Verslag van de vergadering van 5 maart 2019 (2018/2019 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.25 uur
De heer Schouwenaar i (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Er zijn vanavond ook een aantal nieuwe dingen vanavond naar voren gebracht. Een daarvan trok mijn aandacht en die wil ik toch nog graag een keer in vragende vorm aan de indieners voorleggen. Dat betreft de consequenties van dit wetsvoorstel, als dat wet wordt, voor de sport. In de sport zijn heel veel redenen om onderscheid te maken. Er zijn ook heel veel punten waarop onderscheid gemaakt wordt die we allemaal kunnen samenvatten met het woord "fair play", zoals u ook deed. Je kunt ook het woord "competitie" gebruiken. In elk geval is dat verschijnsel er. Ik ben van mening dat het nu goed geregeld is in de sport op basis van privaatrecht, maar ook op basis van internationaal recht. Allerlei moeilijke onderwerpen worden in en door de sport zelf goed opgelost. Nog niet zo lang geleden hadden we hier een wetsvoorstel over de wijze waarop de overheid zich al dan niet met de sport zou moeten bemoeien. Daar hebben wij toen van afgezien. Wat ik mij nu afvraag is: als deze wet wet wordt, staan vanaf dat moment de sportverenigingen dan ineens bloot aan het risico dat zij, veel meer dan tot nu toe het geval was, in strijd met de wet handelen? Ik zou dat betreuren. Mijn vraag aan u is: hoe pakt dat uit?
Een tweede punt is dat ik had gevraagd om ook op wat andere terreinen dan alleen deze wet de publiciteit te zoeken. Ik moet dat gedeeltelijk herzien. Ik wil complimenten maken aan de minister en aan u dat u daar "ja" tegen gezegd heeft. Op zich was nog wel te verwachten dat u dat zou zeggen. Maar ik zie op het NOS-Journaal op onze iPad in een groot artikel dat de Eerste Kamer hier nu mee bezig is. Sterker nog, Sid van der Linden verwacht dat het er makkelijk door zal komen.
De voorzitter:
Denkt u aan uw tijd?
De heer Schouwenaar (VVD):
Zeker, daar denk ik steeds aan en daarom ben ik nu van mijn à propos. Maar ik hoop dat u door zult gaan met het zoeken van de publiciteit, omdat ik denk dat dat een goed doel dient. Of het zo snel zal gaan als Sid van der Linden ons voorhoudt, betwijfel ik. Ik denk dat het een kwestie is van een lange weg en heel veel stapjes op weg naar een doel, dat we volgens mij hier ook met z'n allen delen. Het is een gemeenschappelijk doel, maar het gaat alleen om de weg daarnaartoe.
Ik zal mijn fractie voorstellen om voor dit voorstel te stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schouwenaar. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.