Verslag van de vergadering van 11 december 2018 (2018/2019 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.09 uur
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. Ook ik bedank de minister en de staatssecretaris voor hun uitgebreide behandeling van de voorliggende voorstellen. Ik voel mijzelf wat betreft mijn niet direct realistische toekomstdromen op de langere termijn goed bediend door de staatssecretaris. Ik ben het dan ook in het algemeen wel eens met de voorgenomen maatregelen. Dat geldt voor de subsidie voor rijksmonumenten en dat geldt ook voor het belastingpakket.
Op twee punten zie ik nog wel bezwaren. Het eerste betreft, en dat ligt voor de hand en dat heb ik ook telkens naar voren gebracht, de verlaging van de Vpb-tarieven. De motivering daarvan wil mij nog steeds niet aan: ik zie daar noch noodzaak noch wenselijkheid. Ik begrijp ook nog steeds niet helemaal waarom de staatssecretaris daarvan zegt dat ze het eigenlijk zelf betalen. Hij zegt: wij verlagen wel de tarieven, maar we verbreden de grondslag in bijna dezelfde mate. Ja, maar bij die grondslagverbreding zit een aanzienlijk deel dat bestaat uit de maatregelen om belastingontwijking terug te dringen. Dat zijn nou juist belastingontwijkingen die wij helemaal niet wilden. Dus als wij die extra kosten voor het bedrijfsleven meteen maar willen compenseren met het verlagen van de tarieven, dan gaat mij dat eigenlijk wel wat te ver.
Het tweede punt waar ik nog wat problemen mee heb, is het gevolg van de earningsstrippingmaatregel gericht op de woningcorporaties. Vandaar dat ik de motie van de heer Köhler mede getekend heb.
Voor de rest ben ik wel tevreden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ten Hoeve. Ik geef het woord aan de heer Van Rij.