Verslag van de vergadering van 19 juni 2018 (2017/2018 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.58 uur
Mevrouw Bredenoord i (D66):
Voorzitter. Het is zonnig hier. Gelukkig kan ik het schermpje goed zien.
Ook ik wil de minister graag bedanken voor zijn uitgebreide antwoorden. Wat ons betreft is uitbreiding van bevoegdheden voor politie en justitie om onlinecriminaliteit tegen te gaan een noodzakelijk kwaad in het digitale tijdperk. Maar we zijn allemaal ingegaan op de strikte voorwaarden, afbakening en ook toetsing. De proportionaliteit en de subsidiariteit van met name de hackbevoegdheid hangen af van voor welke misdrijven deze bevoegdheid mag worden ingezet en onder welke voorwaarden en van de afbakening van die specifieke zaak.
Ik kan mij vinden in de antwoorden van de minister, onder andere over wat een specifieke zaak is en ook dat de wet niet bedoeld is om bijvoorbeeld invasieve medische apparatuur te hacken. Het is nooit voor het binnendringen van het menselijk lichaam ten behoeve van de opsporing.
De antwoorden van de minister over het toezicht op de inzet van de take-downbevoegdheid waren voor mij nog niet helemaal duidelijk. Graag hier nog wat verheldering over.
Omdat de proportionaliteit van het wetsvoorstel afhangt van wanneer politie en justitie bevoegdheden hebben om geautomatiseerde werken binnen te dringen, is de inhoud van de voorgestelde AMvB van belang. We hebben het erover gehad. Ik heb heel goed geluisterd naar de minister. Om er geen twijfel over te laten bestaan dat we elkaar goed hebben verstaan, nu maar zeker ook in de toekomst bij eventuele wijzigingen, dien ik de volgende motie in.
De voorzitter:
Door de leden Bredenoord, Schnabel, Stienen, De Graaf, Engels, Backer, Strik, Sent en Gerkens wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er volgens de wet per AMvB misdrijven kunnen worden aangewezen waarvoor een bevoegdheid tot binnendringen in geautomatiseerde werken wordt gecreëerd;
overwegende dat de betreffende AMvB thans nog voor advies bij de Raad van State ligt;
overwegende dat in deze AMvB in artikel 2 een limitatieve lijst van misdrijven is opgenomen;
overwegende dat de inhoud van de AMvB van betekenis is voor de proportionaliteitstoets;
verzoekt de regering deze AMvB en eventueel toekomstige wijzigingen daarvan vooraf ter inzage te leggen in deze Kamer, opdat de Kamer deze in het licht van de hierboven genoemde proportionaliteitstoets kan beoordelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (34372).
Mevrouw Bredenoord (D66):
Hartelijk dank.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bredenoord. O, mevrouw Sent.
Mevrouw Sent i (PvdA):
Ik heb nog een vraag aan mevrouw Bredenoord aangaande de juridische verankering van de motie. Als ik het goed begrijp, is er een verzoek voor een voorhangprocedure. Het is gebruikelijk om die wettelijk te verankeren, maar waar vind ik die wettelijke verankering in dit geval?
Mevrouw Bredenoord (D66):
U kunt dit zien als een verzoek om een informele of materiële voorhang, dus dat op deze manier expliciet wordt toegezegd dat zowel deze AMvB — die ligt nog bij de Raad van State, ook al zien we de lijst nu — als eventuele toekomstige wijzigingen hier worden voorgelegd. Wat mij betreft heb je dan een goede verankering.
De voorzitter:
Een toezegging voor voorhang is voldoende, hoor. Wettelijke verankering hoeft niet per se.
Mevrouw Sent (PvdA):
Dan hoop ik dat de minister bereid is om dat toe te zeggen.
De voorzitter:
Nogmaals dank, mevrouw Bredenoord. Ik geef het woord aan mevrouw Sent.