Verslag van de vergadering van 7 juni 2016 (2015/2016 nr. 33)

Aanvang: 13.37 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de herdenking van de heer A. de Goede.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik verzoek allen, te gaan staan.

Op 16 mei jongstleden overleed op 87-jarige leeftijd Aar de Goede, oud-senator voor D66. Hij was slechts één jaar lid van de Eerste Kamer: van juni 1986 tot juni 1987. Maar als staatssecretaris, Tweede Kamerlid, Europarlementariër en als een van de grondleggers van D66 heeft hij een onmiskenbare invloed gehad op de Nederlands politiek.

Arie de Goede, roepnaam Aar, werd geboren in Vlaardingen op 21 mei 1928. Zijn vader was eigenaar van een groentewinkel. Na de middelbare handelsschool begon de heer De Goede op 19-jarige leeftijd zijn werkzame leven als ambtenaar Rijksbelastingdienst in Schiedam. Ook volgde hij een driejarige opleiding belastingrecht. Daarna werkte hij onder meer als assistent-accountant en adjunct-secretaris bij een economisch-juridisch adviesbureau. Van 1956 tot 1967 werkte de heer De Goede als administrateur bureau boekhouding en begrotingszaken bij Reactor Centrum Nederland, een stichting die als doel had om kennis te verwerven over de vreedzame toepassing van kernenergie.

Het onderwerp kernenergie wakkerde het politieke vuur aan bij de heer De Goede en zou de rest van zijn politieke carrière zijn bijzondere aandacht hebben. Die carrière begon in 1967, toen hij benoemd werd als Tweede Kamerlid in de allereerste fractie van D'66. Zijn benoeming was indertijd niet vanzelfsprekend, maar bleek een goede greep. De Goede ontwikkelde zich tot een vakbekwaam financieel-economisch woordvoerder, die op volhardende wijze ministers aan de tand voelde. Zo legde hij onder meer de toenmalige minister De Block van Economische Zaken het vuur na aan de schenen over diens btw- en loon- en prijspolitiek.

De heer De Goede hield zich als Tweede Kamerlid ook bezig met Koninkrijksaangelegenheden en was voorzitter van de vaste commissie voor kernenergie. Als vicevoorzitter van de fractie werkte De Goede bovendien mee aan de politieke ontwikkeling van het nog jonge D'66. Zo waren onder meer zijn inbreng over kruisraketten en samenwerking met andere partijen bepalend voor de koers en fundamenten van de partij.

Begin jaren zeventig werd De Goede door de Volkskrant tweemaal aangewezen als parlementariër van het jaar. In 1973 verliet hij de groene bankjes en werd hij benoemd tot staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Den Uyl. In deze hoedanigheid was hij onder meer belast met de financiën van lagere overheden en begrotingsaangelegenheden.

In 1976 bracht de heer De Goede een aanpassing van de Comptabiliteitswet tot stand, die de Algemene Rekenkamer verplichtte om zich meer te richten op onderzoeken ten behoeve van de Staten-Generaal en zijn jaarverslag voortaan aan zowel de Staten-Generaal als de Kroon aan te bieden.

Twee jaar na de val van het kabinet-Den Uyl werd de heer De Goede benoemd tot lid van het Europees Parlement. Ook hier was hij een man van het eerste uur: hij was in het Europees Parlement de eerste lijsttrekker voor D66 ooit. En ook hier toonde de heer De Goede zich een kundig parlementariër met sterke verbale capaciteiten.

In 1986 werd de heer De Goede beëdigd als lid van de Eerste Kamer en kreeg hij voor de derde keer de kans om die capaciteiten te tonen. In zijn maidenspeech over het Belastingplan beklaagde hij zich over de gedaalde olieprijzen en aardgasbaten en maakte hij bezwaar tegen verlenging van de tijdelijke maatregel verhoging btw-tarieven. Evenals in de Tweede Kamer maakte de heer De Goede zich ook in dit huis sterk voor de meerjarenplanning en -begroting.

De heer De Goede stond bekend als een bescheiden en betrouwbaar mens. Iemand die zichzelf niet op de eerste rij plaatste, maar ook niet op de laatste. Zijn onafhankelijke en bedachtzame karakter maakte hem geliefd bij velen en gerespecteerd door allen.

De heer De Goede was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en drager van het Grootkruis in de Ere-Orde van de Palm van Suriname.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor onze parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.