Verslag van de vergadering van 13 september 2016 (2015/2016 nr. 39)
Aanvang: 13.33 uur
Status: gerectificeerd
Aan de orde is de herdenking van de heer P.J.S. de Jong.
De voorzitter:
Ik heet de minister-president van harte welkom.
Ik verzoek de leden te gaan staan.
Op 27 juli jongstleden overleed op 101-jarige leeftijd Piet de Jong: senator voor de Katholieke Volkspartij van 11 mei 1971 tot 17 september 1974. In de vier jaar ervoor was de heer De Jong minister-president van het eerste naoorlogse kabinet dat een volle periode zou dienen. Wendbaar maar koersvast stuurde hij het schip van Staat.
Petrus Jozef Sietse de Jong werd geboren op paaszaterdag 3 april 1915 in Apeldoorn, als zesde kind in een Fries katholiek gezin. Na de hbs in Apeldoorn volgde de heer De Jong de adelborstenopleiding in Den Helder, waar hij afstudeerde als tweede van zijn jaar.
Op 19-jarige leeftijd werd de heer De Jong luitenant-ter-zee der derde klasse bij de onderzeedienst. Drie jaar lang was hij gestationeerd in Soerabaja. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 moest hij plotseling als oudste officier met een onderzeeboot de oversteek maken van Rotterdam naar Engeland. Het betrof een vaartuig dat nog nooit op volle kracht had gevaren en waarschijnlijk niet waterdicht was. Maar door het foutloos navigeren van de heer De Jong brak het schip door de waterlinie en maakte het veilig de overtocht.
In de oorlogsjaren die volgden, patrouilleerde de heer De Jong op de Noordzee, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en de Javazee. Aan boord ontwikkelde hij een beheerste, onverstoorbare nuchterheid: iets waar hij in zijn latere politieke loopbaan om bekend zou staan. Zijn jaren op zee verruimden ook zijn blik op de wereld. Zelf zei de heer De Jong hier later over: "Er zijn twee soorten mensen: zij die op het strand staan en denken hier eindigt het land en zij die denken hier begint de rest van de wereld."
In 1948 werd de heer De Jong adjudant van de minister en later van de staatssecretaris van Marine. Daarna was hij achtereenvolgens gezagvoerder, stafofficier bij de NAVO en adjudant van Koningin Juliana. In die jaren ontwikkelde hij een reputatie als deskundig militair, wars van politiek geschipper.
Om die reden werd de heer De Jong in 1959 letterlijk met een helikopter van boord gehaald om staatssecretaris van Defensie te worden. Vier jaar later werd hij benoemd tot minister van Defensie. In die hoedanigheid voerde hij een grootscheepse reorganisatie door. Het departement zou voortaan bestaan uit drie afzonderlijke krijgsmachtonderdelen, onder een verticale gezagsstructuur. Dit stuitte in het parlement op veel weerstand. Maar door goed te luisteren en snel door te dringen tot de zaak, kreeg de heer De Jong uiteindelijk veel lof voor de manier waarop hij het beleid sympathieker had gemaakt. De reorganisatie was zelfs zo grondig, dat de financiële toekomst van Defensie er voor het eerst in jaren goed voor stond.
Na de val van het kabinet-Cals in de nacht van Schmelzer, opgevolgd door het overgangskabinet-Zijlstra, werd de heer De Jong in april 1967 benoemd tot minister-president. Al snel wist hij zijn kabinet aan hem, aan elkaar en aan het programma te binden. Als evenwichtige en — als het nodig was — daadkrachtige commandant stelde hij zijn ploeg in staat tot aanzienlijke prestaties. Zo kwam er een omvangrijk wetgevingsprogramma tot stand: de AWBZ, democratisering van de universiteiten, invoering van de btw, emancipatie van homoseksuelen, vereenvoudiging van de echtscheiding, inkomensnivellering ... en dit alles onder een stringent begrotingsbeleid.
In een periode van onze vaderlandse geschiedenis waarin vrijwel iedere vorm van autoriteit over de hekel werd gehaald, vond de heer De Jong precies de goede balans tussen loslaten en ingrijpen. Hij toonde zich wendbaar maar koersvast.
Op 11 mei 1971, twee maanden na het einde van zijn premierschap, werd de heer De Jong beëdigd als lid van de Eerste Kamer. Hier werd hij spoedig aangewezen als fractievoorzitter van de KVP. Als Kamerlid bepleitte hij dat zijn partij samen met de ARP en de CHU een groot christendemocratisch blok zou vormen. In dit huis stelde de heer De Jong tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in 1972 dat politiek niets anders is dan het regelen van betrekkingen tussen burgers en dat velen de inspiratie en opdracht daartoe vinden in hun geloof. In een interview zei hij hierover dat de essentie van het geloof en de politiek ligt in het gebod dat je je naaste lief moet hebben.
Toen de KVP, ARP en CHU bij de verkiezingen van 1974 toch kozen voor aparte lijsten, trok de heer De Jong zich terug uit de actieve politiek. Maar achter de schermen bleef hij zich hard maken voor de fusie. De handtekeningenactie die volgde op zijn rechtstreekse beroep op de leden van de drie partijen gaf de doorslag voor het vormen van het CDA.
