Debat over Initiatiefvoorstel-Lodders Wet verbeterde premieregeling



De Eerste Kamer heeft dinsdag 24 mei 2016 gedebatteerd over het Initiatiefvoorstel-Lodders Wet verbeterde premieregeling. Dit initiatiefvoorstel maakt het onder meer mogelijk dat het pensioenkapitaal van de deelnemer na de pensioendatum risicodragend kan worden belegd. Doorbeleggen leidt naar verwachting tot een hoger pensioenresultaat en maakt het pensioen minder afhankelijk van de rentestand op pensioendatum. Het debat werd gevoerd met initiatiefnemer Lodders (Tweede Kamerlid voor de VVD) en staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Aan het eind van het debat werd er een verzoek ingediend voor een derde termijn. De Eerste Kamer zal op dinsdag 31 mei 2016 besluiten of en wanneer die derde termijn wordt gehouden. Mocht er worden besloten om geen derde termijn te houden, dan wordt er op 31 mei 2016 het wetsvoorstel en twee tijdens het debat ingediende moties gestemd.

Senator Van Rooijen (50PLUS) en senator Oomen-Ruijten (CDA) dienden een motie in die de regering verzoekt voor 1 januari 2017 te realiseren dat alle pensioenfondsen hun deelnemers een variabele uitkering kunnen bieden. Er moet dan wel sprake zijn van een vrijwillige pensioenregeling en de eis van de werkgeversbijdrage mag niet belemmerd raken. Staatssecretaris Klijnsma ontraadde deze motie.

Senator Rinnooy Kan (D66) diende een motie in die de regering verzoekt om bij aanvaarding van het initiatiefvoorstel een voorstel voor te bereiden om pensioengerechtigden die kiezen voor een variabel vervolg eenmalig - op hun pensioeningangsdatum - een onbeperkt shoprecht te gunnen. Staatssecretaris Klijnsma gaf aan dat zij het oordeel over de motie aan de Kamer laat, indien hiermee wordt bedoeld dat er eerst onderzocht wordt wat de consequenties hiervan zijn.

Solidariteit en collectiviteit

Senator Oomen-Ruijten (CDA) merkte aan het begin van haar bijdrage op dat het van groot belang is dat solidariteit en collectiviteit verankerd zijn in het (nieuwe) pensioenstelsel. Volgens de senator zijn steeds meer mensen niet in staat om naast de AOW een adequaat pensioen op te bouwen.  Meer dan ooit is er duidelijkheid nodig over hoe het pensioenstelsel in de toekomst wordt vormgegeven. De senator vroeg waarom er geen rekenvoorbeelden van de gevolgen van dit wetsvoorstel kunnen worden gegeven. Zij vroeg in hoeverre dit wetsvoorstel dusdanig voldragen is dat het in werking kan treden. Zo is er onder andere geen duidelijke communicatie naar deelnemers voorzien. Oomen-Ruijten maakte ook bezwaar tegen de zogeheten life cycle benadering, die uitgaat van de individuele pensioensituatie. Deze moet dan bij het opstellen van de premieovereenkomst zowel voor het vaste als voor het variabele deel van het pensioen worden toegepast. Dit kan ongewenst nadelig uitpakken.

Voordelen van een kapitaalgedekt pensioenstelsel

Senator Postema (PvdA) betoogde dat één van de grote voordelen van een kapitaalgedekt pensioenstelsel ligt in het gegeven dat met de ingelegde premies een vermogen wordt opgebouwd dat hiervan een veelvoud is. Een aanzienlijk deel van deze meerwaarde wordt behaald met beleggingsopbrengsten van het gespaarde vermogen ná pensioendatum. Het belangrijkste winstpunt van dit wetsvoorstel ligt in de jaarlijkse meevallers die uiteindelijk leiden tot een trendmatig stijgend pensioen. De senator is minder enthousiast over de mogelijkheid om bij aanvang van de uitkeringsfase een hoger pensioen uit te keren, gevolgd door een periodieke vaste daling door de jaren heen. De kans is groot dat gepensioneerden hier niet goed mee om kunnen gaan. Het is aan de wetgever om te borgen dat een ieder een gedegen oudedagvoorziening heeft. Verder vroeg de senator wanneer de optie van een periodieke vaste stijging van de uitkering weer wordt toegevoegd aan het wetsvoorstel. Ook vroeg hij aandacht voor het feit dat het variabel pensioen slechts voor een beperkt deel van de beschikbare premieregelingen mogelijk wordt. Voorkomen moet worden dat de wettelijke aanpassingen voor de uitbreiding van de reikwijdte van dit wetsvoorstel leiden tot meerdere inwerkingtredingsdata.

Complexe keuzes

Senator Lintmeijer (GroenLinks) vroeg aandacht voor de complexiteit van de uitvoering van dit wetvoorstel . De afwegingen die deelnemers moeten maken zijn zeer ingewikkeld en hebben vaak levenslange gevolgen. Om een afgewogen keuze te maken moeten deelnemers scherp inzicht hebben in hun huidige en toekomstige beleggingsprofiel, in de mogelijkheden van de beleggingsmix en een meerjarige schatting kunnen maken van de ontwikkeling van hun inkomenspositie. De senator vroeg hoe deelnemers bij deze keuzes worden geholpen. Het hanteren van uniforme begrippen en eenduidige modellen is onontbeerlijk. Volgens de senator is het aan de wetgever om te zorgen dat dit gebeurt. Lintmeijer vroeg in hoeverre de initiatiefnemer denkt dat de markt in staat is om de verbeterde premieregeling transparant uit te voeren en in of zij inzicht heeft bij wie de uitvoeringskosten terecht komen. Tot slot vroeg de senator of er niet een wettelijke mogelijkheid zou moeten komen om deelnemers met een persoonlijk contract bij een verzekeraar meer inbreng te geven.

Gebrek aan risico

Senator Van de Ven (VVD) betoogde dat het huidige pensioenstelsel een gebrek heeft aan risico als uitgangspunt voor de bepaling van de pensioenuitkering. Dit zorgt ervoor dat gepensioneerden niet meedelen in de voorspoedige ontwikkeling van de welvaart. Dit initiatiefvoorstel biedt gepensioneerden de kans op extra rendement. Volgens senator Van de Ven is het voorstel een voortreffelijke stap in de goede richting naar een goed pensioen. Verder merkte hij op dat het krampachtig vasthouden aan rentebaten geen recht doet aan het feit dat het pensioen is verbonden met de kracht van de onderliggende bedrijven die de bron zijn van onze welvaart. Hij vroeg de regering op om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om in andere zaken dan obligaties te beleggen.

Complicerend en averechts

Senator Van Rooijen (50PLUS) sprak in zijn bijdrage mede namens de fractie van de OSF. Hij noemde het positief dat het doorbeleggen een mogelijkheid biedt om tot een betere uitkering te komen en dat deelnemers de keuze krijgen tussen (deels) vaste of variabele uitkering. Volgens Van Rooijen is het voorstel ingewikkeld geworden door het in elkaar schuiven van het initiatiefvoorstel en een voorstel van de regering. De senator merkte op dat het onderzoek naar de motie Vermeij en De Vries waarschijnlijk te laat was gekomen, als zijn fractie niet had aangedrongen op extra tijd voor het behandelen van dit wetsvoorstel. Van Rooijen vroeg de staatssecretaris naar de mogelijkheid om de projectierente niet per wet maar per Algemene Maatregel van Bestuur te regelen. Van Rooijen betreurde het dat er geen rekenvoorbeelden van dit wetsvoorstel zijn en dat er gekozen is voor een risicovrije rente in plaats van het projectierendement. Het life cycle beginsel werkt volgens de senator complicerend en averechts. De senator vroeg verder naar de vereiste Veegwet en het effect van dit wetsvoorstel op lagere regelgeving. Van Rooijen merkte ook op dat er grote zorgen zijn over uitvoerbaarheid, eenvoud en communicatie. Uitvoerders geven aan dat zij nooit de volledige persoonlijke financiële situatie van een deelnemer of pensioengerechtigde in kaart kunnen brengen.

Het grotere probleem

Senator Kok (PVV) betoogde dat er de laatste jaren ingrijpende monetaire maatregelen zijn genomen die het pensioenstelsel ondermijnen. Het effect hiervan op de dekkingsgraden is nu fors; op termijn is dit effect dramatisch. Het is volgens Kok de vraag of de problemen door dit kabinet niet bewust worden vergroot, om de urgentie te creëren voor een overstap naar een nieuw pensioenstelsel. Senator Kok stelde dat dit voorstel een oplossing biedt voor een kleine groep deelnemers. Volgens de senator kan niemand er op tegen zijn om een groep mensen de kans op een hoger pensioen te bieden, maar blijft het overgrote deel van de deelnemers toch gebonden aan de risicovrije rente. Bovendien is de kans op een kleiner pensioen ook onder dit wetsvoorstel aanwezig. Ook zal de gemiddelde deelnemer de systematiek van dit voorstel waarschijnlijk niet goed begrijpen. Dit ondergraaft volgens de senator de solidariteit in het pensioenstelsel. Het is volgens Kok dan ook nog maar de vraag of dit ogenschijnlijk sympathieke voorstel daadwerkelijk tot betere pensioenen leidt.

