Plenair Verheijen bij voortzetting behandeling Implementatie herziening mer-richtlijn



Verslag van de vergadering van 17 januari 2017 (2016/2017 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Verheijen i (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit naadloos aan bij de inbreng van mijn collega. Onlangs las ik over een uitspraak van de Raad van State in de zaak van de gemeente Reusel-De Mierden. In die zaak werd een bestemmingsplan geschorst omdat er bij de vaststelling van het betreffende bestemmingsplan niet voldaan was aan de eis van voldoende participatie in de procesgang. Daar zit in dit debat een beetje de pijn: wat kunnen we doen om te voorkomen dat men onnodig en te veel naar de rechtbank of de Raad van State gaat? Wat kunnen we in het stelsel doen om ervoor te zorgen dat overheden voldoende bereid en in staat zijn om aan de participatie- en informatiebehoefte invulling te geven op zo'n wijze dat de burger op een toegankelijke, neutrale manier er kennis van kan nemen voordat een besluit wordt genomen?

In mijn bijdrage heb ik twee punten aan de orde gesteld. De minister zei op mijn eerste punt terug te komen in tweede termijn. Dat punt betreft de scheiding tussen het informatierapport, waarin volledige, adequate informatie moet worden geboden aan burgers in het kader van de effecten van het project of het plan dat voorligt, en het ambtelijk advies en de bestuurlijke besluitvorming. Het gaat mij niet om het ambtelijk advies, maar om het informatierapport dat daaronder ligt, dat volledige informatie moet bieden op basis waarvan de bestuurlijke besluitvorming kan plaatsvinden. Ik denk dat het in het kader van die ambtelijke scheiding, zoals die in de MER-richtlijn wordt geïmplementeerd, nuttig kan zijn dat dit rapport openbaar kan worden gemaakt voordat de bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt.

Over mijn tweede punt hebben we wat uitgebreider gefilosofeerd in het kader van de Omgevingswet. Dat sluit aan bij de vraag van mevrouw Stienen wat er nog gaat komen in het kader van de handreiking inzake de Omgevingswet. Wij zouden het zeer op prijs stellen als we in een verder debat kunnen doorpakken in het kader van conclusies die ertoe leiden dat burgers een neutrale faciliteit kunnen gebruiken om overheidsinformatie te toetsen. De minister heeft terecht gezegd dat het bestuur volgens de Algemene wet bestuursrecht wordt geacht, zonder vooringenomenheid die informatie te verschaffen en de besluitvorming voor te bereiden. Maar juist uit het feit dat de Algemene wet bestuursrecht de overheid erop wijst dat zij dat zonder vooringenomenheid moet doen, blijkt dat daar een natuurlijke spanning in zit. Het bestuur is immers politiek-bestuurlijk gekozen op basis van een programma met projecten die men wil uitvoeren. Mijn vraag is hoe dit kan worden opgelost, zodat de informatie toetsbaar is op een goede, eventueel wetenschappelijk voorbereide wijze, zonder dat dit onmiddellijk leidt tot een verplichte procedure in het kader van de MER, juist in het kader van de participatiedialoog die daarbij hoort.

Ik kijk uit naar het antwoord.