Plenair Vos bij voortzetting behandeling Elektriciteits- en gaswet



Verslag van de vergadering van 22 december 2015 (2015/2016 nr. 15)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik kom allereerst terug op het punt van de verkabeling. De minister gaat er in ieder geval voor zorgen dat er meer duidelijkheid komt voor de gemeenten, ook vooraf, zodat zij weten waar zij aan beginnen als zij plannen maken om de hoogspanningskabels onder de grond te brengen. Dat is mooi. Ik was blij dat de minister zei dat hij het heel goed denkbaar vindt dat de provincies bijdragen aan het onder de grond brengen van de hoogspanningskabels en dat hij ervan uitgaat dat dit ook gaat gebeuren. Ik ben blij dat hij dat in deze Kamer zegt. Hij wil het echter niet in een regeling vastleggen en dat vindt mijn fractie jammer. Ziet de minister niet op de een of andere manier een mogelijkheid om in de regeling die hij nog gaat maken, op zijn minst de goede intentie die hij nu uitspreekt, neer te leggen? Op die manier kunnen de woorden van de minister ook daar doorklinken.

De minister heeft duidelijk gezegd dat, als de wet niet zou worden aangenomen en TenneT niet wordt aangewezen, hij er toch voor gaat zorgen dat TenneT ingeschakeld wordt. Ik ben daar benieuwd naar. Blijkbaar heeft de minister een plan B klaarliggen. Wat betekent dat? Kan hij die aanwijzing tijdig regelen en ervoor zorgen dat wind op zee op die manier alsnog zonder vertraging doorgaat? Kan de minister daar alvast iets over zeggen?

Nu kom ik op het groepsverbod. De minister heeft gezegd dat wij bij de scheiding van aan de ene kant productie, handel, levering en aan de andere kant systeembeheer twee belangrijke punten hadden. Het ene punt was dat er absolute leveringszekerheid moet zijn en dat de netten absoluut beschermd moeten zijn. Het andere punt was dat er meer concurrentie in de markt en op de prijs moest komen. Naar mijn idee is dat laatste volop aan de gang in Nederland en ook overal in het buitenland. Er zijn tal van nieuwe bedrijven die initiatieven nemen. Er wordt behoorlijk op de prijs geconcurreerd. Ik heb dus het idee dat daar ook in de huidige feitelijke situatie niets aan hoeft te veranderen.

De belangrijke punten zijn de bescherming en de leveringszekerheid. De minister zegt dat het voor de bescherming van de netten noodzakelijk is dat het groepsverbod er is, omdat de netten onafhankelijk in overheidshanden moeten zijn. De minister heeft mij daar echter niet van kunnen overtuigen. Hij heeft op al de punten die ik heb ingebracht, namelijk antwoorden gegeven die ik gewoon niet overtuigend vind. Want dit is toch vreemd, als de wet- en regelgeving regelt dat er gescheiden boekhoudingen dienen te zijn, dat er transparantie moet zijn, dat er gescheiden rechtspersonen moeten zijn en als ook het privatiseringsverbod is geregeld? De wetgeving die ziet op het financieel beheer van de netbeheerder schrijft ook allerlei zaken voor. Er is bovendien een beleningsverbod. Er is dus een stevig complex aan wetgeving en er is een goede handhaver in Nederland. Maar toch zegt de minister: dit kun je allemaal wel willen, maar de werkelijkheid is anders, dus dit is nodig. Ik vind dat geen overtuigende redenering. Ik heb de minister ook voorgehouden dat de rechter uiteindelijk altijd op basis van de geldende wetgeving kan ingrijpen en besluiten kan terugdraaien. Mijn fractie is er dus niet van overtuigd dat dit absoluut noodzakelijk is.

Vervolgens zegt de minister: de bewijslast ligt bij u, want het groepsverbod is er gewoon en als u dat niet meer wilt, moet u met argumenten komen waarom u dat wilt wijzigen. Nou, dat heb ik gedaan en daar wil ik nog kort op terugkomen. Allereerst zou ik willen stellen dat de netten natuurlijk in publieke handen zijn. Dat is geregeld. Er is een privatiseringsverbod. Dat geldt voor alle netten en dus ook voor de netten die nu bij Eneco en DELTA zijn. Dat zijn gewoon publieke netten en dus zijn ze beschermd door zeer stevige wet- en regelgeving. De minister zegt echter dat hij gewoon geen geïntegreerde bedrijven wil. Dat wil hij met name niet omdat er volgens hem risico's zijn. Mijn fractie bestrijdt zijn redenering juist op dat punt.

