Plenair Lintmeijer bij voortzetting gezamenlijke behandeling van 12 wetsvoorstellen met betrekking tot samenvoegingen van gemeenten



Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 21.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Mevrouw Bikker heeft een klein beetje het gras voor mijn voeten weggemaaid, want ik had ook iets willen zeggen over de identiteit van Utrecht en Utrechters. Ik heb niet in de raad gezeten, maar ik heb daar wel vaak mogen staan. Dat heeft mij tot de conclusie gebracht dat de omvang van een gemeente niet het enige criterium is op basis waarvan identiteit gevoeld en beleefd wordt en tot stand komt. In de mooie gemeente Utrecht, waar ik woon, voelen mensen zich van wijk tot wijk Utrechters en dat is eigenlijk wat je ook in grotere gemeenten zou willen.

Of we het nou leuk vinden of niet, de regio is de schaal waarop veel maatschappelijke dienstverlening tegenwoordig plaatsvindt. Dat gebeurt niet alleen door samenwerkende gemeenten, maar ook — ik zei dat eerder — door woningcorporaties, zorginstellingen, het onderwijs en nog veel meer. Het is voor zowel de gemeente als opdrachtgever als voor de gemeente als uitvoerder belangrijk dat er voldoende schaalniveau is om in die maatschappelijke ontwikkeling mee te kunnen gaan met de regionalisering. Dat hoeft niet altijd door fusie, maar het is ook niet zo dat dat fusie in de weg zou moeten staan. In die zin vinden wij meegroeien met die maatschappelijke ontwikkeling naar een schaalniveau dat wat groter is dan dat in het verleden was een goed begaanbaar pad.

Bestuurlijke afwegingen en draagvlak staan met name in de fusie van Groningen, Haren en Ten Boer met elkaar op gespannen voet. Dat is de gemeentelijke herindeling waar ook mijn fractie de meeste zorgen over heeft en het meest diepgaand over heeft nagedacht. Uiteindelijk alles afwegend en ook de antwoorden van de minister horend, waarvoor dank, denken wij toch dat het goed is dat deze fusie doorgang gaat vinden, omdat anders te veel een geïsoleerde positie van de kleinere gemeente Haren in een grotere bestuurlijke eenheid daaromheen zou gaan ontstaan en dat lijkt ons op de langere termijn onwenselijk.

We hadden ook een aantal vragen over een paar specifieke situaties, die ik niet allemaal meer zal nalopen. Die zijn wat mijn fractie betreft naar tevredenheid beantwoord door de minister. Dat betekent dat wij de herindelingsvoorstellen zullen steunen zoals ze er liggen.

Ik voeg er nog één ding aan toe en dat is dat het punt van draagvlak wel degelijk — we hebben daar gisteren naar gevraagd en de minister heeft daar ook op gereflecteerd — explicieter zou moeten worden in toekomstige procedures. Met name de wijze waarop dat wordt verantwoord en inzichtelijk wordt gemaakt hoe dat draagvlak tot stand is gekomen, welke elementen daarbij zijn betrokken en welke stappen daarbij hebben plaatsgevonden, vinden wij een belangrijk punt om aan de minister, ook voor de toekomst, mee te geven. Als steuntje in de rug zullen wij daarom ook de motie van de heer Ten Hoeve steunen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Lintmeijer. Kunt u nog even teruggaan, want de heer Van Hattem heeft nog een vraag.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik hoor de heer Lintmeijer zeggen: de zorgvuldige procedure moet doorlopen worden ten aanzien van draagvlak. Maar als ik dan naar de motie kijk die hij mede heeft ingediend, dan zie ik daar toch in staan dat bij een gebrek aan draagvlak, als de procedure maar zorgvuldig is, de herindeling toch gesteund moet kunnen worden, als ik het dictum goed lees. Hoe kijkt u daar dan tegen aan? Is dat draagvlak dan opeens niet meer belangrijk, zolang de procedure maar zorgvuldig genoeg is?

De heer Lintmeijer (GroenLinks):

Ik heb het volgens mij iets anders beogen te zeggen. Ik heb gezegd dat ik het belangrijk vind dat transparant is op welke wijze er aan draagvlak is gewerkt. Draagvlak is wat mij betreft iets te veel een containerbegrip geworden. Het draagvlak van gemeenteraden die ergens voor zijn is niet hetzelfde als draagvlak van individuele bewoners die elk hun eigen afweging daarin kunnen maken. Ik wil in de toekomst transparanter kunnen zien op welke wijze dat draagvlak tot stand is gekomen en over welke vormen daarvan we het dan hebben. Dan kan het nog altijd zo zijn dat je in je bestuurlijke afweging of in je uiteindelijke overall afweging zegt: de andere argumenten wegen net zo zwaar of wegen nog iets zwaarder, waardoor we toch met iets instemmen. Maar ik wil dat eigenlijk meer, met een onaardig woord, geprotocoliseerd kunnen zien, zodat we allemaal met elkaar helder kunnen zien op welke wijze de afwegingen gemaakt zijn, onder andere die van het draagvlak.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Lintmeijer zegt nu dat naar draagvlak toe moet worden gewerkt. Maar zoals ik straks al aangaf: draagvlak is er of het is er niet. Je stelt vast of iets gedragen wordt. Naar draagvlak toewerken is iets wat daar los van zou moeten zijn, dat is een bepaald proces wat men ingaat als men iets wil bewerkstelligen. Wanneer wil men iets bewerkstelligen? Als er draagvlak voor is. Dan zegt u dat u het wel kunt gaan steunen als het transparant is, dus zolang er maar een transparant proces is. Ja, dat is allemaal leuk en aardig, maar transparantie is een basisvoorwaarde waaraan altijd moet worden voldaan in het openbaar bestuur. Als die er niet is, moet je überhaupt niet in zo'n proces wíllen stappen. Dus wat voegt uw verhaal hier nou nog aan toe?

De heer Lintmeijer (GroenLinks):

Soms moet je kunnen tillen om iets te kunnen dragen. Draagvlak is niet iets wat statisch is, je moet soms ook stappen kunnen zetten om met elkaar tot draagvlak te komen. Je kunt prima met mensen en bestuurders het gesprek aangaan, je kunt mensen onderling het gesprek laten aangaan, om vervolgens te kijken tot welke uitkomsten dat leidt. Dat kan draagvlak zijn, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Lintmeijer. Ik geef het woord aan mevrouw Huijbregts.