Plenair Vreeman bij voortzetting behandeling Evaluaties staatkundige vernieuwing en koninkrijksrelaties



Verslag van de vergadering van 21 juni 2016 (2015/2016 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Vreeman i (PvdA):

Voorzitter. Ook ik dank de minister voor de uitgebreide beantwoording. Het is ook wel apart om te voelen dat hier bij alle fracties een heel grote betrokkenheid is bij onze eilanden, zal ik maar zeggen. Maar aan de andere kant is het ook een wat raar gevoel dat je met z'n allen over drie kleine dorpen zit te praten alsof het heel groot is. Ik zie de departementen voor me. Saba telt 1.500 inwoners. Dat is bij ons een klein buurtje. Hetzelfde geldt voor 4.500 inwoners. In de nieuwe benaming van de Rijksvertegenwoordiger zit wel het interactieve, maar de complexiteit van hoe we het georganiseerd hebben, is eigenlijk onbegrijpelijk. De transitiekosten zullen, hoewel nooit uitgerekend, geweldig hoog zijn. Het barst natuurlijk van de consultants: allemaal mensen die het ontzettend leuk vinden om daar een paar maanden rond te lopen om iets uit te zoeken. Ik roep onze overheid op om alles heel erg te vereenvoudigen. Je zou een soort taskforce met een mandaat moeten opzetten, die gewoon rechtstreeks met de eilanden communiceert en ook het backoffice zelf organiseert, zodat die mensen daar dat niet allemaal hoeven te doen. Als je kijkt naar het geld dat we daar neergezet hebben en dat vergelijkt met een gemeente als Tilburg, dan zie je dat het in het laatste geval gaat om zo'n 900 miljoen, terwijl een kwart daarvan naar 24.000 mensen gaat. In Groningen gaat het om bijna een miljard euro, waarvan een kwart naar drie dorpen op een eiland gaat. Natuurlijk heeft dat eiland een hele infrastructuur van een vliegveld en een haven, maar dan toch nog: hoe efficiënt ben je eigenlijk bezig, ook in het belang van de bewoners? Dit is een hartenkreet. Ik denk niet dat het opgelost wordt, want zo zit het bij ons niet in elkaar. Maar er zou toch een inspanning gepleegd moeten worden om kortere lijnen te bereiken, de operationele kracht te vergroten en minder studies, plannen en consultancy te creëren, om het maar wat demagogisch te zeggen.

Wij steunen de motie over het sociaal minimum, want wij willen weten hoe je dat moet definiëren. Als we dat eenmaal weten, begint de discussie echt. Want als het sociaal minimum hoger blijkt te zijn dan het minimumloon op het eiland, dan gaan we over het hele loongebouw praten. Wat zijn de effecten daarvan op de werkgelegenheid, enzovoorts enzovoorts? De methode die gehanteerd wordt, vind ik onjuist, want die is niet vergelijkbaar met die in Nederland. Maar er komt, als we dat gedefinieerd hebben, straks weer een discussie over de vraag hoe zich dat verhoudt tot het minimumloon en het hele loongebouw in Nederland. Misschien moet het minimumloon dan omhoog. Maar als je dat niet doet, krijg je allerlei economische effecten. Die discussie ontstaat meteen nadat je gedefinieerd hebt wat het is in termen van leefbaarheid.

De heer De Graaf zei dat er moest worden gezocht naar een band met de steden. Dat heeft voor mij heel erg te maken met vereenvoudiging. Op het niveau van een stad of een robuust dorp is veel meer vergelijkbaar wie je partner is. Op Sint-Eustatius hoorden we dat er geen hoofd personeelsbeleid en geen hoofd financiën waren. Daar moet je toch vrij makkelijk invulling aan kunnen geven? Op Saba hebben ze een heel goede gemeentesecretaris. Hij is hoofd van een grote afdeling van de gemeente Den Haag geweest. Hij heeft vrouw en kinderen over weten te halen om daar te gaan werken. Daar kwam dus een heel competent iemand van de gemeente Den Haag.

Dan nog iets over de losse waarneming over de landbouw, die blijkbaar toch voeding krijgt. Zou de minister niet met "Wageningen" en met de standsorganisaties van onze boeren en tuinders in contact kunnen treden om met elkaar een project te definiëren om daaraan een nieuwe impuls te geven?

Ten slotte nog iets over Bonaire en de cultuur van de cadeautjes. Die gevangenis en dat belastingkantoor hebben een soort iconische werking, die belangrijk is. Waarom kan er niet geholpen worden met een zwembad, is ons gevraagd. Dat vraag ik me dan ook af. Kinderen moeten kunnen zwemmen. Waarom help je niet mee door de infrastructuur van de haven te verbeteren? Je zou in dialoog met het eilandbestuur na moeten denken over zaken die de balans van het cadeau in evenwicht brengen, in die zin dat mensen zeggen: dat hebben wij altijd graag gewild.

Wij steunen de motie over het sociaal minimum. We steunen de motie over het veranderen van de naam, als symboliek van meer interactie. We steunen de motie over de kinderen. Dat doen we niet met de motie over de pensioenen, want de minister is daar duidelijk over geweest. Verder steunen we de motie om het Statuut te bezien niet. De energie moet naar de operatie en niet naar de wetgeving.