Plenair Wezel bij behandeling Implementatie Opvang- en Procedurerichtlijn



Verslag van de vergadering van 7 juli 2015 (2014/2015 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.54 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Wezel i (SP):

Voorzitter. Allereerst mijn gelukwensen voor mevrouw Stienen en mevrouw Van Weerdenburg.

De SP-fractie dankt de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording van de vragen. Zij is blij met de toezegging van de staatssecretaris dat het uitgangspunt dat al bij het eerste gehoor wordt bekeken of de grensdetentie kan worden opgeheven, wordt neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000. Dat is een verbetering voor de asielzoeker, omdat dit nu pas wordt gedaan na het tweede gehoor.

De SP-fractie is tevens verheugd met de toezegging dat het uitgangspunt dat op verzoek van de vreemdeling de rust en de voorbereidingstermijn kan worden verkort, zal worden vastgelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000. Op deze manier hoeven bijvoorbeeld Syriërs die uit oorlogsgebied komen niet nog onnodig voor langere tijd in grensdetentie te verblijven.

Wij zijn blij dat er voor de feitenvaststelling door de IND een iets vollere toetsing komt ten opzichte van de huidige toetsing. De interpretatie die wordt gegeven aan "het volledig en ex-nunc-onderzoek", namelijk dat daarmee slechts wordt gedoeld op een toets door een toetsende rechter van de vraag of de beslissing van het bestuursorgaan rechtmatig is, zou in de visie van de SP-fractie kunnen leiden tot onduidelijkheid over de intensiteit van de toetsing door de eerstelijnsrechter. De SP-fractie vraagt zich af of de voorgenoemde interpretatie een doeltreffende voorziening is als bedoeld in artikel 47 van het Handvest. Heeft de staatssecretaris hier nader onderzoek naar gedaan? Zo ja, wat is de uitkomst daarvan? Kan de staatssecretaris nader toelichten hoe artikel 47 van het Handvest op dit punt wordt geïnterpreteerd in omliggende landen?

In de stukken van de plenaire behandeling in de Tweede Kamer las ik dat de staatssecretaris hierover naar aanleiding van vragen van de CDA-fractie informatie heeft opgevraagd bij de lidstaten maar dat hij hierover op het moment van de plenaire behandeling nog niet beschikte. Wellicht is deze informatie inmiddels wel beschikbaar.

De SP-fractie is van mening dat werkelijke rechtsbescherming er in de onderhavige zaken alleen kan zijn als de rechter vol kan toetsen, ook wat de feiten betreft. De SP wijst erop dat de IND veel macht heeft op dit onderdeel. Indien de IND het asielrelaas ongeloofwaardig acht, zal hij over het algemeen tot de conclusie komen dat de asielzoeker geen vluchteling is. Maar de IND is niet onfeilbaar. Juist in asielzaken, waarin vaak weinig bewijs is, moet de IND kunnen worden gecontroleerd op dit punt. Gelet op de grote belangen dient de rechtsbescherming voorop te staan.

De SP-fractie vreest dat de versnelde procedure, die meer praktijk dan uitzondering is, onverminderd doorgang zal blijven vinden en dat ook zaken die er zich in principe niet voor lenen via de versnelde procedure worden afgedaan. Internationaal heeft de versnelde procedure al veel kritiek opgeleverd. In het Verenigd Koninkrijk heeft de korte tijd voor beroep en hoger beroep ertoe geleid dat een Britse rechter de versnelde procedure onwettig heeft verklaard. Verwacht de staatssecretaris dat in Nederland een soortgelijke uitspraak kan volgen? Is de Nederlandse situatie vergelijkbaar met die in het Verenigd Koninkrijk?

