Verslag van de vergadering van 22 september 2015 (2015/2016 nr. 1)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 17.34 uur
De heer Kops i (PVV):
Voorzitter. Een deel van de onderwijstijd in het basisonderwijs moet dus ook gegeven kunnen worden in het Engels, Duits of Frans; daar gaat het hier om. Laat ik beginnen met de achtergrond van het wetsvoorstel. In de memorie van toelichting schrijft de staatssecretaris het volgende. "Er is gekozen voor Engels omdat Engels de lingua franca is in de internationale samenleving en dus cruciaal is voor onze contacten met anderstaligen. Engels, Duits en Frans zijn daarnaast de drie officiële werktalen van de Europese Unie en daarmee is het relevant één of meerdere van deze talen goed te beheersen." De EU hanteert zogeheten meertaligheidsdoelen. Een daarvan is dat elke Europeaan naast de eigen moedertaal ook twee andere talen zou moeten spreken. De heer Ten Hoeve heeft daar ook al aan gerefereerd. Al in 2002 had de Europese Commissie het daarover. Toen schreef zij in een actieplan dat alle leerlingen moeten worden aangemoedigd om, naast hun moedertaal, minimaal twee Europese talen te leren. In dit kader wil de PVV-fractie de staatssecretaris vragen in hoeverre die meertaligheidsdoelen van de Europese Unie hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit wetsvoorstel. Acht de staatssecretaris het wetsvoorstel werkelijk een goed idee en goed uitvoerbaar, of is het toch merendeels een product van de wensen uit Brussel?
Het deel van de onderwijstijd dat scholen naast het Nederlands, of het Fries in Friesland, in het Engels, Duits of Frans mogen geven, wordt door de staatssecretaris vastgesteld in procenten in een Algemene Maatregel van Bestuur. In eerste instantie zal dat maximaal 15% zijn. Dat is een percentage dat voortkomt uit een advies van de Onderwijsraad en uit het proefproject 15% vroeg vreemdetalenonderwijs. Waarom is er voor een AMvB gekozen? Betekent dit dat de staatssecretaris dit percentage wanneer hij maar wil naar believen kan aanpassen? Ik heb immers begrepen dat de Kamer over een aanpassing van het percentage slechts geïnformeerd zal worden. Wat zijn de verwachtingen van de staatssecretaris? Verwacht hij dat dit percentage gaat stijgen, en hoeveel dan? Is het ook mogelijk dat dit in de toekomst gaat dalen? Met andere woorden, wanneer en op basis waarvan zal de staatssecretaris beslissen dat percentage aan te passen?
Met het leren van vreemde talen is uiteraard niets mis. Sterker nog, het valt juist aan te moedigen. Naast vakken als aardrijkskunde, rekenen en geschiedenis is ook taal van grote waarde. De PVV is wel van mening dat het Nederlands als dominante taal hier in Nederland niet verdrongen mag worden. Die positie als dominante taal moet overeind blijven. Het Engels is echter wereldwijd een dominante taal aan het worden, of wellicht is het dat ondertussen al. Meertalig onderwijs, of anders gezegd, de verengelsing van het onderwijs waar dit in de praktijk toch op neerkomt, zal dat alleen maar in de hand werken. Uit experimenten is bovendien gebleken dat, als men met meertalig onderwijs begint, al snel de wens opkomt om het onderwijs volledig en alleen in die vreemde taal te geven, zeker als het een dominante vreemde taal betreft zoals het Engels. Als we dat laten gebeuren, als die ontwikkeling doorgaat, wordt het Nederlands feitelijk gedegradeerd tot een taal die alleen nog maar aan de keukentafel gesproken wordt.
Laten wij ter illustratie even naar Vlaanderen kijken. Daar heeft men ervaring met een taalstrijd. Een van de negatieve effecten van meertalig onderwijs in Vlaanderen is de vrees voor een nieuwe duale samenleving. België, Vlaanderen, heeft ervaring met een dergelijke duale samenleving en misschien bestaat die nog steeds. Dat zou kunnen. In ieder geval doel ik daarmee op een samenleving waarin de elite het chique Frans spreekt en de gewone burger zich moet redden in het simpele Nederlands. De verdere verengelsing van het onderwijs gaat ervoor zorgen dat het Engels uiteindelijk de taal van de elite wordt en het Nederlands de taal van de straat.
Wij hebben het hier bovendien over leerlingen, over kinderen, die uiteraard nog lang niet uitgeleerd zijn wat betreft het Nederlands. Je zou zelfs kunnen zeggen dat zij nog in de beginfase zitten. Je kunt je überhaupt afvragen of iemand ooit uitgeleerd raakt op het vlak van de moedertaal of de dominante taal van het land waarin hij leeft.
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Wij kennen de heer Kops als een welbespraakt man.
De heer Kops (PVV):
Dank u.
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Ik vraag hem naar de straattaal. Is hij zich ervan bewust hoeveel Engels jongeren in de straattaal gebruiken? Misschien is het weleens aardig om daarnaar te luisteren.
