Verslag van de vergadering van 5 juli 2016 (2015/2016 nr. 37)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 20.34 uur
De heer Rombouts i (CDA):
Voorzitter. Dat was ineens een snel einde van deze repliek. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. In de eerste termijn heb ik gezegd dat de CDA-fractie worstelde met de vraag of zij voor of tegen dit voorstel en deze begrotingswijziging zou stemmen, maar dat was natuurlijk niet echt waar. Je kunt immers niet anders dan voor het voorstel stemmen, want je zou de politie en anderen geld onthouden als je dat hier niet in meerderheid zou doen. Wij werden echter ook niet vrolijk van de inhoud van deze begrotingswijziging. Wij zijn daar zelfs een beetje teleurgesteld over als het gaat om die drie onderdelen, die drie pijlers van onze rechtsstaat en van onze strafrechtketen.
Ik koos er daarom in de eerste termijn voor om de minister de kans te geven om zijn meerjarenvisie op tafel te leggen. In het interruptiedebatje is al duidelijk geworden dat we het daar niet over eens zijn. De minister heeft mij er ook niet echt van kunnen overtuigen dat hij een visie heeft op de wijze waarop het in de komende vijf jaar moet gaan. Ik geef hem oprecht in overweging om de komende maanden te benutten om een legacy achter te laten voor de volgende kabinetsperiode en om er zelf in de eerste tranche voor 2017 een begin mee te maken. Ik denk dat dat is wat deze Kamer wil. Zoals collega Engels zei, moeten er op korte termijn nog een paar heel scherpe knelpunten worden opgelost. Dat gaat niet om grote bedragen; die hebben wij daarbij ook niet op het oog. Daarnaast moet de analyse plaatsvinden waarop collega Bikker en ik doelden in onze bijdrage. Laten we nu eens bekijken hoe je er in een periode van vijf jaar voor kunt zorgen dat de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak op orde komen, zodat zij werkelijk dat kunnen doen wat wij van hen mogen verlangen.