Plenair Vos bij behandeling Wet natuurbescherming



Verslag van de vergadering van 8 december 2015 (2015/2016 nr. 11)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 21.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen over het eerste wetsvoorstel dat wij met hem bespreken in deze Kamer. De staatssecretaris is ingegaan op mijn vragen over de intrinsieke waarde en zegt dat het hele wetsvoorstel daarvan in feite is doordrenkt. Ik spreek hem erop aan dat dit juist het probleem is bij bijvoorbeeld de jacht. Als je dit echt serieus zou menen, zou je volgens mij zo'n wildlijst afschaffen. Ik zie die consequente lijn dus niet. Mijn fractie hecht er nog steeds aan dat er scherper wordt gekeken naar de operationalisering van het begrip "intrinsieke waarde".

De staatssecretaris geeft in algemene zin aan dat dit wetsvoorstel heel veel mogelijkheden biedt. Dat ben ik met hem eens. Alleen moeten die mogelijkheden wel worden gegrepen. Het resultaat is natuurlijk wat telt. Het resultaat is absoluut niet vanzelfsprekend. Op dat punt ben ik niet tevreden met de beantwoording door de staatssecretaris. Hij zegt in feite steeds dat het goed komt, dat de rijksoverheid gaat samenwerken met de provincies, dat iedereen hetzelfde wil en dat de intenties prima zijn. Dat geloof ik allemaal. Dat geloof ik graag. Alleen, nogmaals, de resultaten tellen. Mijn fractie wil borging van die resultaten. Dat is precies wat wij van de staatssecretaris vragen en wat wij van het Rijk vragen. Borg die resultaten en zorg dat u mogelijkheden hebt om in te grijpen als die resultaten er niet komen of sta garant wanneer er financieel absoluut grote gaten vallen.

Op dat punt ben ik minder tevreden met de beantwoording en heb ik nog een aantal aanvullende vragen. Allereerst over actieve soortenbescherming. Dat is precies zo'n onderwerp dat echt uitvoering in de praktijk moet krijgen. Ik vind de staatssecretaris erg vrijblijvend in zijn beantwoording wanneer hij zegt dat de provincies dit mogen bekijken. Ze mogen bekijken hoe ze dat gaan aanpakken, zegt hij. Uiteindelijk moeten daar wel harde doelstellingen en resultaten worden gerealiseerd. Dan is die programmatische aanpak wel een instrument waarmee dit kan gebeuren. Ik zou willen dat dit veel steviger door de staatssecretaris wordt ingezet.

Over de systeemverantwoordelijkheid hebben wij uitgebreid gesproken. Het lijkt mij nog steeds buitengewoon verstandig dat de staatssecretaris, ook al heb je alle vertrouwen in de provincies, uiteindelijk een stok achter de deur heeft als het niet loopt. Die moet hij niet te laat hebben, die moet hij op tijd kunnen inzetten. Ik vind het dus buitengewoon onverstandig dat er op dat punt geen steviger instrument in het wetsvoorstel zit.

Over de monitoring heb ik vragen gesteld. Ik ben blij dat de staatssecretaris zich daarvoor in ieder geval inzet. Ik blijf er wel voorstander van om de informatie gratis ter beschikking te stellen. Ik begrijp dat organisaties die daarvoor kosten hebben gemaakt, daarvoor op de een of andere manier inkomsten moeten ontvangen. Dat is wat anders dan dat de informatie gewoon beschikbaar moet zijn voor iedereen. Ik denk dat dit de handhaving en de monitoring, ook door het brede publiek en door maatschappelijke organisaties, enorm kan versterken.

Nog zo'n punt is het Natuurnetwerk. Ik blijf het buitengewoon vreemd vinden dat de gebieden die niet onder Natura 2000 vallen, in feite onder een zwakker beschermingsregime vallen dan de gebieden die wel onder Natura 2000 vallen. Ik zie daar eerlijk gezegd geen logische redenering voor. De staatssecretaris zegt dat de Vogel- en Habitatrichtlijn daarbij extra is. De Vogel- en Habitatrichtlijn biedt goede bescherming. Waarom zou je het Natuurnetwerk Nederland, dat toch de ruggengraat moet zijn van de natuur in Nederland, niet onder één eenduidig en helder beschermingsregime brengen?

Wat de monitoring van de landschappen betreft, ben ik blij dat de staatssecretaris zegt in gesprek te gaan als dit onvoldoende loopt. Maar nogmaals, mijn fractie ziet daar ook graag resultaat en borging van dat resultaat.

Wat de jacht betreft, zie ik niet hoe op een of andere wijze die vijf wildsoorten nog een maatschappelijk doel dienen. Ook hier zijn de maatschappelijke doelen voor deze soorten hetzelfde als voor alle andere soorten. Waarom komt er niet één regime waarin een aantal maatschappelijke doelen worden geformuleerd? Waarom zou je deze soorten uitzonderen en zoveel makkelijker laten bejagen? Ik deel dat de faunabeheerplannen op zich een vooruitgang zijn, maar ze moeten wel worden ingevuld. Ik ben blij dat de Omgevingswet een-op-een overgaat. Het lijkt mij verder van buitengewoon belang dat de evaluatie eind 2017 zal plaatsvinden, zoals de staatssecretaris heeft gezegd, zodat die kan worden meegenomen bij de bespreking van de Omgevingswet.

Ik eindig met het indienen van een motie omdat ik op het gebied van de handhaving te weinig borging zie en ook te weinig stevige borging hoor in de woorden van de staatssecretaris. Op dat punt heeft mijn fractie grote zorgen.

De voorzitter:

Door de leden Vos, Meijer, Koffeman, Teunissen, Strik en Schnabel wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat goede handhaving van de Wet natuurbescherming cruciaal is voor de effectiviteit van de wet;

overwegende dat de huidige capaciteit voor handhaving van natuurwetgeving onvoldoende is;

verzoekt de regering, haar systeemverantwoordelijkheid voor goede handhaving van de Wet natuurbescherming te nemen en zorg te dragen voor voldoende capaciteit en financiële middelen voor handhaving van de wet;

verzoekt de regering voorts, de kwaliteit en effectiviteit van de handhaving te monitoren en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter H (33348).