Plenair Van Rij bij behandeling Toezicht en tuchtrecht juridische beroepen



Verslag van de vergadering van 29 november 2016 (2016/2017 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rij i (CDA):

Mijnheer de voorzitter. Mede namens de fracties van de SGP en 50PLUS heeft de CDA-fractie nog een aantal belangrijke vragen aan de minister over het voorstel voor de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen. De CDA-fractie onderschrijft de doelstelling dat beschermde beroepen, zoals advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders, moeten bijdragen aan de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak. De leden van deze publiekrechtelijke beroepsorganisaties genieten immers het privilege van een domeinmonopolie. Toezicht en tuchtrecht komen de kwaliteit en de integriteit van het beroep ten goede. De tweede reden voor de doorberekening van de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak, namelijk een financiële prikkel om zo efficiënt mogelijk te zijn, is iets minder overtuigend. Hoe dan ook, de CDA-fractie is principieel niet tegen het doorbelasten van de kosten. Wel hechten de leden van mijn fractie aan het beginsel van proportionaliteit. Daarnaast zijn zij zeer gevoelig voor de uitvoeringsaspecten.

In dat verband zijn er vanuit de verschillende beroepsgroepen tot het laatste moment nog prangende vragen opgekomen. Zo heeft de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in de brief van 14 november aan de commissie voor Veiligheid en Justitie naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag duidelijk aangegeven bereid te zijn om de kosten voor het kalenderjaar 2017 eenmalig op te vangen uit een bestaande reserve. Zulks is nodig omdat de nieuwe wet inzake een garantiefonds voor de notarissen naar alle waarschijnlijkheid pas op 1 januari 2018 ingevoerd kan worden. De CDA-fractie spreekt overigens haar waardering uit voor de bereidheid en de toezegging van de minister naar aanleiding van expliciete vragen van onze fractie dat hij een dergelijke wet wil maken. Die nieuwe wet inzake een garantiefonds voor de notarissen maakt het immers mogelijk dat de notarissen in de toekomst de kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak kunnen doorberekenen aan hun cliënten en vervolgens die gelden kunnen afdragen aan het betreffende garantiefonds. Volgens de KNB zou de minister echter onvoldoende rekening houden met het feit dat de KNB voor 2017 niet eenmalig de doorberekening van de kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak op de notarissen kan verhalen. Het boekjaar is al op 1 oktober 2016 begonnen. Bovendien zullen de leden niet akkoord gaan met vaststelling van een verordening als daarin wordt voorgesteld om de contributie te verdubbelen.

Graag vernemen we van de minister of hij akkoord kan gaan met een eenmalige dekking uit de reserve van de KNB voor 2017. Naar de mening van de CDA-fractie zou hij dan een elegante oplossing hebben gevonden, zodat de notarissen in 2017 niet op kosten worden gejaagd, ervan uitgaande dat vanaf 1 januari 2018 de wet inzake een garantiefonds voor de notarissen in werking zal treden. Mocht de minister hier niet in meegaan, dan stelt de CDA-fractie voor dat de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen, met inachtneming van artikel 7 daarvan, voor de KNB op hetzelfde moment in werking treedt als de wet inzake een garantiefonds voor de notarissen, dus dat die later in werking treedt.

Ook de Nederlandse orde van advocaten heeft, op 23 november, nog een brief aan de leden van de commissie voor Veiligheid en Justitie gestuurd. De orde geeft aan nog steeds geen inzicht te hebben in de kosten van inzet van de leden van de rechterlijke macht. Daarnaast spreekt de orde zijn verbazing erover uit dat bij een teruglopend aantal klachten bij de raden van discipline en een verminderd aantal leden van de raden van discipline de kosten gelijk zijn gebleven. Nu de kosten niet duidelijk zijn, heeft de Nederlandse orde van advocaten daarmee in zijn begroting voor 2017 geen rekening gehouden. Kan de minister aangeven wanneer hij die duidelijkheid wel kan verschaffen aan de Nederlandse orde van advocaten? En is hij bereid om de invoering van de voorliggende wet voor de Nederlandse orde van advocaten op te schorten totdat die duidelijkheid er wel is, zodat daarvoor een aanvullend bedrag in de begroting voor 2017 kan worden vastgesteld?

De leden van de CDA-fractie hebben veel sympathie voor de positie van de gerechtsdeurwaarders. Zij horen graag van de minister wanneer precies hij de door hem in zijn brief van 16 november aangekondigde onafhankelijke commissie gaat instellen die een vervolgonderzoek naar de tarieven van de gerechtsdeurwaarders zal uitvoeren. Uit het eerste vooronderzoek blijkt dat de tarieven in het merendeel van de gevallen geen gelijke tred hebben gehouden met de integrale kostenontwikkeling. De leden van de CDA-fractie kunnen zich voorstellen dat de wet pas voor de gerechtsdeurwaarders in werking treedt wanneer het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders is aangepast conform de wens van de minister. Anders worden de gerechtsdeurwaarders geconfronteerd met een onverantwoorde verhoging van de kosten.

We kijken met belangstelling uit naar de antwoorden van de minister.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Wezel van de CDA-fractie. O, pardon, ze is van de SP-fractie. Mag ik één keer voorzitten, maak ik meteen zo'n fout! Het woord is aan mevrouw Wezel van de SP-fractie.