Ik wil eerst iets zeggen over de bewijslast. Er ligt inderdaad een uitspraak van de Hoge Raad. Dat is natuurlijk een heel belangrijke uitspraak. Maar net zoals de heer Flierman zeg ik: in die uitspraak staat niet dat de minister het groepsverbod niet mag uitstellen of dat hij niets anders mag beslissen. In de uitspraak staat: het wetsvoorstel voldoet aan alle regelgeving, dus dit besluit mag genomen worden. Mijn fractie doet daarom een beroep op de minister om de betekenis van deze geïntegreerde bedrijven voor een succesvolle transitie naar een duurzaam energiesysteem niet te onderschatten.

Ten eerste wijs ik daarvoor op de positie die Eneco nu al inneemt in Nederland. Eneco loopt ver voor op het vlak van investeringen in duurzame energie, niet alleen vergeleken met de grote bedrijven, maar vergeleken met alle bedrijven. Eneco is nummer één op het terrein van windenergie. Twee van de drie offshoreparken zijn van Eneco. Eneco heeft het hoogste aantal warmteaansluitingen. En Eneco is de grootste investeerder in biomassa. Wij zijn daar overigens niet zomaar enthousiast over, maar het laat wel zien dat dit bedrijf voluit de grote voorloper is op het gebied van duurzame energie. Ik vergelijk Eneco in dit verband ook even met Essent/RWE. In de afgelopen drie jaar heeft Eneco 600 miljoen geïnvesteerd in windenergie en RWE 170 miljoen. Tot nu toe laten de feiten mijn fractie alleen maar zien dat dit wel een manier is waarmee wij kunnen bereiken wat wij in Nederland allemaal belangrijk vinden.

Ten tweede laten juist nieuwe inzichten zien dat wij heel slimme dingen moeten gaan doen om de netten en alles wat daar gebeurt, en de consumenten te verbinden met de manier waarop wij leveren en handel drijven. Juist een experimenteerartikel vraagt eigenlijk om het zoeken van ruimte om wat er op de netten gebeurt beter te verbinden met wat er achter de meters bij de consument gebeurt. Hoe kun je de consument beïnvloeden? Hoe kun je duurzame energie goed opslaan en snel weer inzetten als dat nodig is? Hoe kun je de netten sowieso veel slimmer laten opereren? Daar zit mijn grote zorg. Wij denken dat juist een geïntegreerd bedrijf veel meer mogelijkheden heeft om dit goed te doen. En wij denken dat dit absoluut noodzakelijk is voor de verduurzaming in Nederland. Om die reden vinden wij dat het groepsverbod op zijn minst heroverwogen zou moeten worden.

Ik heb de minister dan ook gevraagd of hij bereid is om in ieder geval het artikel dat er nu is en dat hem in staat stelt om bij Koninklijk Besluit de inwerkingtreding op te schorten, te gebruiken. Laten wij nog eens een goede fundamentele discussie met elkaar voeren over dit vraagstuk. Want wat is er nou nodig om de verbinding van levering, handel en productie met de netten optimaal vorm te geven voor de duurzame toekomst in Nederland? Dat verzoek heb ik gedaan, maar de minister wil daar niet op ingaan. Hij zegt dat hij dat niet doet. Dat vind ik buitengewoon teleurstellend. Het wordt voor mijn fractie op deze manier, met deze beantwoording van de minister, wel heel lastig om met hem mee te gaan. Ik moet mij daar zeer ernstig over beraden met mijn fractie. Wij zijn van mening dat er door het nu niet willen uitstellen van dit groepsverbod grote schade wordt toegebracht aan de ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie die wij in Nederland kunnen realiseren. Ik doe daarom nogmaals een dringend beroep op de minister. Neem een adempauze. Denk er nog eens goed over na. Betrek de Kamers in het debat. Kom tot gezamenlijke conclusies, want dit kan natuurlijk niet eeuwig duren. Maar stel het nog even uit!

Voorzitter: Backer