Plenair Terpstra bij voortzetting behandeling Taaleis Wet werk en bijstand



Verslag van de vergadering van 10 maart 2015 (2014/2015 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.06 uur


De heer Terpstra i (CDA):

Voorzitter. Ik heb twee vragen gesteld aan de staatssecretaris en vier vragen aan GroenLinks. Ik wil zowel de staatssecretaris als mevrouw Strik dankzeggen. Het antwoord van de staatssecretaris op de vraag waarom deze wet er moet komen en waarom de gemeenten dat niet zelf decentraal kunnen regelen, is dat het spreken van de Nederlandse taal eigenlijk een eis is van nationaal belang. De uitvoering daarvan wordt overgelaten aan de gemeenten. Vanuit deze redenering kun je uiteraard eeuwig blijven discussiëren, maar ik stel vanavond dat we met deze redenering kunnen leven.

In de discussie over inspanningsverplichting versus resultaatsverplichting over een aantal jaren was mijn redenering heel sterk gekoppeld aan de wijziging van het beleid in Nederland voor immigranten. De staatssecretaris heeft de doelgroep terecht verbreed naar iedereen die laaggeletterd is. Wat ons betreft speelt deze zaak op de langere termijn. Ik vind dat je geen ruzie moet maken over hetgeen er op de langere termijn moet gebeuren. De staatssecretaris stelt dat het met name gaat om een grotere groep laaggeletterden in onze maatschappij. Voor die groep kunnen wij leven met de gedachte van de staatssecretaris dat een inspanningsverplichting voldoende is en dat een resultaatsverplichting voor deze groep misschien een onjuiste uitwerking zou kunnen hebben. Wij kunnen hierin dus meegaan met de staatssecretaris. Ik ben in een zeer milde bui.

Dan kom ik op de vraag of de gemeenten per definitie voorzieningen moeten bieden aan de bijstandsgerechtigde. Wij willen deze zaak niet op nationaal niveau regelen. De Wmo staat in andere sectoren weliswaar ter discussie, maar hierin wordt wel steeds meer uitgegaan van de vraag wat de cliënt nodig heeft. Er wordt steeds minder uitgegaan van de vraag welke voorzieningen de gemeente in de aanbieding heeft. Deze gedachte willen wij ook toepassen op het onderhavige onderwerp van vanavond. Ook hierbij pleiten wij voor maatwerk.

Mijn vragen aan mevrouw Strik zijn naar mijn idee, maar dat is uiteraard subjectief, niet zodanig beantwoord dat wij van mening zijn veranderd. Naar onze mening vindt GroenLinks te snel dat maatregelen die bedoeld zijn om de positie van de doelgroep te verbeteren, leiden tot indirecte discriminatie en daardoor in strijd zijn met internationale verdragen. Deze redenering kunnen wij niet volgen.