Verslag van de vergadering van 9 oktober 2018 (2018/2019 nr. 3)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.47 uur
Mevrouw Teunissen i (PvdD):
Voorzitter. Ik wil allereerst de minister hartelijk bedanken voor zijn beantwoording. Dat ik de antwoorden niet bevredigend vond, had niets met zijn bevlogenheid of stijl te maken. Dat had vooral te maken met de opmerkingen die hij maakte met betrekking tot het afwegingskader. Want geprotocolleerde wegingsmodellen zijn reuze-interessant, net als het maatschappelijk leven in een spreadsheet stoppen, maar ze hebben ook veel weg van een ontsnappingsroute. De operationele strategie en het afwegingskader zijn gewoon onduidelijk. Niemand kan daar een touw aan vastknopen. Onder het veiligheidsbelang vallen de veiligheidsrisico's voor de omwonenden als gevolg van de bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas en risico's voor de eindafnemer als gevolg van het niet kunnen voorzien van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas.
Het voorstel bepaalt daarnaast nog eens dat in het algemeen het maatschappelijke belang meeweegt om de afnemers van het benodigde gas te voorzien. Het wordt echt een heel lastige toer om dat goed af te wegen. In dit kader vindt mijn fractie het dan ook onacceptabel dat we dit niet duidelijk aan de volksvertegenwoordiging voorleggen, zeker omdat dit een nieuwe werkwijze is en wij gewoon baat hebben bij die duidelijke afweging. Ik steun de moties van de heer Reuten en de motie van de heer Verheijen dan ook van harte.
Voorzitter. De gaswinning moet omlaag en uiteindelijk helemaal naar nul, maar nergens in dit wetsvoorstel wordt dat vastgelegd en ook op dat punt heeft de minister geen toezeggingen gedaan. Nogmaals, dit heeft allemaal veel weg van een ontsnappingsroute, want wat gaan de volgende kabinetten doen? Dat is de vraag.
Voorzitter. Ik ben ook niet erg tevreden over het antwoord dat de minister gaf inzake het klimaat. Waarom wacht de minister met dwingende maatregelen terwijl de gaskraan daarmee sneller dicht kan? Ook het Staatstoezicht op de Mijnen vraagt de minister op korte termijn hiermee te komen, zodat grootverbruikers sneller van het Groningse gas gaan. De minister maakt met verschillende wetten onderscheid tussen heel veel verschillende afwegingskaders en creëert daarmee een alibi op elk onderwerp dat aangesneden wordt, want gaswinning gaat over bodemdaling, aardbevingen, economische belangen en het klimaat. De minister probeert in een semantische puzzelrit elke kritische vragensteller af te schudden om zichzelf een vrij aftocht te bieden, een carte blanche waar geen Groninger gerust op is.
Als we van het gas af moeten, dan geldt dat ook voor grootverbruikers, juist voor grootverbruikers. Ik dien daarom de volgende motie in.
De voorzitter:
Door de leden Teunissen, Reuten, Koffeman, Binnema, Nagel en Ten Hoeve wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Staatstoezicht op de Mijnen adviseert om de winning van het Gronings gas sneller te beëindigen, onder meer door de aardgasbelasting voor grootverbruikers te verhogen;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe de aardgasbelasting kan worden ingezet om grootverbruikers te stimuleren versneld over te stappen op duurzame alternatieven voor aardgas,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter L (34957).
Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.