Verslag van de vergadering van 4 juli 2017 (2016/2017 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.56 uur
De heer Lintmeijer i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de antwoorden. Omdat wij hier toch wetsgeschiedenis schrijven, zeg ik maar even dat het goed is dat de minister nog eens heeft aangegeven dat de begrippen "onschendbaarheid" en "eerbiediging" op één lijn staan en dat daar geen gradatie van verschil in zou moeten zitten. Als we dat met elkaar eens zijn, ben ik op dat punt gerustgesteld.
Het is ook mooi dat de minister het begrip "telecommunicatie" een brede werking wil geven, want het woordje "tele" betekent in de praktijk eigenlijk "ver". Ik interpreteer dit zo dat ook korte communicatieafstanden, die we via bluetooth, NFC en hoe het allemaal heet met elkaar uitwisselen, niet worden beperkt door deze interpretatie van het begrip "telecommunicatie", nog even los van de vraag of de drie door de minister gedefinieerde stappen die daarin voor moeten komen, allemaal meedoen.
Mijn laatste punt is dat de rechter minder vaak in beeld komt bij het inbreuk kunnen maken op de eerbiediging. Dat is voor onze fractie toch nog wel een puntje. Ik begrijp dat we daar bij individuele wetgeving, zoals volgende week bij de Wiv, met elkaar van gedachten over zullen wisselen. Ik neem dit punt mee naar mijn fractie om dit ook in het kader van dit grondwetsvoorstel nog eens tegen het licht te houden.