Rule en principle based

Senator Rinnooy Kan (D66) noemde het doel van het wetsvoorstel sympathiek: het biedt deelnemers de kans te ontsnappen aan de gevolgen van een lage rente. Het wetsvoorstel is echter opmerkelijk complex. Het zal geïnteresseerden volgens Rinnooy Kan dan ook niet meevallen om dit product op waarde te schatten. De reden voor de complexiteit ligt in het gegeven dat het nu eenmaal moeilijk is om individuele doorbeleggingsvrijheid te combineren met een collectieve pensioenvoorziening. Toch had het volgens de senator eenvoudiger gekund, door te kiezen voor een benadering die principle-based is in plaats van een rule based . Dat geeft pensioenaanbieders de ruimte om naar eigen inzicht en creativiteit een variabel pensioenaanbod tot stand te brengen. De principes waarnaar gehandeld zouden moeten worden, vloeien volgens de senator voort uit de wettelijke voorwaarden voor fiscale pensioen fiscalisering. Rinnooy Kan deed een dringend verzoek aan het huidige en toekomstige kabinet om bij verdere pensioenhervormingen de fundamentele keus tussen rule en principle based anders te maken. De senator pleitte voor een passend ruime interpretatie van het prudent person principle en een eenmalig onbeperkt shoprecht. Tot slot merkte de senator op dat toekomstig gebruikers van het complexe voorstel zich waarschijnlijk teveel zullen laten leiden door positieve kansen. Ook pensioenfondsen zullen onder de complexiteit leiden.

Risico's nemen en gokken

Senator Elzinga (SP) betoogde dat de aanhoudend extreem lage rentestand steeds meer gepensioneerden treft. De grote pensioenfondsen bevinden zich reeds in de gevarenzone. Het indekken tegen risico's van de vrije markt staat volgens Elzinga in sterk contrast met de reële resultaten van ons pensioenstelsel op lange termijn. Het Nederlandse pensioenstelsel is volgens de senator zeer sterk, mede vanwege het vasthouden aan de hoekstenen van solidariteit en collectiviteit. Het initiatiefvoorstel kán weliswaar tot een hogere uitkering leiden, maar brengt ook het risico met zich dat er een lagere uitkering is vanwege een nog verder dalende rente. Zeker gelet op de onvoorspelbaarheid van de ontwikkeling op de financiële markten. Dit komt volgens de senator feitelijk neer op 'gokken', zelfs als dit door grote institutionele beleggers gebeurt. De senator vroeg de staatssecretaris om te onderzoeken of het mogelijk is om in de toekomst een andere projectierente te hanteren. Tot slot merkte hij op dat de pensioensector na aanvankelijk enthousiasme nu enige zorgen uiten over de uitvoerbaarheid van dit initiatiefwetsvoorstel.

Keuzemogelijkheid

Initiatiefnemer Lodders betoogde dat het doel van dit wetsvoorstel deelnemers en pensioengerechtigden een extra keuze geeft om te kiezen voor een variabel pensioen. Daarmee zijn zij niet meer afhankelijk van de rente die op dat moment geldt, maar kunnen zij profiteren van een groter pensioen. De kans op een hoger pensioen kan verlengd worden als er een langere pensioenhorizon is. Er is echter ook een mogelijkheid dat deelnemers een lager pensioen hebben. Zij moeten over die risico's goed worden geïnformeerd. Met het wetsvoorstel Pensioencommunicatie is de communicatie op een aantal punten verbeterd; dit wetsvoorstel voegt daar verbeteringen aan toe. Het gaat om persoonsgerichte communicatie De toezichthouder zal er op toezien dat deelnemers geholpen worden bij het maken bij de juiste keuze.

De initiatiefnemer benadrukte dat het beperkte shoprecht deelnemers voldoende keuzemogelijkheid geeft. Een onbeperkt shoprecht komt pas aan de orde bij een bredere pensioenhervorming. Het uitgangspunt van dit wetsvoorstel is dat iedereen de keuze heeft voor een variabel pensioen. Er is volgens de initiatiefnemer gekozen voor een risicovrije rente om concurrentie op basis van rente en onevenredig hoge rentes te voorkomen. Op die manier is er een nominaal stabiele uitkering, ook als er gekozen wordt om aan het begin van de uitkeringstermijn te kiezen om een hoger bedrag uit te keren. De initiatiefnemer zegde toe aan senator Postema (PvdA) dat de optie van een periodieke vaste stijging van de uitkering via een veegwet weer wordt toegevoegd aan het wetsvoorstel.

Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaf aan dat zij de beide Kamers der Staten-Generaal per brief zal informeren over de mogelijkheid van defferred annuity. Zij zegde ook toe om de meerwaarde van het life cycle beleggen  te laten onderzoeken. In dit onderzoek zal de omvang van de ex ante herverdeling worden meegenomen. Staatssecretaris Klijnsma zegde ook toe om een variabel pensioen ook bij een netto-pensioenregeling mogelijk te maken. Verder merkte Klijnsma op dat het niet wenselijk is om de projectierente per AMvB vast te leggen.  

De overgangstermijn van twee jaar geldt volgens de staatssecretaris voor zowel aanbieders van vaste uitkeringen als variabele uitkeringen. Zowel initiatiefnemer Lodders als staatssecretaris Klijnsma gaven aan dat zij bereid zijn om - gezien de brede wens van de Eerste Kamer - de spreidingsperiode te verlengen naar maximaal 10 jaar. Dit zal in de veegwet geregeld worden. In die veegwet wordt ook opgenomen dat er een mogelijkheid komt voor een stijgende variabele pensioenuitkering. De veegwet wordt nog dit jaar voorgelegd aan de Staten-Generaal, zodat het medio 2017 in kan gaan.


Deel dit item: