De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rinnooy Kan (D66) en Postema (PvdA), toe de onderzoeksresultaten van de WRR en de SER inzake de zorgkosten aan te bieden en het gesprek hierover voort te zetten met de ministers van VWS.
Nummer | T02637 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 20 november 2018 |
Deadline | 1 juli 2022 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Drs. A. Postema (PvdA) Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | houdbaarheidssaldo zorgkosten |
Kamerstukken | Miljoenennota 2019 (35.000) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 8 item 8 - blz. 2
De heer Postema (PvdA):
Dit brengt ons bij een volgend hoofdstuk waar de regering aandacht aan had kunnen en wat ons betreft had móeten besteden. Een belangrijke factor in het houdbaarheidssaldo zijn immers de zorguitgaven en de vergrijzing. Ook college Wever wees daarop in zijn maidenspeech. Dit zijn geen thema's om de verkiezingen mee te winnen, maar toch mogen wij van de minister van Financiën verwachten dat hij zijn collega's van VWS aanzet tot het ontwikkelen van een gedegen visie op dit vraagstuk. Het probleem is evident. De zorg is in 2019 niet alleen de grootste, maar ook de snelst groeiende uitgavenpost uit de collectieve middelen. Dit wordt onder meer vertaald in een sterke stijging van de zorgverzekeringspremie voor de burgers. De zorgverzekeraars kwamen deze maand met een premiestijging van tussen de €50 en €100 per jaar. Voor de grote verzekeraars is dat een toename van circa 7,5%. Veel cao's moeten dit jaar nog worden afgesloten, maar daarvan zullen er nogal wat zijn die op jaarbasis nog niet eens een derde van dit percentage stijgen. Daarmee gaan zorguitgaven een steeds groter beslag op ons inkomen leggen, als een autonome ontwikkeling waaraan geen integraal regeringsbeleid ten grondslag ligt.
Waar wel een duidelijke beleidskeuze ligt, of zou moeten liggen, is het waarborgen van de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg. En dat maakt dit nu juist zo'n belangrijk en ingewikkeld vraagstuk: hoe wordt tot een verantwoord niveau van zorguitgaven gekomen binnen de harde randvoorwaarden van kwaliteit en toegankelijkheid? Welke keuzes dienen dan te worden gemaakt? Wij verwachten van de regering meer sturing op dit vraagstuk dan enkel een set kortetermijnakkoorden met de diverse branches in de zorg. Kan de minister aangeven hoe het kabinet met dit langere termijnvraagstuk wil omgaan, zodat ieder zeker kan zijn en blijven van de benodigde zorg?
Handelingen I 2018-2019, nr. 8 item 8 - blz. 7
De heer Rinnooy Kan (D66):
Voorzitter. Niet lang geleden herdachten wij in deze Kamer een van de grote voorgangers van deze minister, Wim Kok. Hij was zich als geen ander bewust van de grote bijdragen die juist vanuit het ministerie van Financiën geleverd kunnen worden aan de brede welvaart van ons land, juist ook in de betekenis die de Raad van State aan dat concept toekent. De belangrijke hervormingsprioriteiten die dit kabinet zich heeft gesteld zullen veelal ook dat ministerie raken, van arbeidsmarkt, gezondheidszorg en pensioenen — bij de twee laatste wachten we dus graag op de kabinetsvoorstellen — tot aan onderwijs, onderzoek en innovatie. Elk daarvan draagt bij aan de kernopgave om te streven naar een land waarin welvaart en welzijn duurzaam kunnen groeien en in solidariteit worden verdeeld. Dat is ook een land dat zich onderdeel weet van een sterk en verenigd Europa en dat zijn verantwoordelijkheid neemt in een onrustige wereld. De fractie van D66 ziet uit naar de bijdrage van deze minister en zijn staatssecretaris aan dat proces en naar hun reactie op onze punten van aandacht.
Handelingen I 2018-2019, nr. 8 item 8 - blz. 32
Minister Hoekstra:
Een aantal specifieke opmerkingen. We hebben bij de start van het kabinet al maatregelen genomen waardoor de zorgkosten structureel minder hard stijgen dan het basispad, en wel met ruim 2,2 miljard. Daarmee zijn wij er nog niet, zeg ik ook richting de heer Rinnooy Kan en de heer Postema. Het heeft mijn nadrukkelijke aandacht en ook die van de beide ministers op VWS. We hebben inmiddels de WRR en de SER gevraagd om ons van een onderzoek te voorzien over hoe dit te doen. Daarnaast zijn de ministers en ik met een aantal experts uit het veld in gesprek over hoe je die dubbele doelstelling kunt verwezenlijken. Wat we allemaal niet willen, is dat we alleen maar naar de kosten gaan kijken. De opdracht is nu juist om ervoor te zorgen dat die heel goede zorg in Nederland — die hebben we echt — die ook voor iedereen beschikbaar moet blijven, betaalbaar blijft. Ik neem de Kamer graag mee in de uitkomsten van dat onderzoek en de acties die wij eraan verbinden. Misschien dat ik de heer Rinnooy Kan en Postema mag voorstellen om daarna samen met de ministers van VWS hierover het gesprek voort te zetten.
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2018/2019, nr. 8, item 8
-
30 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
17 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen
Op 30 mei 2023 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN).
EK, E
-
-
18 januari 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 december 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 november 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 september 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 april 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 november 2018
toezegging gedaan