Plenair Lintmeijer bij behandeling Twee derden meerderheid van stemmen voor goedkeuring van EU-verdragen



Verslag van de vergadering van 24 januari 2017 (2016/2017 nr. 15)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter. Ook namens mijn fractie dank ik de heer Van der Staaij voor zijn zorgvuldige en bevlogen antwoorden. Die hebben eraan bijgedragen dat een aantal punten in het debat verduidelijkt werden. De minister dank ik voor zijn appreciatie van het voorstel en de onderbouwing en argumenten daarbij.

Als het debat een ding duidelijk heeft gemaakt, is het dat er op het gebied van artikel 91, lid 3 nog de nodige interpretaties gedaan moeten worden. Het lijkt erop dat het artikel veel ruimte biedt in verband met verdragen waar de Nederlandse constituties door zouden veranderen. Een ruimere en scherpere interpretatie is nodig. Dat is uit dit debat naar voren gekomen en dat vind ik waardevol. Het leidt tot de wens om daar via het kabinet en daarna via de parlementen actie op te ondernemen, om te oogsten wat dit heeft opgebracht.

Inhoudelijk heb ik in mijn eerste termijn gezegd dat wij veel kansen en mogelijkheden zien om de EU beter te laten functioneren. Dat is ook noodzakelijk. De democratische legitimatie kan worden vergroot en de mandatering van onze bewindslieden die in de Europa gaan onderhandelen kan worden verbeterd. Dat blijft wat mij betreft onverkort van kracht. De heer Van der Staaij zegt dat zijn wetsvoorstel daar niet aan in de weg staat. In zekere zin klopt dat ook, maar omdat de heer Van der Staaij het wetsvoorstel heeft beperkt tot EU-verdragen en niet breder heeft gekeken naar de werking van verdragen die tot grote veranderingen in de constitutie zouden kunnen leiden, is het bijna logisch dat de focus op de EU komt te liggen. Wij stellen onze appreciatie daartegenover, want wij willen juist dat de EU zelf slagvaardiger wordt. We moeten dus juist geen belemmeringen opwerpen of drempels verhogen om de EU haar werk te laten doen op het gebied van grote mondiale vraagstukken, zoals milieu en klimaat — die heb ik al genoemd — en internationale belastingheffingen. Als het wetsvoorstel hiervoor drempels opwerpt, vinden wij dat een contraire beweging.

Tot slot. Hoe je het ook wendt of keert, er is ook een politieke context waarin wetsvoorstellen zoals dit wetsvoorstel worden gedaan, zowel in 2006 als nu. In die politieke context is euroscepsis wel degelijk een factor. Dat baart ook mijn partij zorgen, niet omdat wij het zo graag willen hebben over rechte bananen of wat er in het gehakt moet, maar omdat wij willen meepraten over de grote mondiale vraagstukken en de aanpassingen daarvan. Daar dragen goede wetgeving en een goede duiding van waar de Europese Unie voor staat, aan bij. In die appreciatie bekijken wij natuurlijk ook dit wetsvoorstel. Wij blijven kritisch over dit wetsvoorstel. Wij zijn benieuwd naar de afronding in tweede termijn. Wij nemen de motie positief in overweging om te bezien wat die ons verder brengt, mede in relatie tot het verbeteren van de interpretatie van artikel 91, lid 3.