Mijn derde en laatste onderwerp betreft vreemdelingendetentie van minderjarigen. Ten aanzien van de vreemdelingenbewaring van minderjarigen en gezinnen zijn er sinds de laatste maanden in ieder geval al zes uitspraken gewezen, waarin de vreemdelingenrechter heeft geoordeeld dat de inbewaringstelling van minderjarigen onrechtmatig was. De reden hiervoor was dat het recht van het kind onvoldoende concreet, kenbaar en toetsbaar was meegenomen in de belangenafweging. De rechter heeft geoordeeld dat de uitvoering van het beleid niet overeenkomt met het beleid. De IND heeft van deze zaken geen hoger beroep ingesteld. De zaken zijn derhalve onherroepelijk. In nog twee zaken is de zaak in hoger beroep op verzoek van de IND ingetrokken en is er een schadevergoeding betaald.

In artikel 17, lid 1, van de Terugkeerrichtlijn staat: "Niet-begeleide minderjarigen en gezinnen met minderjarigen worden slechts in laatste instantie, en voor een zo kort mogelijke periode in bewaring gesteld." Deze bepaling is echter niet opgenomen in het conceptwetsvoorstel Terugkeer en vreemdelingenbewaring dat de Terugkeerrichtlijn implementeert, zoals deze in de consultatiefase kenbaar is gemaakt. De minister is voornemens het wetsvoorstel Terugkeer en vreemdelingenbewaring na het zomerreces in te dienen bij de Tweede Kamer. Gezien het feit dat het ontnemen van de vrijheid van kinderen op gespannen voet staat met het ultimum-remediumbeginsel uit artikel 37 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK), gezien het feit dat bewaring een zeer ingrijpend middel is en dit een negatief effect heeft op kinderen in het bijzonder, gezien het feit dat de richtlijn dient te worden geïmplementeerd in wetgeving en gezien het feit dat uit de voornoemde uitspraken van de vreemdelingenrechter naar voren komt dat niet altijd het beleid ter zake de inbewaringstelling van minderjarige vreemdelingen wordt nageleefd, is het naar de mening van de SP-fractie van belang dat de tekst van artikel 17, lid 1, van de Terugkeerrichtlijn, namelijk dat "niet-begeleide minderjarigen en gezinnen met minderjarigen slechts in laatste instantie, en voor een zo kort mogelijke periode in bewaring worden gesteld", wordt overgenomen in het wetsvoorstel Terugkeer en vreemdelingenbewaring. Graag vernemen wij de mening van de staatssecretaris hierover. We zullen secuur luisteren naar de reactie van de staatssecretaris en omdat we dit heel erg belangrijk vinden zeg ik nu al dat we eventueel hierover een motie zullen indienen, maar we hopen dat de staatssecretaris ons zonder dat al voldoende tegemoet zal willen komen.

Het beleid ten aanzien van de grensdetentie van minderjarigen en gezinnen is per sinds 1 september 2014 verbeterd. Het beleid is onder meer verbeterd na het rapport "Grensdetentie van asielzoekers in het licht van mensenrechtelijke normen". Er vindt nu eerst een snelle screening plaats voordat een besluit wordt genomen tot grensdetentie dan wel of de kinderen en de gezinnen in vrijheid de asielprocedure kunnen afwachten. Dit is een mooie ontwikkeling omdat vóór 1 september 2014 alle kinderen en gezinnen direct in grensdetentie werden genomen, voor zover zij via Schiphol het land binnenkwamen. Aangezien het ontnemen van de vrijheid van kinderen op gespannen voet staat met het ultimum-remediumbeginsel uit artikel 37 IVRK en aangezien detentie een zeer ingrijpend middel is en dit een negatief effect heeft op kinderen in het bijzonder, acht de SP-fractie het van belang dat ook voor de grensdetentie in wetgeving wordt vastgelegd dat "niet-begeleide minderjarigen en gezinnen met minderjarigen slechts in laatste instantie, en voor een zo kort mogelijke periode in grensdetentie worden gesteld". Graag vernemen wij de mening van de staatssecretaris hierover. Ook wat betreft dit punt zullen wij secuur luisteren naar de reactie van de staatssecretaris. Omdat we dit punt ook heel erg belangrijk vinden zeg ik nu al dat we eventueel hierover een motie zullen indienen, maar we hopen dat de staatssecretaris ons zonder dat al voldoende tegemoet zal willen komen.

We zien uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.