Plenair Köhler bij behandeling Belediging van bevriende staatshoofden



Verslag van de vergadering van 12 maart 2019 (2018/2019 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Köhler i (SP):

Voorzitter. Allereerst wil ik de heer Verhoeven danken voor zijn initiatief. Het wetsvoorstel beoogt om de bepalingen over majesteitsschennis en het beledigen van een bevriend staatshoofd uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen. Beide bepalingen hebben een hele geschiedenis. Die is, terugkijkend, soms lachwekkend, ware het niet dat veel mensen er het slachtoffer van zijn geworden. In 1986 werd de socialistische voorman Domela Nieuwenhuis wegens majesteitsschennis tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij koning Willem III ...

De voorzitter:

1886, neem ik aan.

De heer Köhler (SP):

Ja, u heeft gelijk: 1868 ... 1886.

De voorzitter:

1886. Niet 1986.

De heer Köhler (SP):

Nee, dank u voor deze correctie. Dan zou er toch een misverstand zijn ontstaan over de periode waarin Domela Nieuwenhuis nog heeft gefunctioneerd.

Maar dat was dus al heel lang geleden. Toen heeft hij koning Willem III omschreven als "iemand die zo weinig van zijn baantje maakt", gevolgd door een tiental blanco bladzijden. Dat vond justitie destijds boosaardig en openbaar smaden, honen en lasteren van de persoon des konings. Tegenwoordig beoordelen veel historici de uitspraak van Domela Nieuwenhuis als behoorlijk trefzeker. Het is helaas het lot van socialisten dat ze met hun inzichten hun tijd vooruit zijn, soms. Overigens kreeg Domela na zeven maanden zitten gratie van de koning bij gelegenheid van de zevende verjaardag van prinses Wilhelmina. Zo ging dat in die tijd.

Bijna een eeuw later, in 1965, kregen enkele mensen een boete van 50 gulden voor het ophangen van een spandoek met de tekst "leve de republiek" en het ook nog roepen van die leuze bij een rondvaart door de Amsterdamse Herengracht van prinses Beatrix met haar verloofde Claus van Amsberg. Maar meer recent, in 2014, kon een spreker bij een demonstratie uiteindelijk ongestraft roepen: "Fuck de koning, fuck de koningin, fuck het koningshuis!" Voorzitter, ik verontschuldig mij voor het taalgebruik in dit citaat, omdat ik vind dat we in dit huis geen Engels moeten spreken. Deze laatste zaak werd overigens door justitie geseponeerd, met als toelichting dat deze uitspraken zijn gedaan "binnen de context van het publieke debat". Een heel andere benadering van justitie dan in de tijd van Domela Nieuwenhuis. Dat kan ook niet anders, omdat voor onze rechters de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens normgevend zijn. Het EHRM heeft over de relatie tussen de vrijheid van meningsuiting en de strafbaarheid van belediging een aantal in verband met het initiatiefvoorstel interessante uitspraken gedaan. De initiatiefnemer heeft ze in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor ons goed samengevat. Het is vaste jurisprudentie van het EHRM dat publieke personen zich meer, dus niet minder, moeten laten welgevallen dan een willekeurige burger. Dat geldt ook voor staatshoofden, ook voor monarchen.

Het Hof sprak diverse malen uit dat een strafbepaling die een grotere bescherming geeft aan het staatshoofd dan aan gewone burgers, in beginsel strijdig is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa deed al in 2007 een oproep aan de lidstaten om hun wetgeving in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van het EHRM en alle versterkte bescherming van publieke figuren uit hun beledigingswetgeving te schrappen. Onze regering heeft dit laten liggen, maar het is goed dat de heer Verhoeven het initiatief heeft genomen om aan deze oproep alsnog gehoor te geven.

Voorzitter. Voor majesteitsschennis kan je maximaal vijf jaar gevangenisstraf krijgen, veel meer dan voor smaad, laster of belediging van andere burgers. Ook ontbreekt in het wetsartikel over majesteitsschennis de afwezigheid van een uitzondering voor het behartigen van het algemeen belang. Want van smaad is volgens artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht geen sprake als de dader heeft kunnen aannemen dat zijn uitspraak waar was en dat het algemeen belang ermee gediend was. En in artikel 266 van dit wetboek zijn van eenvoudige belediging uitgezonderd: gedragingen die bedoeld zijn om een oordeel te geven over de behartiging van het openbare belang en die niet gedaan zijn om verder te grieven dan uit die bedoeling voortvloeit. Dit zijn voor de vrijheid van meningsuiting belangrijke rechtvaardigingsgronden voor een eventuele scherpe kritiek die bij het wetsartikel over majesteitsschennis helaas node worden gemist.

Al met al vindt de SP-fractie het dus goed dat majesteitsschennis uit de wet wordt geschrapt. Dat wil niet zeggen dat je de koning ongestraft mag beledigen. Ook de koning en de zijnen kunnen zich beroepen op de gewone wetsartikelen tegen smaad, laster en belediging. En na een amendement van de Tweede Kamer, dat ook door de SP is gesteund, blijft het mogelijk dat het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaat, ook als de koning geen klacht indient, net als bij het beledigen van andere ambtenaren in functie.

Voorzitter. Mede gezien mijn voortschrijdende spreektijd zal ik kort zijn over het schrappen van de wetsartikelen over het beledigen van een bevriend staatshoofd en leden van een regering van een bevriende staat, dat wil zeggen van elke staat waar Nederland niet mee in oorlog is. Dat was al een heel slecht idee toen je voor de oorlog Hitler niet mocht beledigen, het was een slechte wet toen pro-Vietnamdemonstranten werden veroordeeld voor het roepen van "Johnson moordenaar" en het is een slechte wet omdat het Openbaar Ministerie moet overwegen ons te vervolgen voor de belediging van een bevriend staatshoofd als we "Erdogan, despoot, je maakt de Turkse rechtsstaat dood" zouden scanderen. We kunnen deze wetsartikelen beter schrappen. Voor buitenlandse staatshoofden blijft er dan de mogelijkheid, net als voor anderen, om een klacht wegens smaad, laster of belediging in te dienen en het blijft mogelijk om dat langs diplomatieke weg te doen. Dat vinden wij genoeg.

Voorzitter. Ondanks dat we de heer Verhoeven geen vragen hebben gesteld, zien we uit naar zijn reactie op de inbreng van onze Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Köhler. Ik geef het woord aan mevrouw Strik.