De heer Kops (PVV):
Dat zal ik doen. Dank u wel.
Ik zei al dat je je kunt afvragen of je überhaupt ooit uitgeleerd raakt wat betreft je moedertaal of de dominante taal van het land waarin je leeft. Leerlingen, kinderen, dienen in de eerste plaats het Nederlands te ontwikkelen. Daar moet voldoende tijd en energie in gestoken worden, want in het algemeen is de beheersing van het Nederlands niet al te best. In het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderwijs blijken de studenten relatief veel taalfouten te maken. In het hbo maken studenten gemiddeld 81 taalfouten per volgeschreven A4'tje en in het wetenschappelijk onderwijs is dat gemiddeld de helft. Dat zijn grote aantallen.
Waarom zeg ik dat? Als zelfs dergelijke studenten, dus op latere leeftijd, al zo veel fouten maken en het Nederlands zo slecht beheersen, is het dan verstandig om in het basisonderwijs, op relatief vroege leeftijd dus, de aandacht al deels te verleggen naar het leren van vreemde talen door middel van meertalig onderwijs? Denkt de staatssecretaris niet dat het meertalig onderwijs ten koste zal gaan van de noodzakelijke aandacht die naar het leren van het Nederlands behoort uit te gaan?
Afgezien daarvan rijst natuurlijk de vraag hoe het eigenlijk zit met de leerkrachten. Zij moeten uiteindelijk de lessen gaan geven. Zij staan voor de klas. Ik noem maar wat: aardrijkskunde in het Engels, geschiedenis in het Duits, rekenen in het Frans. Met alle respect, maar gaat dit de leerkrachten lukken? Uit onderzoek van maart 2015 van de onderwijsinspectie blijkt dat het niveau en de kwaliteit van de pabo weliswaar verbeteren, maar nog verre van perfect zijn. Een op de vijf afgestudeerden van de pabo geeft aan ontevreden tot zeer ontevreden te zijn over de kwaliteit van de opleiding. Een derde van de afgestudeerden stelt dat de opleiding hen niet in staat heeft gesteld om zich voldoende op de beroepspraktijk voor te bereiden. Zij vinden het bovendien lastig om passende zorg te bieden aan leerlingen en om lessen af te stemmen op leerlingen met een achterstand of mogelijk een voorsprong. Wat vindt de staatssecretaris hiervan? Want uiteindelijk zullen deze afgestudeerden voor de klas gaan staan. Hoe ziet de staatssecretaris voor zich dat een deel van deze afgestudeerden uiteindelijk ook, mogelijk, les moet gaan geven in het Engels, Duits of Frans?
Het aantal pabostudenten neemt bovendien drastisch af. Dit jaar zijn er 30% minder aanmeldingen dan vorig jaar, dus het aantal afgestudeerde leerkrachten uit deze nieuwe lichting neemt af. Klaarblijkelijk neemt ook de motivatie om voor de klas te staan af en dat terwijl er allesbehalve een overschot is aan leerkrachten.
Hoe ziet de staatssecretaris, dit alles overziende, het meertalig onderwijs concreet in de praktijk voor zich? Zijn er voldoende leerkrachten? Gaat dit lukken? Moeten de leerkrachten nog een taalcursus Engels, Duits of Frans volgen of wordt er misschien een soort taalcursus geïntegreerd in de opleiding op de pabo? Hoe ziet de staatssecretaris dit voor zich?
De PVV is, zoals duidelijk mag zijn, kritisch over dit wetsvoorstel. De aandacht dient, vooral in het basisonderwijs, in beginsel uit te gaan naar het leren en beheersen van het Nederlands, naar onze prachtige Nederlandse taal. Dichter en universitair docent Piet Gerbrandy zegt: "Wie in ons land op het hoogste niveau wil meedraaien, zowel in de wetenschap als op maatschappelijke posities, dient zich in de allereerste plaats toe te leggen op een volkomen beheersing van het Nederlands." Gerbrandy heeft ervoor gepleit om de opmars van het Engels in het wetenschappelijk onderwijs te stuiten en het Nederlands te behouden. Wij moeten deze opmars in het primair onderwijs ook stuiten.
Ik sluit af, voorzitter, en dan zeg ik nog even kort tegen alle burgers van Nederland: teken vooral op teken.geenpeil.nl.
De voorzitter :
Nee, mijnheer Kops, dit is buiten de orde. Mag ik nogmaals naar voren brengen dat mededelingen of oproepen die buiten de orde zijn, hier niet getolereerd kunnen worden? Ik kijk daarbij naar de fractievoorzitter van de PVV, want dit is de tweede keer vandaag. Ik reken erop dat zij de boel een beetje in de gaten houdt wat dat betreft.
Ik stel vast dat geen van de leden nog het woord wenst in eerste termijn.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter :
Ik schors de vergadering in afwachting van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.