Het Nederlandse parlement bekleedt vanaf 1 januari 2017 het tweejaarlijks voorzitterschap van de Benelux Interparlementaire Assemblee. Het Eerste Kamerlid André Postema (PvdA) wordt dan Voorzitter van dit Beneluxparlement. Hij volgt in deze functie de Belgische parlementariër Maya Detiège op. Nederlandse, Belgische en Luxemburgse parlementariërs bekleden deze functie bij toerbeurt. De Voorzitter leidt met twee Ondervoorzitters het Beneluxparlement en vertegenwoordigt het parlement in contacten met andere instanties en derden.
Het Beneluxparlement is opgericht op 5 november 1955 door Belgische, Nederlandse en Luxemburgse parlementariërs, drie jaar eerder dan het verdrag voor de instelling van de Benelux Economische Unie tot stand kwam. Het Beneluxparlement controleert het functioneren van de Benelux Unie en brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de regeringen van de drie landen, optredend in het Comité van Ministers. Het Beneluxparlement bestaat uit 49 leden: 21 uit België, 21 uit Nederland en 7 uit Luxemburg. Het kent drie fracties: een socialistische, een liberale en een christelijke fractie.
Het Beneluxparlement komt drie keer per jaar in plenaire vergadering bijeen. De plenaire vergaderingen van het Beneluxparlement in 2017 vinden plaats op 24-25 maart, 23-24 juni en 24-25 november, allen in Den Haag.
Het parlement heeft zeven commissies, onder meer voor: grensoverschrijdende samenwerking, justitie en veiligheid, ruimtelijke ordening, milieu en klimaat, economie, landbouw en energie. Naast raadpleging van experts op diverse onderwerpen is er jaarlijkse consultatie van de Nationale Ombudsmannen, in het bijzonder over zaken die burgers uit de drie landen raken waar het grensoverschrijdend verkeer betreft, zoals bijvoorbeeld zorgdeclaraties of pensioenen.
De Tweede Kamer nam in 2013 een motie aan die de Nederlandse regering verzocht de instelling van het Beneluxparlement niet te verlengen, maar door voorstellen waardoor het parlement professioneler en effectiever is gaan functioneren is dit achterwege gebleven. Inmiddels is de politieke sturing op de Benelux Unie toegenomen en zijn er diverse dossiers waarop zichtbare toegevoegde waarde voor de inwoners van de Benelux is gecreëerd. Voorbeelden hiervan zijn het terugdringen van roaming tarieven, erkenning van diploma's in het onderwijs en intensivering van de defensiesamenwerking. In het jaarprogramma van 2017 wordt onder andere aandacht besteed aan grensoverschrijdende medische zorg, malafide hondenhandel, de digitale Benelux en de Benelux railagenda.
Deel dit item: