Verslag van de vergadering van 11 september 2018 (2017/2018 nr. 39)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.42 uur
De heer Don i (SP):
Voorzitter. Ik heb de eer om dit betoog ook namens de Partij voor de Dieren te mogen uitspreken.
Vorig jaar rond deze tijd voerden wij procedureel gezien een bijzonder debat. Een zitting van de Tweede en Eerste Kamer op dezelfde dag. Veel parlementaire drukte voor een kleine wettelijke noodoplossing om ervoor te zorgen dat de indexering van het eigen risico van de zorgverzekering, nota bene €15, voor het jaar 2018 achterwege zou blijven. Vandaag bespreken we het vervolg, te weten de bevriezing van de indexering van het eigen risico van de zorgverzekering voor de komende drie jaar. Met als uiteindelijke resultaat geen verdere stijging van het eigen risico van de zorgverzekering tot en met 2021.
Onze fractie en die van de PvdD kijken met gemengde gevoelens naar het voorliggende wetsontwerp. Het thema eigen risico is een onderwerp waar wij als socialistische partij al heel lang een uitgesproken mening over hebben. Ik durf te stellen dat zonder acties van onze partij en die van het Nationaal Zorgfonds, gericht op de afschaffing van het eigen risico, wij vandaag geen debat zouden hebben over het bevriezen van deze indexering. In onze ogen is dit debat dus winst. Kijken wij als fracties inhoudelijk naar dit wetsvoorstel, dan is de oogst in onze ogen maar mager. Het eigen risico wordt de komende drie jaar vastgezet op het maximum van €385. Het eigen risico stijgt niet door naar €445 in 2021. De zorgpremie stijgt wel, want het financiële vierkant moet natuurlijk dicht blijven. Voorzitter, dit wetsontwerp kent dus een virtuele verlaging van het eigen risico. Het toekomstige effect voor een verzekerde die zijn verplichte eigen risico volledig betaalt en een zorgtoeslag ontvangt is €31, en wel in 2021, einde looptijd van deze wet. Een bescheiden financiële handreiking richting de verzekerden passend in een breder pakket van aanpalende maatregelen rondom het beperken van de eigen bijdragen van de WMO en de Wet langdurige zorg. Zeker als ik dit afzet tegenover het afschaffen van de dividendbelasting, is het gemis aan opbrengsten voor de staat ongeveer 2 miljard. Een verlaging van het eigen risico was voor de fracties van de SP en de PvdD een echte stap geweest.
De financiële gevolgen van dit wetsvoorstel zijn tot twee decimalen achter de komma in beeld gebracht. Zo ook het doel van dit wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel past, volgens de memorie van toelichting, in een pakket van maatregelen om de stapeling van eigen betalingen in de zorg en ondersteuning te verminderen. Dit met als doel om de zorgkosten die voor eigen rekening komen betaalbaar te houden. De eigen betalingen in de zorg en ondersteuning mogen er immers niet toe leiden dat mensen om financiële redenen afzien van noodzakelijke zorg of ondersteuning. Dit citaat komt uit de memorie van toelichting. We lezen in het voorliggende wetsvoorstel dat het vermijden van zorg ongewenst is. Het bevriezen van het eigen risico dient dus om zorgmijding te voorkomen. We wisten natuurlijk al wel dat het eigen risico is opgeworpen zodat de burger niet te vlug gebruikmaakt van de zorg. In de memorie van toelichting wordt hierover als volgt geschreven: "De financiële prikkel voor verzekerden om terughoudend te zijn met zorggebruik". Maar dit allemaal gelezen hebbend, ben ik toch wel in verwarring. Afzien van zorg wordt door de minister als onwenselijk geacht, maar we dienen als verzekerden wel geprikkeld te worden om terughoudend te zijn met het gebruik van zorg. Een wetsvoorstel met een schijnbaar dubbele boodschap. De minister geeft in zijn beantwoording van onze schriftelijke vragen over de wenselijkheid en onwenselijkheid van zorgmijding aan dat deze wenselijkheid afhankelijk is van de noodzakelijkheid van de zorg. Het betreft een zorginhoudelijke afweging, waarbij behalve de verzekerde ook een hulpverlener betrokken is. De regering hanteert in dezen geen criteria, zo schrijft de minister. Een antwoord waar je ook verschillende kanten mee op kunt.
