Verslag van de vergadering van 18 december 2018 (2018/2019 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.07 uur
De heer Lintmeijer i (GroenLinks):
Ja, dank u, voorzitter. Maar we hebben allemaal zin in het kerstdiner, laat dat helder zijn. Ik had me voorgenomen om nog een klein kwartiertje tweede termijn te doen, maar omwille van de tijd zal ik dat toch beperken tot de ingetikte drie minuten.
Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik ben me uiteraard bewust van die ODA-percentages, die 0,27%, maar ik baseer me uiteraard op de cijfers die wij onder andere via de Rekenkamer zelf krijgen. Goed dat u daar nog even een aanvulling op gaf ten aanzien van de armste landen versus de armste ontvangers daarvan.
Ook goed dat u de evaluatie van de EU-Africa Fund noemde. Ik ben erg benieuwd naar die evaluatie. Ik weet eerlijk gezegd niet uit mijn hoofd of nu alles naar ons is toegestuurd, anders zou ik dat graag ook van de minister ontvangen. Ten aanzien van de Venezolaanse vluchtelingen, snap ik uw punt dat de ODA-gelden niet binnen het Koninkrijk worden besteed. Ik wil er wel aandacht voor vragen, zoals ook op meerdere plekken in deze Kamer vandaag, dat er op dat punt een fundamenteel vraagstuk ligt binnen de grenzen van ons eigen Koninkrijk, met ons grootste buurland daar. We zullen die discussie op meerdere plekken voortzetten. Mijn fractie denkt dat daarvoor een aantal structurele verbeteringen echt noodzakelijk zijn.
Dan mijn laatste punt. Naar aanleiding van de imvo-discussie wil ik het niet helemaal definiëren als systeemkritiek. Ik heb een aantal voorbeelden genoemd van ook Nederlandse bedrijven die de fout ingaan bij hun optreden bij ontwikkelingsprojecten of in ontwikkelingslanden. Ik snap dat de minister zegt dat zij hen erop aanspreekt waar dat gebeurt, maar het onderliggende punt is dat we vaak in een situatie zitten waar een ongelijk speelveld optreedt, waarin het bijna onvermijdelijk is dat misstanden ontstaan die dan heel erg lastig kunnen worden aangepakt. Misschien ging het antwoord van de minister al die kant uit, maar ik vroeg of we op de platforms waar we elkaar dan tegenkomen — en zo'n publiek-private instelling die u in het leven heeft geroepen is zo'n platform — niet alleen kunnen kijken of het gaat om incidenten. We moeten ook weten te kijken naar een aantal onevenwichtigheden die nu eenmaal zitten in de manier waarop handelsbetrekkingen tot stand komen, waardoor de weg richting misstanden eigenlijk te groot is. Daarom moeten we dus eigenlijk ook aan die onderliggende zaken aandacht besteden. Mijn uitnodiging, bijvoorbeeld aan deze publiek-private instelling, om dat ook in de opdracht te verankeren, blijft.
Daar wil ik het bij laten.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Lintmeijer. Ik geef nu het woord aan de minister.