Plenair Van Rij bij behandeling Nationale veiligheid en terrorismebestrijding



Verslag van de vergadering van 31 januari 2017 (2016/2017 nr. 16)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 21.04 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rij i (CDA):

Voorzitter. Ook mijn dank aan de minister voor de gegeven antwoorden. Ik wil hier ook wel gezegd hebben dat ik toch wel met grote bewondering constateer hoe hij zich op zo korte termijn ingewerkt heeft in deze wetsvoorstellen.

Ik denk dat het goed is om op te merken, want dat lijkt toch een beetje ondergesneeuwd te raken, dat het bij het wetsvoorstel over het intrekken van het Nederlanderschap om bijzonder ernstige situaties gaat. De aanleiding is dat deze mensen willens en wetens gekozen hebben voor een leven bij ISIS en de bijbehorende strijd voor een utopische Islamitische Staat. Door daar trouw aan te zweren, tekenen uitreizigers voor een leven dat wordt gekenmerkt door excessief geweld en een allesomvattende ideologie, met maar één doel, en dat is vernietiging van onze vrije westerse samenleving.

Over dat soort mensen hebben we het en dan is het inderdaad een heel zwaar middel als het Nederlanderschap afgepakt wordt, maar dat is wel een instrument dat helaas noodzakelijk is; een aanvullend instrument in de gereedschapskist, zoals de minister dat zei. De CDA-fractie is daar dan ook voor. Wij zijn ook overtuigd geraakt door de toezegging dat de minister in een brief aan de Kamer het toetsingskader nog eens goed zal vastleggen, met drie criteria: de proportionaliteit, de rol die de betrokkene gespeeld heeft of speelt, het belang van opsporing, vervolging en berechting en wat de gevolgen van het verlies van Unieburgerschap zijn, ook in relatie tot familieleden. Ik denk dat het heel goed is dat de minister die brief aan de Kamer stuurt. Ik begrijp ook dat de Algemene Maatregel van Bestuur in concept gereed is, maar dat deze nu bij de Raad van State voorligt en dat hij deze nog niet met ons kan delen.

Ik denk dat het goed is als de minister straks nog ingaat op de twee casusposities die ik heb voorgelegd. Daarbij gaat het vooral om het ambtsbericht dat de minister krijgt van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat is niet zomaar wat. Zij hebben een afweging gemaakt om al dan niet over te gaan tot intrekking van dat Nederlanderschap c.q. dat er een ambtsbericht naar het Openbaar Ministerie gaat om te kiezen voor strafvervolging. We mogen aannemen dat daarbij grote zorgvuldigheid betracht zal worden. De minister zei in zijn antwoord dat dit altijd gewogen wordt. Ook al is het advies in het ambtsbericht om tot intrekking van het Nederlanderschap over te gaan, er wordt ook altijd nog met het Openbaar Ministerie overlegd over wat de gevolgen zullen zijn voor wel of niet strafvervolging.

De voorzitter:

Denkt u wel aan uw tijd, mijnheer Van Rij?

De heer Van Rij (CDA):

Ja, dat zal ik doen. Excuses, voorzitter. Ik was veel te optimistisch met mijn twee minuten. Ik ga afronden. Daar komt bij dat er toezicht op gehouden wordt door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, als gevolg van het amendement-Recourt.