Verslag van de vergadering van 21 maart 2017 (2016/2017 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.28 uur
De heer Van Rij i (CDA):
Voorzitter. Ik dank de initiatiefnemers en de minister voor de zeer uitgebreide beantwoording van de vele vragen. Er zijn drie punten te maken.
Ondanks de beantwoording van de vragen blijft steeds de vraag liggen wat dit wetsvoorstel nu eigenlijk oplost, kijkend naar de maatschappelijke ontwikkelingen inzake huwen en samenwonen. Als je het positief benadert, is het slechts een heel klein deel van de puzzel. In eerste termijn heb ik al gezegd dat we daarmee grote moeite hebben.
Qua wetssystematiek, qua uitvoering en qua rechtszekerheid zijn er ondanks de antwoorden toch nog heel grote zorgen en bezwaren, niet alleen bij de CDA-fractie, maar bij meerdere fracties in deze Kamer. Dat heeft ertoe geleid dat ik graag mede namens het lid Wezel van de SP-fractie een motie indien. Als het goed is, is de motie ondertekend door voldoende leden.
De voorzitter:
Door de leden Van Rij, Wezel, Kox, Bikker en Van Dijk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er binnen de Eerste Kamer grote zorgen heersen met betrekking tot de uitvoerbaarheid, rechtszekerheid en wetssystematiek, die voortvloeien uit dit initiatiefwetsvoorstel;
spreekt uit dat het gewenst is dat de behandeling van het huidige wetsvoorstel wordt aangehouden;
vraagt de regering, na overleg met de initiatiefnemers, de mogelijkheden te onderzoeken om het onderhavige initiatiefwetsvoorstel te incorporeren in een nieuw wetsvoorstel, rekening houdend met de geuite zorgen en bezwaren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (33987).
De heer Van Rij (CDA):
Ik kan mijn tweede termijn kort houden en afronden met één verzoek. Het is eigenlijk een vraag. Ik vraag u om deze motie volgende week als eerste in stemming te brengen, mocht het tot een stemming komen, dus voor het wetsontwerp.
De voorzitter:
Het is genoteerd.