Plenair Holdijk bij Interpellatie-Koffeman



Verslag van de vergadering van 17 maart 2015 (2014/2015 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.46 uur


De heer Holdijk i (SGP):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar inbreng in eerste termijn. Ik zou van mijn kant eigenlijk alleen maar een soort randopmerking willen maken, zonder dat die leidt tot nadere vragen.

Ook mijn fractie heeft de wet van 1 januari jongstleden van harte gesteund en blijft dat doen. Wij moeten hier niet over de inhoud van een nog niet voorgehangen AMvB debatteren. Die verleiding is er natuurlijk, ook voor mij, maar ik probeer die verleiding te weerstaan. Niettemin voeren wij een serieus debat. Ik heb mij echter nooit zo verontrust gevoeld door het feit dat de AMvB niet voor 1 maart of in maart is voorgehangen. Ik herinner mij een brief, een van de eerste van de staatssecretaris, van 11 december vorig jaar, waarin zij eindigt met te zeggen: "Ik verwacht de AMvB die de juridische uitwerking bevat in drie tot vier maanden bij beide Kamers te kunnen voorhangen". Dat de AMvB niet per 1 april in werking zou treden heeft bij mij nooit vragen opgeroepen, temeer niet waar wij vaststellen dat de AMvB terugwerkende kracht zal hebben. Dat betekent niet dat wij geen spoed moeten betrachten of niet zorgvuldig moeten zijn maar gegeven het feit dat het zelfs denkbaar is dat een van de Kamers deze materie bij wet geregeld wil hebben, moeten wij ons wat kalm houden en ons niet zo opwinden over het feit dat de AMvB niet voor 1 april, laat staan voor 1 maart is voorgehangen. Dat is wat ik als randopmerking heb bedoeld.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de staatssecretaris van Economische Zaken.