Verslag van de vergadering van 29 januari 2019 (2018/2019 nr. 16)
Aanvang: 13.38 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de installatie van mevrouw Vink i als lid van de Eerste Kamer.
De voorzitter:
Aan de orde is de installatie van mevrouw A.P. Vink tot Kamerlid in de plaats van het lid Schaper. U zult mevrouw Vink herkennen.
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot lid van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer, mevrouw A.P. Vink: mevrouw Bikker (voorzitter), mevrouw Jorritsma-Lebbink en de heer Flierman.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrief van mevrouw Vink inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrief.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.
Ik geef derhalve het woord aan mevrouw Bikker, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw Vink, tot het uitbrengen van rapport.
Mevrouw Bikker i, voorzitter der commissie:
Dank u, voorzitter. De commissie welke de geloofsbrief van het te benoemen lid van de Kamer mevrouw A.P. Vink heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.
Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor de leden.
De commissie heeft tijdens haar voorbereidend onderzoek overigens geconstateerd dat de benoemde een ambt bekleedt dat op grond van artikel 1, tweede lid onder d van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement niet gelijktijdig kan worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Eerste Kamer. Het betreft het ambt van senior adviseur Bedrijfsvoering, team Wet- en regelgeving bij P-Direkt, ministerie van Binnenlandse Zaken. Artikel 3, tweede lid van de genoemde wet bepaalt dat een benoemde die een dergelijk ambt bekleedt en tot het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal is toegelaten, van rechtswege op non-activiteit is gesteld. Met andere woorden, als gevolg van de toelating wordt de incompatibiliteit automatisch opgeheven. In lijn hiermee heeft mevrouw Vink ook zelf verklaard dat zij vanaf het ogenblik van toelating als lid is ontheven van de waarneming van haar ambt.
De commissie adviseert de Kamer om mevrouw A.P. Vink als lid van de Kamer toe te laten.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Ik dank u voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor, het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de Griffier, mevrouw Vink binnen te leiden.
Nadat mevrouw Vink door de Griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de Voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.
De voorzitter:
Ruim vier maanden geleden stond u hier ook, toen in verband met het tijdelijk verlof van mevrouw Bredenoord. Ik wens u wederom van harte geluk met uw benoeming en verzoek u de presentielijst te tekenen. Alvorens plaats te nemen in ons midden, verzoek ik u nog even te blijven staan, zodat de overige leden u met uw benoeming kunnen feliciteren. Maar ik doe dat als eerste. Ik schors de vergadering zo meteen voor enkele ogenblikken, maar ik zeg tegen u allemaal: u kent mevrouw Vink i, dus ga niet eindeloos met mevrouw Vink staan praten. Even de hand geven, "fijn dat u er weer bent, mevrouw Vink, gefeliciteerd". Niemand durft nu meer! Ik schors de vergadering voor een kort moment.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.