Verslag van de vergadering van 13 december 2016 (2016/2017 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.08 uur
De heer Van de Ven i (VVD):
Voorzitter. De leden van de VVD-fractie bedanken de staatssecretaris voor zijn uitvoerige en inhoudelijke reactie op hun vragen in eerste termijn. De beantwoording van hun vragen is op vele terreinen tevredenstellend.
Ik heb nog twee aandachtspunten. Het eerste aandachtspunt betreft een kwestie die in de loop van de dag bij mij is binnengekomen. Een van die vragen wil ik graag voorleggen aan de staatssecretaris. Op bladzijden 39 en 40 van de nota naar aanleiding van het verslag van 9 december heeft de staatssecretaris geantwoord op vragen van mijn fractie over het bij een verzekeraar onderbrengen van een deel van het pensioen in eigen beheer (PEB). Deze beantwoording heeft kennelijk geleid tot verwarring en vragen bij het publiek.
De vraag van mijn fractie is wat volgens de staatssecretaris nog het verschil is tussen een bepaald extern verzekerd deel en een onbepaald extern verzekerd deel, dit mede met het oog op de brief van de Belastingdienst, Centrum voor proces- en productontwikkeling, aan het Verbond van Verzekeraars van 16 april 2004. Voor het verschaffen van duidelijkheid over deze kwestie verzoeken wij de staatssecretaris om een heldere brief, uiterlijk 31 januari 2017, eventueel na overleg met het Verbond van Verzekeraars.
Dan kom ik op de tweede kwestie die ik wilde voorhouden. De staatssecretaris heeft op een vraag van mijn fractie over de uitfasering van het PEB gemotiveerd het standpunt ingenomen om geen incidentele vrijstelling in de Successiewet op te nemen voor de schenkbelasting. In het overlegtraject tussen partners over de adequate vergoeding is naar het oordeel van de VVD-fractie geen element te onderkennen van bewuste eenzijdige bevoordeling van de partner van de dga. De partnercompensatie is een sequeel, een uitvloeisel van het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer en geen bewuste bevoordeling vanwege een schenking door de partner van de dga. Mijn fractie vraagt de staatssecretaris of de uitleg van de staatssecretaris in eerste termijn betekent dat de belastinginspecteur moet bewijzen dat er sprake is van een schenking in dezen. De VVD-fractie houdt overigens, vooruitlopend op de beantwoording van deze vraag, even een motie achter de hand.
Ik rond af. De leden van de VVD-fractie danken de staatssecretaris en zijn ambtenaren nogmaals van harte voor hun inzet en betrokkenheid bij het pakket Belastingplan 2017.
De voorzitter:
Ik hoorde u zeggen dat u een motie achter de hand houdt. We debatteren in principe in twee termijnen. Begrijp ik dat u een schot voor de boeg doet dat u ingeval het antwoord van de staatssecretaris niet bevredigend is, een derde termijn wenst?
De heer Van de Ven (VVD):
Inderdaad.
De voorzitter:
Goed, dat laat ik dan nog maar even in de lucht hangen.