Verslag van de vergadering van 8 december 2015 (2015/2016 nr. 11)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 21.50 uur
De heer Schaap i (VVD):
Voorzitter. Ook ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Ik ben onder de indruk gekomen van de deskundigheid waarmee hij dit heeft gedaan en van de grote betrokkenheid bij het heel brede kader waarin deze natuurwetgeving plaatsheeft. Wetende dat de staatssecretaris uit een heel andere hoek van het maatschappelijke slagveld komt, vind ik het knap hoe snel hij zich heeft ingewerkt.
Het vertrouwen dat de staatssecretaris in de provincies uitspreekt, doet mij erg goed. In feite geeft het Rijk iets uit handen in het volle vertrouwen dat het decentraal wordt ingevuld. Ik ben ook heel blij dat de staatssecretaris daarbij kijkt naar de twaalf provincies afzonderlijk, die het elk voor zich moeten kunnen, maar ook een expliciete verantwoordelijkheid legt bij de twaalf provincies gezamenlijk, zodat het ook een nationaal dekkend provinciaal beleid wordt met de nodige onderlinge afstemming. Ik heb zelf het volle vertrouwen dat dit goed terechtkomt.
Ik had een heel punt gemaakt van de intrinsieke waarde van de natuur in enig wantrouwen hoe je met dit toch wat contradictoire begrip moet omgaan. Ik had vooral problemen met de juridische invulling hiervan en niet met het feit dat er een soort drive is dat je respect voor de natuur moet hebben. Dat mag van mij allemaal, maar als ik het goed heb begrepen, komen we er ongeveer zo uit dat die intrinsieke waarde vooral een zware bestuurlijke impact moet hebben bij het omgaan met natuurbeleid en natuurbeheer, maar dat het niet de bedoeling is dat in alle afwegingszaken die intrinsieke waarde een heel strakke juridische invulling krijgt. Als het zo gaat landen in de Omgevingswet, dan denk ik dat sprake is van gelijkberechtiging met alle andere mogelijke ruimtelijke elementen die in de afwegingsprocessen moeten meespelen. Dan past deze Wet natuurbescherming daarin. Er is dan een evenwicht tussen de bestuurlijke drive, waarbij je vol respect met de natuur omgaat, en de juridisch invulling daarvan, samen met alle andere landschappelijke en ruimtelijke elementen. Zo komen wij eruit.
De heer Kuiper is vooral ingegaan op het handhavingsprobleem. Wij hadden al samen zitten broeden op een eventuele motie. De staatssecretaris heeft gezegd dat hij met provincies en gemeenten in overleg is, dat hij daarin ook een verantwoordelijkheid voelt en dat het er vooral om gaat dat provincies en gemeenten er samen goed uitkomen hoe de gemeenten deze verzwaarde handhavingsverantwoordelijkheid kunnen invullen. Er is namelijk duidelijk sprake van een capaciteitslacune bij de gemeenten; financieel, personeel, maar ook qua kennis. Als in dat gezamenlijke overleg duidelijk blijkt dat provincies en gemeenten hier uitkomen, dan heb ik er het volle vertrouwen in dat dit ook zonder de druk van een motie voor elkaar moet komen. Zo positief vul ik deze toezegging van de staatssecretaris in.