Plenair Van Rij bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2019



Verslag van de vergadering van 11 december 2018 (2018/2019 nr. 11)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.11 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rij i (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ook wij danken de minister en de staatssecretaris voor de antwoorden. Ik begin met de fiscale maatregel rijksmonumentenaftrek. Wij hadden eigenlijk vier zaken gevraagd. In de eerste plaats meer rechtszekerheid. Om die reden hebben wij ook de motie medeondertekend die door de heer Bruijn is ingediend. In de toelichting die de minister heeft gegeven, heeft ze heel duidelijk aangegeven hoe de procedure gaat verlopen. Het gaat er dan met name om dat dit, in vergelijking met de huidige procedure waarbij je een vaststelling vooraf kan krijgen voor de aftrekbaarheid, zeker als het om de wat grotere onderhoudsgevallen gaat, in de toekomst ook bij de subsidieaanvraag kan. Ik ben dus benieuwd naar haar reactie op de motie.

Het tweede waarnaar wij hadden gevraagd is een beter overgangsrecht. Op dat punt heeft de minister ook een toezegging gedaan die wij in grote dank hebben aanvaard. Ze heeft gezegd dat ze nog eens zal bezien of wel of niet een compensatie kan worden gegeven in die specifieke gevallen waarin een vaststellingsovereenkomst is afgegeven voor de aftrekbaarheid van de onderhoudskosten voor het rijksmonument en daar een overloop in zit naar het volgende jaar. Als ik het juist heb, noemde zij dat een nadeelcompensatie. Dit uiteraard naast de toezegging die al schriftelijk is gedaan dat als je in 2018 vooruitbetaalt voor onderhoud dat in 2019 wordt verricht, dat aftrekbaar is.

Dan een derde wens van onze kant. De minister is heel duidelijk geweest dat ze daaraan niet tegemoet gaat komen. Dat betreft de combinatie subsidie — als het gaat om onderhoud — en leningen uit het Nationaal Restauratiefonds. Daarover heeft ze gezegd dat je subsidie kunt krijgen voor het onderhoud en dat je voor de restauratie nog steeds een aanvraag kunt doen bij het Nationaal Restauratiefonds. Met die uitleg kunnen wij leven.

Een belangrijke toezegging die zij heeft gedaan en die wij bijzonder waarderen omdat dat bij veel eigenaren in die situatie toch als knelpunt werd gezien, betreft de fiscaal transparante lichamen, met name de achterliggende aandeelhouders/certificaathouders. Ik zou de minister willen vragen om als dat mogelijk is — het komt nu op de detaillering aan en het gaat snel, want 1 januari gaat de nieuwe wet al in — in een brief aan de Eerste Kamer nog even precies te formuleren wat zojuist is toegezegd en hoe zij het laatste punt gaat verwerken in de toelichting op het conceptbesluit dat zij met onze Kamer heeft gedeeld. Ik heb daar wel ideeën over — daar is het nu een beetje laat voor — maar dat zou bijvoorbeeld in de definitie van de doelgroep kunnen. Wellicht wil ze dat doen, dat helpt ook. En dan kan ik dat aan mijn fractie melden. Dat wat betreft deze maatregel.

Dan wat betreft de staatssecretaris. Ik heb grote bewondering voor hem en voor het tempo dat hij aanhoudt, al struikelt hij af en toe over zijn eigen woorden. Dat geeft helemaal niet, want we kunnen hem volgen. In dat opzicht, maar daar houdt iedere verdere vergelijking ook mee op, kwam bij mij het beeld op van de jonge Jan Peter Balkenende, die ook altijd te snel sprak. Misschien zit er nog een politieke carrière in om minister-president van dit land te worden. Maar goed, dat even daargelaten.

Dank ook voor de inhoudelijke kant van de beantwoording. Wij zijn het niet alleen zeer eens met zijn inzet op het internationaal fiscaal beleid — dat heb ik in de eerste termijn al gezegd — maar ook met wat hij daarop geantwoord heeft. Hij zegt dat hij dat ook wil bepleiten in Brussel en vooral ook in Parijs. Niet omdat wij als Nederland het beste jongetje van de klas zijn en het allemaal beter weten, maar wel omdat we onszelf niet onder de korenmaat steken, iets waar we soms erg goed in zijn in dit land. Ik denk dat we er trots op mogen zijn dat we die houding hebben gekozen. Vorige week was ik met een CDA-delegatie in Brussel en zaten we tegenover meneer Moscovici die dat ook met zoveel woorden zei. We hadden de indruk dat hij dat ook serieus meende en dat is ook weleens prettig. Ik wil dat toch tegen de staatssecretaris gezegd hebben, want dat wordt dan toch wel bereikt. Daarom is het idee om zo'n nulmeting, de keep performance indicatoren, ook in het Brusselse te bepleiten, een heel goed idee.

Als laatste: ik heb ten aanzien van de Belastingdienst begrepen wat de drie prioriteiten zijn. Daar gaan we 29 januari nog over spreken. Ik heb al eerder gezegd dat het een majeure belastingoperatie is. Dat moeten we niet onderschatten. Ik houd niet zo van het woord "hervorming". Belasting houdt nooit op, zoals al eerder is geconstateerd door de staatssecretaris. Juist de uitvoeringstoetsen laten zien dat de Belastingdienst dit aan zou moeten kunnen. Ik denk dat het interessante van deze hele operatie is dat de Belastingdienst het ook zou moeten kunnen uitvoeren, juist omdat het geen hele grote stelselwijzigingen zijn, maar omdat er alleen aan bestaande knoppen wordt gedraaid. Laten we daar de 29ste januari nog verder over praten.

Voorzitter. Dat was het wat mij betreft in de tweede termijn. Ik geef graag die bijna drie minuten terug die nog over zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rij. Ik geef het woord aan mevrouw Van Leeuwen.