De heer De Jong besteedde na zijn vertrek uit de politiek veel tijd aan charitas. Zo was hij vicevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis, voorzitter Comité Nationale Herdenking '40-'45 en voorzitter van de Centrale voor bemiddeling en medefinanciering van ontwikkelingsprogramma's. Ook vervulde de heer De Jong commissariaten bij DAF, Nationale Nederlanden, Shell, Het Financieele Dagblad en Hoogovens. Ook was hij bestuurder bij Katholieke Universiteit Nijmegen, Westeinde Ziekenhuis, Stichting Holland Beton Groep en Douwe Egberts. Voorts leidde hij economische missies naar Australië en China en was hij voorzitter van de Industriële Raad voor de Oceanologie.
De heer De Jong volstond in het parlement doorgaans met weinig woorden. Ik denk dan ook dat hij zou vinden dat ik nu te lang spreek. Maar de woorden die hij uitsprak waren messcherp, resoluut en vaak met een kwinkslag. Het is een groot goed dat zijn scherpe geest tot op hoge leeftijd intact is gebleven.
De heer De Jong was een groots staatsman, die een prominente plek in onze geschiedenis verdient. Zijn reputatie als oud-premier is met de jaren alleen maar gegroeid. Het is hem gegeven geweest dat zelf op hoge leeftijd te mogen ervaren.
Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor onze vaderlandse democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik geef nu het woord aan de minister-president.
Minister Rutte i:
Mevrouw de voorzitter. "In deze snel veranderende wereld moet de regering haar koers bepalen. Zij doet dit ondanks de beperkte mogelijkheden waarover zij kan beschikken, in het bewustzijn van de grote verantwoordelijkheden die zij daarmee voor de toekomst van ons land draagt." Was getekend: Piet de Jong.
Het is een uitspraak die veel zegt over zijn verantwoordelijkheidsbesef, over zijn relativeringsvermogen en over zijn gevoel voor de tijd. Dankzij deze eigenschappen was Piet de Jong in de woelige jaren zestig precies de minister-president die ons land nodig had. Wij zijn dankbaar voor datgene wat hij voor ons land heeft gedaan en betekend. Van grote betekenis voor zijn verdere leven was inderdaad de Tweede Wereldoorlog, die hij als commandant doorbracht op onderzeeboot O 24. Het waren jaren op het scherpst van de snede, soms balancerend op de rand van leven en dood met een kleine groep mensen in een beperkte ruimte. Deze ervaringen tekenden zijn persoonlijkheid. Hij zei daar zelf over: "Als je eenmaal het suizen van de zeis hebt gehoord, dan is het leven daarna een heel beetje anders geworden. Je hebt dan voor je hele verdere leven geleerd te relativeren. Je gaat losser staan tegenover de materiële dingen."
Piet de Jong verruilde in 1959 de zee voor het land, toen de KVP een beroep op hem deed. Hij zou zijn leven lang in zeemanstermen blijven spreken, tot en met het moment in de Tweede Kamer dat de microfoon te hoog stond voor de niet zo heel lange Piet de Jong, en hij zei: voorzitter, kan de periscoop een klein beetje lager gesteld worden?
Ook in zijn politieke leven bleef hij de man die hij was op zee, kordaat en dienstbaar. Van enige vorm van ijdelheid had hij totaal geen last. Over het premierschap zei hij: de echte attractie ervan heb ik eigenlijk nooit goed kunnen begrijpen. Misschien bezat hij daardoor die geweldige ontspannenheid en ook eerlijkheid. Hij wist Nederland rustig en beheerst door de branding van de jaren zestig te loodsen. Volgens hemzelf was het een tijd van verfrissende vernieuwing, maar soms ook van verwarring. Hij had begrip voor de roep om meer democratie, openheid en gelijkheid, maar trad op wanneer er grenzen werden overschreden. Het kabinet-De Jong bracht in de roerige jaren zestig veel wetgeving, maar ook beleid tot stand. Van de invoering van het minimumloon, de verhoging van de AOW en de versterking van de ontwikkelingssamenwerking tot een flinke verlaging van de werkloosheid: het kan allemaal op het conto geschreven worden van het doortastende kabinet-De Jong.
Met grote beminnelijkheid en hoffelijkheid wist Piet de Jong anderen te overreden. Het is een euvel dat het zo'n aardige man is, heeft een politieke tegenstander eens over hem gezegd. Je móest hem wel aardig vinden. Piet de Jong gaf, met goed gevoel voor de tijdgeest, de aanzet tot een overheid die minder gesloten en ook minder regentesk was dan voorheen. Zo begon hij in 1970 met een wekelijkse persconferentie na de ministerraad. In zijn contacten met de pers verstopte hij zich nooit achter wollige woorden. Piet de Jong zei rond en eenvoudig waar het op stond. Dat deed hij ook de afgelopen jaren tijdens de gesprekken en ontmoetingen die ik met hem had. Ik heb hem leren kennen als een innemend en scherpzinnig man met een filosofische kijk op het leven, voortkomend uit een diep godsvertrouwen. Het katholieke geloof was voor hem haast alles betekenend. De altijd nuchtere Piet de Jong had een duidelijk spirituele kern. Zo zei hij ook over de volgens hem mysterieuze geluiden van dieren en planten in de zee: hoe dat werkt, weet geen mens; dat staat allemaal in de boeken in de hemel.
Vandaag herdenken wij Piet de Jong met warmte, respect en dankbaarheid. Namens de regering wens ik zijn kinderen, familie en vrienden de kracht toe om dit grote verlies te dragen.
De voorzitter:
Mag ik de leden verzoeken om een moment van stilte in acht te nemen?
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.