De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 mei 2017 stil gestaan bij het overlijden van oud-senator Saskia Stuiveling. Aan het begin van de herdenking merkte Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, op dat Saskia Stuiveling slechts heel kort lid is geweest van de Eerste Kamer: van 10 juni tot 11 september 1981. Als lid en President van de Algemene Rekenkamer heeft zij echter decennialang een bepalende invloed gehad op het landsbestuur.
De Kamervoorzitter stelde dat Stuiveling het eeuwenoude instituut Rekenkamer nieuw elan heeft gegeven. Broekers-Knol: "Zelden sloten functie en persoon zo goed op elkaar aan. Mevrouw Stuiveling was niet alleen 'cijfergek', maar bezat ook een messcherp analytisch vermogen en had bovendien de standvastige persoonlijkheid die nodig is om de overheid op haar functioneren aan te spreken."
Als geen ander wist Saskia Stuiveling dat het controleren van overheidsfinanciën zowel geduld als ongeduld vraagt. Ook vraagt het inzicht in de werking van bureaucratie en de enorme complexiteit van politiek-bestuurlijke besluitvorming. Dat inzicht kan alleen verworven worden als er verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid. Stuiveling stuurde er dan ook steeds op aan dat begrotingen van ministeries werden omgezet in concrete, meetbare doelstellingen.
Broekers-Knol: "Als President van de Rekenkamer, een instituut binnen een instituut, ontwikkelde zij zich tot rentmeester van de rechtsstaat. Het was een rol waarmee zij zich niet altijd populair maakte, maar waarin zij volhardde in de overtuiging dat een democratische rechtsstaat alleen kan slagen als er voldoende checks and balances zijn. Eén van haar gevleugelde uitspraken is: "Als degenen die je controleren niet meer over je klagen, moet je gaan opletten.""
Deel dit item: