Plenair Brinkman bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 30 oktober 2018 (2018/2019 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Brinkman i (CDA):

Voorzitter. Onze fractie dankt de minister-president oprecht voor de energie die hij namens het kabinet uitstraalde. Maar niet alleen in dit debat, want dat komt meer voor. Wat ons betreft mag dat nog wat langer dan na de verkiezingen worden voortgezet. Dat heeft u ook in de slotzin van mijn betoog in eerste termijn kunnen horen. U becommentarieerde dat terecht niet, maar daarom is het wel uitgesproken.

Ten tweede wil ik zeggen dat we zeer veel begrip hebben voor de opmerkingen die de minister-president maakte over de multipolariteit in de nieuwe wereldorde. Het is heel goed dat ons land, ook gelet op onze geschiedenis, daar veel energie in steekt. Dat doet u ook met uw collega's en dat moet zo blijven. Maar laten we wel opletten dat Europa uiteindelijk de enige internationale omgeving, het dichtst bij huis is, waar we ook heel erg afhankelijk van zijn. U hebt dat ook wel erkend, nog meer zelfs dan bij vorige gelegenheden, dus ook dat valt te prijzen.

We weten heus wel dat het ingewikkeld is, maar we moeten natuurlijk voorkomen dat — als we al te veel aandacht aan die multilateraliteit gaan geven — Europa ondertussen door de omstandigheden die u zelf ook scherp heeft geschetst, als het ware verkruimelt. Die energie en die aandacht zijn dus wel nodig. Want als we ook nog iets krijgen van "ze zijn wel nodig, maar ze doen niets of ze doen te weinig of ze vallen uit elkaar", dan zijn we de hele dag op wereldreis, en dan kunnen we inderdaad de situatie krijgen die we nu ook tussen Frankrijk en Italië aan de grenzen tegenkomen. U noemde zelf ook het voorbeeld van Schengen. Daar zitten we niet op te wachten. Ik denk dat dat niet tegen dovemansoren is gezegd, maar ik wil het toch onderstreept hebben. Dat is het enige wat ik hier eigenlijk terug wilde halen.

Wij hebben geen behoefte aan een onderstreping van dingen die de minister-president heeft gezegd; die staan in de Handelingen. Het is aan ons, en in de eerste plaats aan de collega's aan de overkant, om het kabinet achter de broek te zitten als het gaat om toezeggingen die gedaan zijn en die niet op tijd worden waargemaakt. Ik noemde het punt van de armoede bij kinderen. Ik heb dat niet zonder reden naar voren gebracht. Onze fractie heeft in eerste termijn en bij herhaling gezegd dat we wat preciezer moeten zijn in de bestuurlijke rolverdeling. We hebben een kabinet om zaken tot uitvoering te brengen. We kunnen hier de grote lijnen bespreken, maar we moeten niet op de stoel van het kabinet gaan zitten, zeker niet vanuit de Eerste Kamer. Om dan te zeggen: we gaan nog eens een motie herhalen en nog eens onderstrepen ... De minister-president heeft op het punt van de kinderarmoede, zo heb ik begrepen, toegezegd zijn best te gaan doen. De staatssecretaris zal hem daar zeer bij helpen. Daar zullen we hem ook aan houden. Ga er maar van uit dat wij het zeggen als de Tweede Kamer het niet doet. Uw geloofwaardigheid staat op het spel. Dat heb ik in eerste termijn gezegd en ik herhaal dat ook. Zo ken ik de minister-president ook wel: als we deze dingen eruit lichten en niet over algemeenheden spreken, dan is ons dat ook ernst. Dus dank voor de coöperatie in dit debat en veel sterkte bij de verdere uitwerking.

We zullen de andere moties bekijken als die zijn rondgedeeld. Ik geef wel mijn voorgevoel namens de fractie aan, namelijk dat de behoefte aan de verschillende moties niet enorm opwelt bij ons.

De voorzitter:

Dat is dan helder. Dank u wel, meneer Brinkman.

Ik geef het woord aan mevrouw Sent. U heeft vier minuten.