Plenair Ester bij voortzetting behandeling Elektriciteits- en gaswet



Verslag van de vergadering van 22 december 2015 (2015/2016 nr. 15)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.13 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording van de vragen van mijn fractie. De makke — als ik dat zo mag zeggen — van dit wetsvoorstel is dat een fractie in gewetensnood komt over haar stemgedrag, als deze fractie voorstander is van grootschalig wind op zee, maar tegenstander van het continueren van het groepsverbod. Dat geldt zeker voor een fractie in de Eerste Kamer waar het spectrum van het stemgedrag zich beperkt tot een eenvoudig ja, nee of uitstel. We hebben immers niet het recht van amendement. Meerdere fracties worstelen met dit dilemma, zo bleek uit de eerste termijn. Ik sprak van koppelverkoop. Dit soort wetsvoorstellen zijn vanuit de Eerste Kamer bezien een crime. Wij willen ook deze minister vragen om bij volgende wetsvoorstellen niet zulke andersoortige vraagstukken in één wetsvoorstel te willen regelen. Ik moet helaas constateren dat de minister deze twee zaken aan elkaar heeft gekoppeld in het wetsvoorstel en dat hij ook niet de wens heeft om te ontkoppelen. Hij had immers TenneT ook in de Wet windenergie op zee kunnen aanwijzen.

Juist vanwege deze koppelverkoop hebben wij de motie-Meijer/Flierman ondersteund. Deze biedt de mogelijkheid om het duurzaamheidstraject op een ambitieuze manier voort te zetten, onze energietransitiedoelstellingen te halen, twee mooie, innovatieve en duurzame geïntegreerde energiebedrijven toekomst te bieden, net als niet te vergeten de honderden werknemers die daar nu werkzaam zijn. De ChristenUnie-fractie laat dit werkgelegenheidsaspect zwaar meewegen. Het zijn bedrijven die, onder andere aangevuurd door hun publieke aandeelhouders, fors investeren in duurzaamheid en innovatie. Mijn fractie vreest dat daar na opsplitsing de middelen niet meer voor zijn, in ieder geval niet meer bij Eneco en DELTA.

Mijn fractie vindt al met al het groepsverbod onnodig en niet proportioneel. Er is geen reden voor Nederland om bij dit dossier in Europa voorop te lopen. De argumenten voor gedwongen opsplitsing, nog voordat er sprake is van privatisering, zijn niet sterk genoeg als het gaat om duurzaamheid, risico's, toezicht, Europa of eventuele vertraging. Veel is al geregeld en veel is al goed geregeld.

De Hoge Raad heeft primair getoetst op de relatie tussen het EU-recht en het groepsverbod. Maar we moeten ook niet doen alsof de Hoge Raad een brede toets heeft uitgevoerd van alle juridische, sociale, economische en werkgelegenheidsaspecten. Juist die bredere weging ligt nu voor.

De inzet van de minister is erg legalistisch, maar er is veel veranderd in de energiewereld. Ook niet-gesplitste bedrijven staan heel anders op het speelveld en onderscheiden zich door een duurzaamheids-trackrecord. De ChristenUnie-fractie is dan ook niet overtuigd door de argumenten van de minister. Hij legt de motie naast zich neer, maar beweegt niet richting de meerderheid van de Kamer. Dat betreuren wij zeer. De minister staat erg geharnast in het debat. Dat is uiteraard zijn goed recht, maar we kennen de minister ook als een zeer creatieve man. We willen hem aansporen om die kwaliteit verder tot ontwikkeling te brengen, aan het eind van dit debat.

We moeten ons daarbij ook realiseren dat we nu heel anders aankijken tegen zaken dan tien jaar geleden. Dat geldt zeker voor de energiewereld. Met die attitude is ook helemaal niets mis.

Ik zei al dat de minister niet bereid is om de motie ten uitvoer te brengen. Dat betekent dat wij ons als fractie zullen beraden wat dit betekent voor onze uiteindelijke steun aan het wetsvoorstel.