Ik vind dat precies het gevaar. Het ijs is heel dun. Op een aantal punten hebben de deskundigen dan ook gezegd dat we gewoon door de bodem zijn gezakt. Ik deel dat. Je laat daarmee iets heel belangrijks als de rechtsstaat uit je vingers glippen. Dat zou ik heel erg jammer vinden. Ik denk dan: je moet weten waar de rechtsstaat voor staat en dat mag je niet zien als koopwaar of als de aanschaf van iets, zoals Corstens dat zei. Het gaat om de grondbeginselen van onze samenleving. Daar moeten we voor staan, pal voor staan. Daar moet je ook wat voor over hebben. Je moet minstens zeggen: het moet kosten wat het dan ook kost. Je kunt niet zeggen: we hebben even geen geld, dus we schaffen de rechtsstaat een beetje af, of we laten de rechtsstaat teloorgaan. Dat moet niet gebeuren.

Ik ben daarom blij met de motie die collega Franken heeft ingediend. Wij staan daar helemaal achter. Wij denken namelijk dat het alleszins de moeite waard is om extra geld binnen te halen om de rechtsstaat, die ons zo dierbaar is, overeind te houden. Ik kom daar later nog even op terug.

Vorig jaar hebben we de motie-Franken bij meerderheid aangenomen. Ik heb haar in eerste instantie ook al voorgelezen. De regering werd daarin verzocht om te onderzoeken op welke wijze een voorziening kan worden getroffen waardoor een rechtzoekende, wiens verzoek tot verwijzing naar de rechter door het Juridisch Loket is afgewezen, toch een direct beroep op de rechter kan doen, zodat laatstgenoemde vervolgens zelf kan beslissen of betrokkene alsnog voor vergoeding van rechtsbijstand in aanmerking komt.

Daarna zijn er brieven gewisseld over deze motie. In de memorie van toelichting op dit punt zien we dat de motie in feite genegeerd wordt. Ze wordt weggeschreven. In de memorie van toelichting staat: "Op het moment dat een rechtzoekende juridisch advies wil over een weigering van een aanvraag, kan hij proberen een advocaat te vinden die bereid is naar zijn zaak te kijken en bezwaar in te dienen. De advocaat kan met de rechtzoekende afspreken dat, als het bezwaar gegrond wordt verklaard, de betreffende advocaat de zaak verder in behandeling krijgt. De motie-Franken — die ik net noemde — roept op tot het doen van een onderzoek naar een bijzondere voorziening voor rechtsbescherming tegen een besluit in het kader van selectie aan de poort. Omdat wordt aangesloten op de gebruikelijke Awb-procedure, waarmee reeds is voorzien in een effectieve rechtsbescherming tegen besluiten op aanvragen tot verlening van rechtsbijstand, zijn geen bijzondere rechtsmiddelen nodig."

Met andere woorden: de regering vindt dat dit kan. Je mag iemand gewoon afwijzen. Hij krijgt dan geen mogelijkheid om daartegen in beroep te komen. Dit betekent in feite dat een rechtzoekende die wordt afgewezen door het Juridisch Loket de Awb-procedure zelf moet aangaan, zonder juridische bijstand. Laten we wel wezen: dat zal het overgrote deel van de mensen gewoon niet kunnen. Dat is te lastig. Dat is veel te ingewikkeld. Dit betekent dat je de toegang tot het recht voor deze burgers in feite illusoir maakt. Daarmee is niet alleen de motie-Franken opzij gezet. We hebben daarmee ook een gat geslagen in de fundamentele rechtsbescherming. Dat mag in deze rechtsstaat volgens mij niet gebeuren. Het gebeurt niet omdat de regering slechte bedoelingen met deze mensen heeft, maar omdat men zegt dat we er het geld niet voor hebben. Ik vind dat een heel trieste zaak. Hier wordt een grens overschreden.

Een ander punt dat ik nog wilde aankaarten is de lijst met bezuinigingen die collega Franken noemde. Die hebben wij ook gezien. Dat zijn er inderdaad behoorlijk wat. Er worden ernstige zaken in genoemd. Zo noemde ik net het noodzakelijkheidscriterium en de poortwachtersfunctie, die veel zwaarder wordt. Dat zijn allemaal barrières die naar mijn idee de toegang tot het recht zoals het Europese Verdrag dat ons leert, overschrijden. Dit is in strijd met het EVRM. Ik vind dat dit in een goede rechtsstaat niet kan.

Bij de bezuinigingen die voorgedragen worden, heb ik nog één punt op te merken. Dit gaat stapje voor stapje. Veel regelingen komen steeds terug als een stukje van een worst, als bij een salamitactiek. Er komt nog eens een stuk en nog eens een stuk, maar al met al wordt over de hele linie toch met forse bedragen bezuinigd. Je kunt het zo gek niet bedenken of er wordt in gesneden. Je ziet dan eigenlijk de rechtsstaat over de hele linie wegzakken tot onder de kritieke grens. Wij zouden daar heel hard tegen willen pleiten.

Ik kom dan bij het slot. Naar onze mening is er te weinig financiële ruimte in de begroting. Ik kan me voorstellen dat de regering dat niet heeft voorzien toen ze twee of drie jaar geleden haar plannen opstelde. Nu stellen we vast dat de financiële ruimte te krap is. Dat brengt schade toe aan de rechtsstaat. Ik denk dat het heel verstandig zou zijn als de minister gewoon tegen de regering zou zeggen: we hebben het extra geld nodig en we kunnen dat zelf niet opbrengen zonder schade toe te brengen aan de rechtsstaat en het werk van ons ministerie; zorg dat wij dat extra geld krijgen. Ik weet zeker dat als de minister zich daar sterk voor maakt, het hem zal lukken om dat geld te krijgen, zeker omdat hij zo'n prachtig betoog voor de rechtsstaat heeft gehouden. Je kunt daarmee al die schadelijke dingen voorkomen.

Ik zou het hierbij willen laten. Ik heb nog één puntje. Wij willen volgende week graag hoofdelijk stemmen over dit wetsvoorstel.