In het voorportaal van het gebouw van de Tweede Kamer aan het Binnenhof hebben de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal op de ochtend van 4 mei, de Nationale Dodenherdenking, zoals ieder jaar stilgestaan bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Zij deden dat bij de Erelijst van Gevallenen, waarop 18.000 namen van militairen en verzetsmensen staan die in de oorlog zijn omgekomen.
Tijdens de plechtigheid droegen leerlingen van de Haagse Johan de Wittscholengroep zelfgeschreven gedichten voor. Daarna sprak Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib over ''het doorgeven van de vrijheid''. Ze wees erop ''dat democratie even mooi als broos is'', en dat het van levensbelang is ''onze waarden uit te dragen in woord en daad''.
Vervolgens legden de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, Ankie Broekers-Knol en Khadija Arib, een krans namens de Staten-Generaal, gevolgd door Vice-premier Lodewijk Asscher en Staatssecretaris Martin Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport namens de Ministerraad van het Koninkrijk, en de rector en een leerling van de Johan de Witscholengroep namens hun school.
Op weg naar Nieuwspoort stonden de Voorzitters stil bij de plaquette Englandspiel aan het Binnenhof.
Nieuwspoortherdenking
In Nieuwspoort vond de herdenking plaats van de journalisten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen voor het vrije woord. Daar hield Ridder der Militaire Willemsorde, Majoor Marco Kroon, een toespraak. Kroon sprak over een zeker parallellie tussen het werk van militairen en van journalisten. "In plaats van een pen, een microfoon of een camera staat juist het geweer symbool voor mijn werk. Maar toch zie ik ook overeenkomsten. Want zoals een journalist probeert helderheid te krijgen in een hoeveelheid gebeurtenissen, in de mist van de actualiteit, en deze probeert scherp te krijgen, zo staan wij als militair ook vaak voor diezelfde uitdaging."
Journalisten die zich diep in oorlogsgebieden wagen om de werkelijkheid van de oorlog te verslaan, brengen hiervoor soms ook het allerhoogste offer. Kroon zei trots te zijn op de persvrijheid in ons land. Kroon: "Het waren - en zijn - onze journalisten die ook dwars door de mist van de oorlog heen snijden. (...) Het was een journalist die op 15 mei 1940 de eerste daad van verzet pleegde door een illegaal blaadje uit te geven. Het geschreven woord was het begin van het verzet. Een daad van mensen die zich niet wilden neerleggen bij de gegeven situatie."
Herdenking in Amsterdam
In de avond van 4 mei zijn de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en een groot aantal Kamerleden aanwezig bij de Nationale Herdenking in de Nieuwe Kerk en bij het nationaal Monument op de Dam in Amsterdam.
Deel dit item: