Plenair Wezel bij Debat met minister van Justitie en Veiligheid over de voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie



Verslag van de vergadering van 3 april 2018 (2017/2018 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Wezel i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik bedank de minister voor zijn uitgebreide reactie. Naar aanleiding van zijn reactie heb ik nog wel een aantal vragen. Het eerste punt. Ik hoorde de minister zeggen dat een EOM als meerwaarde heeft dat het zicht oplevert op wat er fout gaat in die landen. Op die manier kan de fraudebestrijding in die landen op een hoger niveau worden gebracht. Best practices kunnen worden bepaald. Het levert een beter zicht op op wat er gebeurt in die landen waar bijvoorbeeld btw-fraude wordt gepleegd. Wat gaat het EOM daar dan mee doen? Gaan ze de opsporingsambtenaren, officieren van justitie en rechters in die landen trainen? Wat voor middelen heeft de EU dan wel het EOM om de fraudebestrijding op een hoger niveau te brengen? Zitten die landen daarop te wachten? En wat voor maatregelen kan de EU of het EOM nemen indien er in een land een voedingsbodem is voor EU-fraude?

Mijn tweede vraag gaat over het evocatierecht. Stel, een OM heeft een meerjarig onderzoek gedaan naar btw-fraude, of is dat aan het doen, en dit onderzoek heeft vele miljoenen gekost. En stel, het EOM maakt gebruik van zijn evocatierecht en neemt de zaak over. Tussen landen bestaat nu een vergoedingsregeling. Geldt die dan ook bij evocatie?

Dan het derde punt. Graag verneem ik nog een reactie van de minister op de vraag aan welk recht de rechter toetst als in andere Europese landen opsporingshandelingen zijn verricht. Of is het de bedoeling dat als een zaak bij een Italiaanse rechter wordt aangebracht, de opsporingshandelingen op grond van en conform het Italiaanse recht plaatsvinden? Bij rechtshulpverzoeken toetst de nationale rechter hieraan. Dit vervalt volgens mij met dit voorstel.

Dan het vierde punt. Ik krijg graag nog een antwoord op de vraag of het EOM een uitbreiding oplevert van de rechterlijke macht.

Vraag vijf is of de minister nog nader in wil gaan op de vragen over democratisch toezicht en daar een nadere toelichting op wil geven.

Dan de laatste vraag. De SP en de Partij voor de Dieren hebben de regering verzocht om ervoor zorg te dragen dat deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie niet ten koste gaat van de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit. De minister heeft op dit punt geen toezegging gedaan. De fracties van de SP en de Partij voor de Dieren zijn van mening dat deelname aan het EOM niet ten koste moet gaan van de nationale opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit. Om die reden dienen de SP en de Partij voor de Dieren de volgende motie in. Deze is ook door andere partijen ondertekend.

De voorzitter:

Door de leden Wezel, Koffeman, Ruers, Postema, Baay-Timmerman, Diederik van Dijk, Ten Hoeve en Köhler wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering voornemens is Nederland te laten deelnemen aan het Europees Openbaar Ministerie;

overwegende dat het toetreden tot het Europees Openbaar Ministerie inhoudt dat Nederland FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit ter beschikking dient te stellen aan en voor het Europees Openbaar Ministerie;

overwegende dat uit de EU-verordening niet blijkt hoe groot de omvang zal zijn van het beroep van het Europees Openbaar Ministerie op de Nederlandse FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit, noch dat het beroep op capaciteit gelimiteerd is;

overwegende dat de FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit die Nederland beschikbaar heeft, beperkt is;

overwegende dat er reeds sprake is van grote financiële en organisatorische druk op de FIOD/opsporingsinstanties, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak en vergroting van die druk niet wenselijk is;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie niet ten koste gaat van de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter AG (33709).

Dank u wel, mevrouw Wezel. Ik geef het woord aan de heer Van Dijk.