Onze rol als Eerste Kamer is om wetgeving te toetsen op eenduidigheid, uitvoerbaarheid, reikwijdte en ook juridische samenhang. Ik vraag de minister hoe ik deze dubbele boodschap van de wenselijkheid en de niet-wenselijkheid van zorgmijding, in dit wetsontwerp, dien te beoordelen. Daarbij: hoe legt de minister nu de verzekerden uit dat zij een beetje financieel geholpen worden door de bevriezing van het eigen risico, om ongewenste zorgmijding te voorkomen, maar wel een eigen risico blijven betalen om gewenste zorgmijding te stimuleren? Onze fracties zijn toch echt wel nieuwsgierig naar het antwoord van de minister in dezen.
Deze dubbele boodschap in voorliggend wetsvoorstel is wat mij betreft het gevolg van een grofmazige wijze van stelselsturing. Het wetsvoorstel lijkt gebaseerd te zijn op een politieke gedachte dat zorg alleen een kostenpost is, verzekerden alleen maar financiële risico's, schadegevallen, zijn en financieel geprikkeld dienen te worden. Met het rapport Weten is nog geen doen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in mijn achterhoofd vraag ik de minister waarom deze niet breder kijkt zoals naar de effecten en gevolgen van de zorgmijding en deze betrekt bij zijn beleidsafweging rond de gewenstheid en ongewenstheid van de zorgmijding,
Zorgmijding is een gegeven. Het rapport van Nivel Inzicht in zorgmijden, en ook het laatste rapport van Nivel, over de kennis van de verzekerden over de eigen betalingen binnen de Zorgverzekeringswet, tonen dit aan. Er zijn nog veel verdiepende vragen over de aard en omvang van zorgmijding. Maar wat zijn nu de gevolgen, de effecten van zorgmijding? Deze vraag beantwoordt de minister op onze schriftelijke vragen slechts summier. Onze minister zou toch hartstikke nieuwsgierig moeten zijn naar de effecten van gewenste en ongewenste zorgmijding op individueel welbevinden, actieve participatie, inzetbaarheid en menselijk functioneren, maar ook op samenlevingsniveau? Hij zou dit toch willen kwantificeren, zijn handen jeuken toch om hier zicht op te krijgen en te gebruiken in zijn verdere beleid? Ik zie nog geen jeukhanden. Financiële sturing op de uitvoeringspraktijk en de verschillende effecten daarvan op de verzekerden worden dan toch in balans gebracht?
Nu snapt de fractie van de SP dat het inhoudelijk beoordelen van individuele effecten op een groepsniveau als gevolg van uitvoeringsbeleid, zoals dit wetsvoorstel, niet eenvoudig is. Maar in onze ogen is de minister het aan zijn stand verplicht om hier wel een poging toe te wagen. De minister is toch ook geïnteresseerd in wat de bevriezing van het eigen risico aan persoonlijk, maatschappelijk en financieel rendement oplevert? Is de minister bereid, zo vraag ik via de voorzitter, om de verschillende dimensies van de effecten van zorgmijding te onderzoeken? Of op zijn minst de haalbaarheid van zo'n onderzoek te beschouwen?
Afrondend, voorzitter. Voorliggend wetsvoorstel is niet meer dan een bescheiden financiële handreiking richting een groep verzekerden waarmee de regering tegelijkertijd stuurt op gewenste alsook op ongewenste zorg mijding. Een wetsvoorstel met een dubbele boodschap. De effecten van zorgmijding worden in dit wetsvoorstel niet meegenomen. Hiermee wordt de beperktheid van het wetsvoorstel zichtbaar. De SP-fractie en de fractie van de Partij voor de Dieren zijn niet tevreden over dit wetsvoorstel. Het eigen risico wordt niet verlaagd. Mensen die ziek zijn blijven gewoon hun eigen risico betalen, hun boete op ziek zijn. Deze bescheiden tijdelijke wettelijke handreiking verandert hier nauwelijks iets aan. Dat is teleurstellend!
We kijken uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Don. Ik geef het woord aan mevrouw Nooren.