Plenair Postema bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 10 april 2018 (2017/2018 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Postema i (PvdA):

Voorzitter. Ik heb vandaag, vanochtend, gezien dat diverse fracties echt hun best hebben gedaan om er vandaag daadwerkelijk Europese beschouwingen van te maken en niet alleen een opsomming van de politieke actualiteit. Ik heb daar ook veel van geleerd. Mijn dank is dus niet alleen aan de beide ministers, maar ook aan de collega's.

Ik constateer ook dat er bij de regeringspartijen diverse collega's zijn die het kabinet oproepen om proactief en constructief mee te bouwen aan het Europa van de toekomst. Versterk de Europese inzet op het terrein van veiligheid, defensie, duurzaamheid, R&D, asiel en migratie, ook samengebald in de ontwikkeling van een externe poot, zoals collega Knapen dat zei, naast de reeds ontwikkelde poot van de interne markt. Een betere en meer eigentijdse inzet van de Europese middelen en niet noodzakelijkerwijs met minder, zoals collega Schaap zei.

Ik heb zelf de behoefte gehad om de toekomst van de Europese Unie als gemeenschap langs minimaal vijf assen verder en richtinggevend uit te diepen. Uit de beantwoording van de beide ministers blijkt onverkort hoe moeilijk het is om hier met de regering daadwerkelijk de dialoog over te voeren. Europa blijft voor hen een te managen set van problemen, zonder dat er sprake is van een inspirerend vergezicht. Ik hoop niettemin dat de bijdrages zoals die vandaag vanuit de diverse fracties, inclusief de mijne, hier in de Kamer geleverd zijn de regering aan het denken zetten over haar rol in Europa. We zullen het niet laten om de regering daarbij te gaan volgen de komende periode.

Voorzitter, tot slot. We hebben ons als Kamer ook gebogen over het Commissieprogramma 2018, hetgeen heeft geleid tot het concept van het Europees werkprogramma 2018 van de Eerste Kamer. Mijn fractie spreekt bij dezen haar steun uit om dit werkprogramma zo vast te stellen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Postema. Ik geef het woord aan de heer Backer.