Verslag van de vergadering van 20 december 2016 (2016/2017 nr. 13)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 14.59 uur
De heer Rombouts i (CDA):
Voorzitter. Wij hebben niet voorgesteld om een begrotingsdebat te voeren over Veiligheid en Justitie, maar nu de gelegenheid zich toch voordoet, wil onze fractie graag voor een onderwerp de aandacht vragen — voor ons belangrijk, maar ook voor ons land — namelijk de versterking van de veiligheidsketen, bestaande uit politie, justitie en rechtspraak. Iedere Nederlander mag van de overheid verwachten dat deze ervoor zorgt dat boeven niet alleen worden gevangen, maar ook worden voorgeleid en berecht. Onrecht mag niet zegevieren. Criminaliteit moet worden bestraft.
Een goed functionerende en op elkaar ingespeelde veiligheidsketen van nationale politie, Openbaar Ministerie en rechtspraak is cruciaal voor deze op het eerste gezicht zo simpele en voor de hand liggende behoefte van burgers. Er is in dit huis al vaak en veel gesproken over de veiligheidsketen en de gelden die hiervoor ter beschikking moeten worden gesteld. Het valt de CDA-fractie op dat het daarbij vooral over kosten, productie, bedrijfsvoering en efficiency gaat, en zo weinig over kwaliteit en structurele hervorming van de keten. We zien dat er wel extra geld wordt vrijgemaakt, recent nog door deze minister bij de Miljoenennota 2017, maar tegelijkertijd wordt er ook ernstig bezuinigd en een overkoepelende visie lijkt, ondanks de recente brief van de minister ter uitvoering van de motie-Bikker, te ontbreken.
Het lijkt aantrekkelijk om ons te laten leiden door de dalende criminaliteitscijfers van wat ik gemakshalve zou willen noemen de "traditionele criminaliteit". Dit is een ontwikkeling waardoor wij ons niet in slaap moeten laten sussen. Cybercriminaliteit en terreur zijn nieuwere vormen van criminaliteit, die zich aan het oog veelal onttrekken, maar die een potentieel zeer destructieve werking op de samenleving kunnen hebben. Zonder hier op angstgevoelens te willen inspelen, is het niet de vraag of maar wanneer ons land met een ernstig geval van cybercriminaliteit of terreur te maken krijgt.
Het heersende criminaliteitsbeeld, dat gebaseerd is op cijfers van de meer traditionele criminaliteit zoals woninginbraak en auto- en fietsendiefstal, is niet meer van deze tijd, is althans een zeer onvolledig beeld. Het is een deel van wat we in de werkelijkheid zien, terwijl criminaliteit zich ook boven en onder het zichtbare afspeelt. Onze organisaties zijn nog steeds in hoge mate op basis van dat achterhaalde beeld ingericht. Versta mij goed, het aantal auto- en fietsendiefstallen en woning- en auto-inbraken is nog steeds groot in ons land, te groot, en kan ook nog steeds heel veel impact hebben op het veiligheidsgevoel van burgers. Maar, en daar wil ik vandaag een lans voor breken, de awareness voor versterken, er is meer. Of het nu gaat om communicatienetwerken, zorg, hulpdiensten, banken of verkeersleiding, als kritische infrastructuur uitvalt, dan heeft dit grote maatschappelijke gevolgen, dan breken de dijken.
Het is een publiek geheim dat onze Nederlandse veiligheidsketen niet het professionele niveau heeft, of althans nog niet heeft, om aan de huidige uitdagingen het hoofd te bieden. Dit vereist allereerst een onderkenning van de feiten. Een onderkenning die recht doet aan de daadwerkelijke omvang van de problemen. We redden het niet alleen met ad-hocinvesteringen. Er dient een weloverwogen plan te komen waarmee we de keten de komende jaren structureel en integraal naar het juiste niveau brengen. Daarbij helpt het om de steeds sterker wordende geluiden van de nationale politie zelf, van het OM en van de rechtspraak serieus te nemen en niet te bagatelliseren. De veiligheidsketen kent veel dimensies en lagen, die ik hier niet in detail wil bespreken. Mijn fractie beschouwt het als de taak van de regering, dus van deze minister en staatssecretaris, om een samenhangend beeld te schetsen en de marsroute voor de komende jaren uit te stippelen.
