Verslag van de vergadering van 4 december 2018 (2018/2019 nr. 10)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.00 uur
Mevrouw Andriessen i (D66):
Voorzitter. Deze minister maakt absoluut indruk als crimefighter. Daar spreekt hij graag over en hij heeft ook alle reden om dat te doen, maar ik had wel de indruk dat hij af en toe even de weg kwijt was, in de zin dat het hier over een wijziging inzake de Opiumwet gaat en niet zozeer om een wijziging in het stemmen vanuit het buitenland. Dus af en toe voelde ik me enigszins de mist ingestuurd.
Ik had eigenlijk twee vragen die te maken hadden met enerzijds het drugsgebruik in Nederland en anderzijds de rol van de burgemeester. Ik zou toch nog een keer onder de aandacht van de minister willen brengen dat het misschien ook verstandig is om te kijken op welke drugs je je nu eigenlijk concentreert bij de bestrijding ervan en of bijvoorbeeld ecstasy niet beter in de sfeer van de tolerantie terecht zou moeten komen, wat een hoop zou schelen als het gaat om criminaliteitsbestrijding.
Verder vond ik het een beetje treurig om te horen dat Brabant produceert voor Amsterdam. Dat is toch wel een vreemde verdeling van taken in Nederland.
Dan het punt van de burgemeesters. Ik durf er nauwelijks over te spreken, want er zitten heel veel burgemeesters en ex-burgemeesters in deze senaat. Toch blijf ik de behoefte voelen om aandacht te vragen voor hun positie. Zo was mijn vraag aan de minister of in de strijd die hij aangegaan is, hij de burgemeester nieuwe bevoegdheden wil geven. Of is dit voorlopig het einde? Zeker gezien ook de vragen over onderzoek en wat er nou precies gebeurt, zou ik het prettig vinden wanneer deze minister zegt: laten we eerst maar eens even kijken hoe het allemaal loopt voordat er weer nieuwe zaken worden bedacht in het takenpakket van de burgemeester. Dus cumulatie is wat ons betreft niet echt aan de orde. Ik heb begrepen dat de minister hierover goed overleg heeft met de burgemeesters. Toch ken ik verschillende burgemeesters die zich niet beschermd voelen door bijvoorbeeld de politie wanneer ze een zaak moeten sluiten. Dus vraag ik er nog eens extra aandacht voor dat de burgemeester als sheriff niet te veel op de voorgrond komt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Andriessen. Ik geef het woord aan mevrouw Wezel.