Eerder dit jaar, bij de behandeling van de begrotingsstaten 2016 op 5 juli, heb ik de minister uitgedaagd — hij herinnert zich dat ongetwijfeld nog en anders ziet hij het wel op zijn iPhone — om nog deze kabinetsperiode een legacy achter te laten voor de volgende kabinetsperiode. De minister heeft deze uitdaging toen — ik citeer — "met vreugde aanvaard". Vorige week heeft de minister onze Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie-Bikker en daarmee inzicht gegeven in het in kaart brengen van de opgave waarvoor de verschillende partners in de strafrechtketen de komende jaren staan. Mijn fractie waardeert dit. Echter, willen er tijdens de volgende kabinetsformatie spijkers met koppen geslagen kunnen worden, dan is er meer nodig. Allereerst de wil en de bereidheid om structureel te investeren in de duurzame versterking van de kwaliteit en de kwantiteit van de keten. De CDA-fractie, leze ook haar conceptverkiezingsprogramma, is daartoe bereid. Dat programma wil voorzien in een stevige basis: een wijkagent per 5.000 inwoners. Wijkagenten zorgen voor stabiliteit en zijn samen met burgers de ogen en de oren in de wijken, waar alle vormen van criminaliteit nu eenmaal hun oorsprong vinden, van radicalisering tot ondermijning, van terreur tot cybercriminaliteit. Het wordt de hoogste tijd dat deze al jaren oude toezegging nu eindelijk eens wordt waargemaakt.
Naast de zichtbare criminaliteit waar onze moderne samenleving in toenemende mate door ontwricht wordt, is er een immense ontwikkeling van een grotendeels onzichtbare en ongrijpbare "inconvenient truth". Dit steeds groter wordende deel van de criminaliteit voltrekt zich buiten ons gezichtsveld, in de cloud en ondergronds: financiële fraude, cybercrime, handel in wapens in drugs op het dark web of criminaliteit rondom bitcoins. Voor een adequate bestrijding hiervan worden andere skills gevraagd, zijn goed opgeleide financiële rechercheurs en data-analisten nodig die de beschikking hebben over technologische hulpmiddelen waarover criminelen allang beschikken. Politie en justitie moeten dringend bij de tijd gebracht worden. Prognoses dat minimaal 50% van de criminaliteit een digitale component kent of deze snel zal kennen, worden als niet overdreven beschouwd. Voor de gehele keten, ook de rechtspraak, is cybercriminaliteit in al haar verschijningsvormen op dit moment een groot punt van zorg. Het enkel opplussen met een paar specialisten in niet voldoende. Het specialisme van vandaag is het generalisme van morgen. Of het nu gaat om de loketfunctie van de intakemedewerker die een aangifte van cybercriminaliteit op de juiste wijze moet behandelen, het Team High Tech Crime van de politie, of de officieren van justitie die belast zijn met opsporing en voorgeleiding en de rechter die hier wat van moet vinden, we praten hier over een groot probleem met veel impact. Op dit moment is er ketenbreed onvoldoende capaciteit en kennis.
Daarom is mijn vraag aan de minister: vervult mijn uitdaging van 5 juli tot de opstelling van een legacy hem nog immer met vreugde? Zo ja, vindt hij het niet op de weg van dit kabinet liggen om voor de volgende kabinetsperiode een meerjareninvesteringsprogramma te doen opstellen, zodat tijdens de aanstaande formatie spijkers met koppen geslagen kunnen worden om onze veiligheidsketen duurzaam te versterken?